ECLI:NL:RBARN:2008:BC2166
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van schuldsanering en ontruiming van huurwoning
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 14 januari 2008 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een schuldsaneringsregeling. Verzoeker, die huurder is van een woning van de stichting [woningstichting], had een huurschuld van € 1.907,09. De kantonrechter had eerder de huurovereenkomst ontbonden en ontruiming van de woning gelast, met een ontruimingsdatum van 17 januari 2008. Verzoeker diende op 20 december 2007 een verzoek in voor de wettelijke schuldsaneringsregeling, maar dit verzoek was niet volledig. Op 9 januari 2008 vroeg verzoeker om een voorlopige voorziening om ontruiming te voorkomen, welke zaak op 14 januari 2008 werd behandeld.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening en dat de zaak geschikt was voor een kort geding. De rechtbank overwoog dat een verzoek tot voorlopige voorziening niet toegewezen dient te worden als het voorshands onaannemelijk is dat verzoeker tot de schuldsaneringsregeling zal worden toegelaten. In dit geval was er echter geen sprake van die situatie, aangezien verzoeker sinds het opheffen van het beslag op zijn inkomen de lopende huur betaalde en inliep op de achterstallige betalingen.
De rechtbank besloot om de ontruiming van de woning te verbieden, mits verzoeker de periodiek verschuldigde huurtermijnen zou blijven voldoen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en geldt tot de uitspraak op het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling in kracht van gewijsde is gegaan, of totdat dit verzoek is ingetrokken. De beschikking vervalt in ieder geval na drie maanden, maar verzoeker kan om verlenging verzoeken. De uitspraak werd gedaan door mr. J.A. Verspui en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.