ECLI:NL:RBARN:2007:BD7484
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de bestuursrechter in belastingzaken met betrekking tot invorderingsmaatregelen
In deze zaak, uitgesproken op 11 juli 2007 door de Rechtbank Arnhem, is eiser opgekomen tegen invorderingsmaatregelen die door de ontvanger van de belastingdienst zijn genomen. De ontvanger had beslag gelegd op roerende zaken van eiser in verband met een openstaande aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2001. Eiser had eerder bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die op 4 februari 2004 was verminderd, maar verdere bezwaarschriften waren niet meer mogelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitnodiging voor de zitting op de juiste wijze en tijdig was verzonden naar het door eiser opgegeven adres, maar eiser is zonder bericht niet verschenen.
De rechtbank overweegt dat de bestuursrechter in belastingzaken niet bevoegd is om te oordelen over de rechtmatigheid van de invorderingsmaatregelen. Dit valt onder de rechtsgang bij de civiele rechter. Eiser had ook een eis tot schadeloosstelling van € 5.000 en een eis tot verontschuldigingen van de fiscus middels een advertentie in de krant ingediend, maar ook deze zaken vallen buiten de bevoegdheid van de bestuursrechter.
De rechtbank verklaart zich onbevoegd en wijst eiser erop dat hij binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep kan instellen bij het gerechtshof te Arnhem. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en is openbaar uitgesproken door rechter J.J. Catsburg in aanwezigheid van griffier M. Brouwer. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en vermeldt dat eiser een vordering bij de burgerlijke rechter kan instellen indien hij dat wenst.