ECLI:NL:RBARN:2007:BC1576
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurders van een BV in het kader van een samenwerkingsovereenkomst
In deze zaak vorderde eiser, [eiser], een verklaring voor recht dat gedaagden, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 2], onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor de door hem geleden schade. De rechtbank Arnhem heeft op 19 december 2007 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. De procedure volgde op een samenwerkingsovereenkomst die eiser op 4 juli 2000 had gesloten met [gedaagde sub 2] BV. Eiser stelde dat gedaagden als bestuurders van [gedaagde sub 2] BV onrechtmatig hadden gehandeld door de overdracht van het huurrecht van een pand te bewerkstelligen, waardoor [gedaagde sub 2] BV niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen. Eiser vorderde een schadevergoeding van € 181.512,09, alsook een contractuele boete. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende feiten en omstandigheden had gesteld die een ernstig verwijt aan gedaagden opleverden voor hun persoonlijke aansprakelijkheid. De rechtbank overwoog dat de gedaagden gemotiveerd hadden weersproken dat zij de bedrijfsvoering van [gedaagde sub 2] BV hadden gefrustreerd en dat de overdracht van het huurrecht niet had plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van eiser moesten worden afgewezen, en dat hij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten werd veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagden werden begroot op EUR 5.136,00.