ECLI:NL:RBARN:2007:BC1571
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Benoeming deskundige in civiele procedure inzake advies en pensioen
In deze civiele procedure, aangespannen door [eiser] tegen de besloten vennootschap DBA ADVIES B.V., heeft de rechtbank Arnhem op 19 december 2007 een vonnis gewezen. De zaak betreft de vraag of DBA ADVIES B.V. als adviseur heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en zorgvuldig adviseur verwacht mag worden, met betrekking tot de gevolgen van de dalende rentestand voor het pensioen van [eiser]. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 3 oktober 2007 vastgesteld dat er behoefte is aan actuariële deskundigheid om de vragen van [eiser] te beantwoorden. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de benoeming van een deskundige en de aan deze te stellen vragen.
De rechtbank heeft de heer L. Roodbol, actuariële deskundige, benaderd en hij heeft aangegeven bereid te zijn om de opdracht te aanvaarden. De kosten voor het opstellen van een deskundigenrapport zijn geraamd op € 8.000,00 à € 9.000,00. De rechtbank heeft bepaald dat partijen, te beginnen met [eiser], zich moeten uitlaten over de benoeming van de deskundige. Totdat deze benoeming heeft plaatsgevonden, zijn verdere beslissingen aangehouden. De zaak is opnieuw op de rol gezet voor 9 januari 2008, waar [eiser] een akte moet nemen over de benoeming van de deskundige.
De rechtbank heeft in deze procedure de rol van de adviseur en de verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken, onder de loep genomen. De vragen die beantwoord moeten worden, zijn van groot belang voor de financiële situatie van [eiser] en zijn vrouw. De rechtbank heeft benadrukt dat de positie van mevrouw [eiser] ook in ogenschouw moet worden genomen, maar dat de focus voorlopig ligt op de actuariële vragen die aan de deskundige voorgelegd zullen worden. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.D.A. den Tonkelaar.