ECLI:NL:RBARN:2007:BC0659
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. van Gorp
- M. Keppels
- L.M. Moerings
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schorsing van bevel tot voorlopige verpleging afgewezen
Op 7 december 2007 heeft de meervoudige raadkamer van de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in de zaak van verzoeker, die niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzoek tot schorsing van het bevel tot voorlopige verpleging. Verzoeker, geboren op 1 oktober 1972 en thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Arnhem, had op 27 november 2007 een verzoek ingediend bij de rechter-commissaris om het bevel tot voorlopige verpleging, afgegeven op 17 oktober 2007, te schorsen voor de periode van 24 december 2007 tot en met 2 januari 2008. Dit verzoek werd later op 29 november 2007 aangevuld.
Tijdens de zitting op 7 december 2007 zijn de verzoeker, zijn raadsman mr. J.P.W. Nijboer, en de officier van justitie gehoord. De rechter-commissaris had eerder de vordering van de officier van justitie, die betrekking had op artikel 38c van het Wetboek van Strafrecht, in raadkamer onderzocht. De raadkamer oordeelde dat er geen wettelijke grondslag was voor het schorsen van het bevel tot voorlopige verpleging, waardoor verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek.
De beslissing werd genomen met inachtneming van de relevante wetsartikelen en is uitgesproken in openbare raadkamer. De officier van justitie is belast met de tenuitvoerlegging van deze beslissing en dient deze ter kennis te brengen aan de verdachte.