ECLI:NL:RBARN:2007:BB9219

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
20 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
161945
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending geheimhoudingsbeding in arbeidsovereenkomst door klokkenluider

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem werd behandeld, vorderden de besloten vennootschappen Projectbureau Egelie B.V., APLUSO B.V., S.O.N. B.V. en Egelie Holding B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Egelie c.s.) een verbod tegen de gedaagde, die als interim manager bij Egelie werkzaam was. De gedaagde had zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en was vervolgens in het openbaar informatie gaan verstrekken over vermeende fraude en oplichting door Egelie, wat in strijd was met het geheimhoudingsbeding in zijn arbeidsovereenkomst. Egelie c.s. vorderden onder andere dat de gedaagde zou worden verboden om verdere mededelingen te doen over vertrouwelijke bedrijfsinformatie en dat hij een dwangsom zou betalen voor elke overtreding van dit verbod.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde, door zijn uitlatingen aan de media en klanten van Egelie, onrechtmatig handelde jegens Egelie c.s. en dat er een spoedeisend belang was bij het gevorderde verbod. De rechter wees de vorderingen onder A en B toe, waarbij de gedaagde werd verboden om na betekening van het vonnis enige mededeling te doen over financiële aspecten van Egelie en om vertrouwelijke informatie te delen. De vorderingen onder C en D werden afgewezen, omdat de gedaagde stelde geen gegevens meer te bezitten die hij kon retourneren of vernietigen.

De rechter veroordeelde de gedaagde ook in de proceskosten, die op € 1.137,85 werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 20 november 2007 door mr. M.J. Blaisse, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De zaak benadrukt de belangrijke rol van geheimhouding in arbeidsovereenkomsten en de gevolgen van het schenden daarvan, vooral in situaties waarin een werknemer als klokkenluider optreedt.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 161945 / KG ZA 07-665
Vonnis in kort geding van 20 november 2007
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PROJECTBUREAU EGELIE B.V.,
gevestigd te Uden,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APLUSO B.V.,
gevestigd te Uden,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
S.O.N. B.V.,
gevestigd te Uden,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EGELIE HOLDING B.V.,
gevestigd te Uden,
eiseressen,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. E.J.A. Vilé te Utrecht,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
verschenen in persoon.
Eiseres sub 1 wordt hierna Egelie genoemd. Gezamenlijk zullen eiseressen hierna Egelie c.s. genoemd worden. Gedaagde zal hierna [gedaagde] worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Egelie c.s., tevens wijziging van eis
- de pleitnota van [gedaagde].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Egelie c.s. zijn een groep vennootschappen die retail-bedrijven begeleidt bij hun bouwactiviteiten, (onder meer) door voor die bedrijven aannemers te zoeken en de offertes van die aannemers te beoordelen.
2.2. [gedaagde] is op 4 december 2006 als interim manager in dienst getreden van Egelie op basis van een arbeidsovereenkomst waarin onder meer staat:
Artikel 2
De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd van 4 december 2006 tot en
met 3 december 2007. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege door het verloop van de tijd waarvoor zij is aangegaan en eindigt derhalve in elk geval op 3 december 2007 zonder dat daartoe opzegging is vereist. In oktober 2007 wordt bepaald of het arbeidscontract voor een jaar verlengd wordt.
(…)
Artikel 4
De werknemer zowel als de werkgever zijn bevoegd de arbeidsovereenkomst schriftelijk op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. De arbeidsovereenkomst kan slechts aan het einde van iedere kalendermaand worden opgezegd.
(…)
Artikel 9
De werknemer is verplicht voor de duur van de arbeidsovereenkomst, strikte geheimhouding in acht te nemen van alles wat hem over de onderneming van de werkgever en diens cliënten is bekend geworden.
(…)
Artikel 14
Concurrentiebeding. Het is de werknemer verboden om gedurende het bestaan van de arbeidsverhouding met Projectbureau Egelie B.V., alsmede gedurende een periode van 3 jaren na beëindiging ervan: zelfstandig of in dienstverband elders, al dan niet betaalde, werkzaamheden te verrichten, gelijk (soort vergelijkbaar of aanverwant) aan die welke werknemer voor Projectbureau Egelie BV verricht e.e.a. voorzover bedoelde werkzaamheden worden verricht in opdracht van of ten behoeve van natuurlijke- en/of rechtspersonen die van Projectbureau Egelie BV cliënt zijn, of zijn geweest in een periode korter dan 1 jaar voor beëindiging van de arbeidsverhouding met werknemer
(…)
2.3. [gedaagde] heeft de arbeidsovereenkomst bij brief van 30 augustus 2007 aan Egelie opgezegd per 30 september 2007.
2.4. In een evaluatieverslag van zijn dienstverband heeft [gedaagde] op 28 september 2007 aan Egelie geschreven dat misbruik van hem is gemaakt en dat dingen aan het licht zijn gekomen en dat hij niet voor geheimhouding van fraude en oplichting heeft getekend. [gedaagde] heeft daarin voorts geschreven dat hij een interim collega, zonder namen van klanten te noemen, heeft verteld over zijn bevindingen en dat die hem heeft geadviseerd om er mee naar de media te gaan en daarbij klanten te noemen. In het verslag geeft [gedaagde] aan dat hij overweegt naar de krant de ‘Telegraaf’ te gaan met zijn verhaal en/of naar klanten van Egelie.
2.5. Egelie heeft naar aanleiding van het evaluatieverslag bij brief van 1 oktober 2007 aan [gedaagde] onder meer geschreven dat zij de opmerkingen over fraude en oplichting en het informeren van de media niet kan plaatsen en dat [gedaagde] verplicht is tot geheimhouding.
2.6. [gedaagde] heeft bij brief van 6 oktober 2007 aan KPN Telecom Retail B.V. (KPN), een klant van Egelie, onder andere, kort samengevat, geschreven dat hij tijdens zijn dienstverband er achter is gekomen dat KPN en andere klanten van Egelie de afgelopen jaren stelselmatig zijn opgelicht door Egelie omdat Egelie te hoge prijzen van de aannemers goedkeurde in ruil voor een door de aannemers aan Egelie af te dragen bonus van 10% van die goedgekeurde prijzen. [gedaagde] heeft bij die brief stukken gevoegd, aangeduid als ‘Totaal overzicht bonussen 2003’ uit het computerboekhoudprogramma van Egelie. Naar aanleiding hiervan heeft KPN met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Hertogen-bosch op 23 oktober 2007 bewijsbeslag gelegd op het bestand ‘bonussen’ op de F-schijf van de server van Egelie en een CD-rom met daarop de gegevens van die F-schijf in gerechtelijke bewaring gegeven. [gedaagde] heeft voorts over dezelfde kwestie contact opgenomen met ‘AKO’ en ‘Handyman, beide klanten van Egelie, als ook met de ‘Levensmiddelenkrant’ en het tijdschrift ‘Distrifood’. Egelie heeft klanten in de supermarktbranche.
3. Het geschil
3.1. Egelie vordert na wijziging van eis bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
A. [gedaagde] te verbieden om onmiddellijk na betekening van dit vonnis aan derden enige mededeling te doen of informatie te verstrekken in de ruimste zin van het woord, over financiële aspecten, die direct of indirect verband houden met opdrachten van Egelie;
B. [gedaagde] te verbieden om onmiddellijk na betekening van dit vonnis aan derden mededelingen te doen over hetgeen hem uit hoofde van zijn dienstbetrekking met Egelie kenbaar is geworden over Egelie c.s., waarvan [gedaagde] weet, althans behoort te weten, dat zulks vertrouwelijke bedrijfsadministratie van Egelie c.s. betreft die ziet op de bedrijfsvoering van Egelie c.s. en [gedaagde] te gebieden om te dien aanzien volledige geheimhouding te betrachten;
C. [gedaagde] te gelasten om onmiddellijk na betekening van dit vonnis alle gegevens en bescheiden van Egelie c.s. die hij onder zich heeft, dan wel bij derden heeft ondergebracht en alle kopiëen en gegevensdragers waarop de betreffende informatie is opgeslagen aan Egelie c.s. te retourneren, dan wel [gedaagde] te gebieden deze informatie te vernietigen en [gedaagde] te verbieden aan derden (delen van) administratie en/of computerbestanden van Egelie c.s. te verstrekken;
D. [gedaagde] te gebieden aan Egelie c.s. een lijst te verstrekken van de derden aan wie hij vertrouwelijke bedrijfsinformatie heeft verstrekt;
E. [gedaagde] te veroordelen tot het betalen van een dwangsom van € 50.000,00 voor elke overtreding en voor elke dag dat [gedaagde] nalaat aan één of meer van de bovenstaande vorderingen te voldoen;
F. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit kort geding, het salaris van de procureur van Egelie c.s. daaronder begrepen.
3.2. Egelie c.s. leggen aan de vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] onrechtmatig jegens hen handelt door bewust onjuiste informatie over Egelie aan klanten en de media te verrstrekken om Egelie c.s. te beschadigen, en dat [gedaagde] (onder meer) uit hoofde van de arbeidsovereenkomst gehouden is tot geheimhouding. Egelie c.s. voeren aan dat Egelie weliswaar zogenoemde aanbrengfee’s in rekening brengt bij de aannemers die zij voor haar klanten regelt, maar dat die fee’s niet ten laste van de klanten komen. Egelie c.s. stellen dat zij met hun vorderingen verdere schade willen voorkomen.
3.3. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [gedaagde] voert als preliminair verweer dat de voorzieningenrechter niet bevoegd is om over de vorderingen te oordelen. [gedaagde] stelt daartoe dat hij weliswaar in [woonplaats] bij zijn vriendin verblijft, maar dat hij in [woonplaats] [buitenland] woont.
4.2. Nu [gedaagde] stelt in [het buitenland] te wonen, dient de bevoegdheid van de voorzieningenrechter beoordeeld te worden aan de hand van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12 van 16 januari 2001) (EEX-Vo).
4.3. De hoofdregel is dat in beginsel zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, opgeroepen worden voor de gerechten van die lidstaat (artikel 2 EEX-Vo). De vraag is derhalve wat [gedaagde]’s woonplaats is.
4.4. Om vast te kunnen stellen of een partij woonplaats heeft op het grondgebied van de lidstaat bij welks gerechten een zaak aanhangig is, past het gerecht zijn intern recht toe (artikel 59 EEX-Vo). Dit betekent dat de voorzieningenrechter naar Nederlands recht de vraag moet beantwoorden waar [gedaagde] woont.
4.5. Krachtens artikel 1:10 lid 1 BW bevindt de woonplaats van een natuurlijk persoon zich in beginsel ‘te zijner woonstede’. Daarmee wordt volgens vaste jurisprudentie de woning bedoeld waar iemand werkelijk woont. Nu [gedaagde] niet heeft verklaard dat hij slechts tijdelijk in het huis van zijn vriendin in [woonplaats] verblijft, moet worden aangenomen dat die woning zijn woonstede is en dat [woonplaats] derhalve zijn woonplaats is. [woonplaats] ligt in het arrondissement van de rechtbank Arnhem. Dat leidt ertoe dat de voorzieningenrechter bevoegd is om te oordelen over de vorderingen van Egelie c.s. tegen [gedaagde].
4.6. [gedaagde] heeft verklaard dat hij als ‘klokkenluider’ het bonussysteem van Egelie aan de kaak heeft willen stellen en dat hij zijn doel heeft bereikt omdat KPN, AKO en Handyman inmiddels op de hoogte zijn en die Egelie over het bonussysteem ter verantwoording zullen roepen. [gedaagde] bestrijdt dat het onrechtmatig is wat hij heeft gedaan. Nu zijn doel is bereikt, heeft [gedaagde] er geen behoefte aan om nog meer klanten van Egelie, of andere media dan de Levensmiddelenkrant en Distrifood over het bonussysteem te benaderen. Hij heeft er dan ook geen bezwaar tegen dat het gevorderde onder A en B zal worden toegewezen. Die vorderingen zullen dan ook om die reden toegewezen worden op de wijze zoals hierna bepaald. De vraag of de genoemde handelwijze van [gedaagde] onrechtmatig was jegens Egelie c.s. behoeft in het kader van dit kort geding dus geen beantwoording. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt op de wijze zoals hierna bepaald.
4.7. Volgens [gedaagde] beschikt hij niet meer over gegevens of bescheiden van Egelie en heeft hij die ook niet ondergebracht bij derden om er alsnog over te kunnen beschikken. Wat hij had, heeft hij aan KPN gestuurd, aldus [gedaagde]. Volgens hem kan hij dan ook niets retourneren of vernietigen. Evenzo stelt [gedaagde] dat hij geen andere klanten en media dan de genoemde heeft benaderd over het bonussysteem. Tegenover deze betwisting hebben Egelie c.s. onvoldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] gegevens van Egelie c.s. kan teruggeven of vernietigen en dat hij nog andere klanten en media dan waarvan zij het reeds weten, heeft benaderd over het bonussysteem. De vorderingen onder C en D kunnen daarom niet worden toegewezen.
4.8. Nu [gedaagde] kennelijk niet vóór dit kort geding bereid is geweest te verklaren dat hij zijn genoemde handelwijze zal staken, en dit kort geding derhalve door Egelie c.s. wel gevoerd moest worden, zal [gedaagde] in de proceskosten worden veroordeeld, ook al heeft de voorzieningenrechter niet beoordeeld of de handelwijze van [gedaagde] onrechtmatig was jegens Egelie c.s. De kosten aan de zijde van Egelie c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 70,85
- vast recht 251,00
- salaris procureur 816,00
Totaal € 1.137,85
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verbiedt [gedaagde] om na betekening van dit vonnis aan derden enige mededeling te doen of informatie te verstrekken in de ruimste zin van het woord, over financiële aspecten, die direct of indirect verband houden met opdrachten van Egelie;
5.2. verbiedt [gedaagde] om na betekening van dit vonnis aan derden mededelingen te doen over hetgeen hem uit hoofde van zijn dienstbetrekking met Egelie kenbaar is geworden over Egelie c.s., waarvan [gedaagde] weet, althans behoort te weten, dat zulks vertrouwelijke bedrijfsadministratie van Egelie c.s. betreft die ziet op de bedrijfsvoering van Egelie c.s. en gebiedt [gedaagde] te dien aanzien volledige geheimhouding te betrachten;
5.3. bepaalt dat [gedaagde] voor iedere keer dat hij in strijd handelt met het onder 5.1.
en/of 5.2. bepaalde, aan Egelie c.s. een dwangsom verbeurt van € 10.000,00 per keer, tot een maximum van € 150.000,00;
5.4. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Egelie c.s. tot op heden begroot op € 1.137,85;
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Blaisse en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.J. Daggenvoorde op 20 november 2007.