ECLI:NL:RBARN:2007:BB8478

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
6 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
161335
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige hinder door geluidsoverlast van koelinstallatie van Linge-Oever Kaas B.V.

In deze zaak vorderen eisers, bewoners van een woning grenzend aan het perceel van Linge-Oever Kaas B.V., een kort geding wegens onrechtmatige hinder door geluidsoverlast van een koelinstallatie. De eisers stellen dat de ventilatoren en condensoren van de koelinstallatie, die op het dak van het pand van Linge-Oever Kaas zijn geplaatst, permanente geluidshinder veroorzaken. De bewoners hebben sinds 2002 aan de [adres] te [woonplaats] gewoond en hebben herhaaldelijk geklaagd over de overlast, die volgens hen hun woongenot ernstig aantast. De gemeente Geldermalsen heeft geluidsmetingen laten uitvoeren, waaruit blijkt dat de geluidshinder de toegestane normen overschrijdt. De eisers vorderen primair dat Linge-Oever Kaas wordt veroordeeld om de bedrijfsactiviteiten te staken en subsidiair om maatregelen te treffen om de overlast te verminderen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende aannemelijk is dat er sprake is van onaanvaardbare hinder en beveelt Linge-Oever Kaas om binnen twee weken in overleg te treden met de eisers en de gemeente om de geluidsoverlast te verminderen. De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van oordeel is dat de omvang van de schade niet voldoende aannemelijk is gemaakt. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 161335 / KG ZA 07-621
Vonnis in kort geding van 6 november 2007
in de zaak van
1. [eisers],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
procureur mr. P.M. Wilmink te Arnhem,
advocaat mr. A.J. Begthel te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LINGE-OEVER KAAS B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna eisers en Linge-Oever Kaas genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Linge-Oever Kaas.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Eisers wonen sinds 2002 aan de [adres] te [woonplaats]. Linge-Oever Kaas, een groothandel in kazen en streekproducten, is gevestigd aan de [adres] te [woonplaats]. De achtertuin van eisers grenst aan het perceel van Linge-Oever Kaas.
2.2. Linge-Oever Kaas slaat in het pand aan de [adres] kazen op in gekoelde ruimtes. Het koelen gebeurt door middel van een koelinstallatie. Deze koelinstallatie is medio april 2007 geplaatst en heeft zes ventilatoren/condensoren welke op het dak van het pand van Linge-Oever Kaas zijn geplaatst. De ventilatoren/condensoren bevinden zich op ongeveer 15 meter afstand van de achtergevel van de woning van eisers.
2.3. De bewoners van drie huizen aan de [adres] te [woonplaats] hebben een verzoek tot handhaving ingediend bij de gemeente Geldermalsen wegens geluidsoverlast van de koelinstallatie van Linge-Oever Kaas.
2.4. Op 2 mei 2007 hebben eisers en de heer Van Iperen van Linge-Oever Kaas een gesprek gehad over de geluidsoverlast. Daarna heeft nog een tweede gesprek plaatsgevonden, maar dit heeft niets opgeleverd.
2.5. Op advies van de Gemeente Geldermalsen hebben eisers een deskundige, de heer G.A. van Keulen van Deltarail B.V., ingeschakeld die in de nacht van vrijdag 25 mei 2007 op 26 mei 2007 en in de nacht van 29 mei 2007 op 30 mei 2007 tonaal geluidsmetingen heeft verricht. Hiervan heeft Deltarail B.V. een rapport uitgebracht. Deltarail B.V. heeft vastgesteld dat de ventilatoren/condensoren en bijbehorend buizenstelsel geluidspieken veroorzaken tot 150 Hz. De ventilatoren/condensoren en bijbehorend buizenstelsel produceren tijdens de meetperiode 52,2 decibel, terwijl de gemeente Geldermalsen bij Besluit opslag– en transportbedrijven milieubeheer, voorschriften 1.1.1, heeft bepaald dat een geluidswaarde van 36 decibel is toegestaan.
2.6. Lichtveld, Buis en Partners B.V. (hierna: LBP) heeft, in opdracht van Linge-Oever Kaas, een geluidsrapport opgesteld op 4 juli 2007. Volgens dit rapport wordt aan de in de AMvB (Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer) gestelde normen en geluidseisen voldaan. LBP heeft niet gemeten aan de gevel van eisers en uit het rapport blijkt niet op welke dag/nacht er gemeten is.
2.7. Regio Rivierenland, afdeling Milieudienst heeft, in opdracht van de gemeente Geldermalsen, een geluidsonderzoek uitgevoerd. Regio Rivierenland heeft op 18 juli 2007 overdag en op 28 augustus 2007 in de nacht geluidsmetingen aan de gevel van de woning van eisers verricht. Op 3 september 2007 is het geluidsrapport uitgebracht. Regio Rivierenland heeft op bladzijde 9 en 10 van het rapport het volgende gesteld.
“Indien bij de handhaving de standaardgrenswaarden uit het Besluit O&T wordt aangehouden, dan moet Linge Kaas B.V. enige maatregelen treffen bij de condensoren. De verwachting is echter dat de geluidhinder dan nog aanwezig zal blijven, omdat het geluid dan nog ruim boven het heersende referentieniveau zal liggen.
Een verlaging van de grenswaarden van 10dB(A), middels een nadere eis, is in beginsel mogelijk, omdat het heersende referentieniveau 10 dB(A) beneden de standaardgrenswaarden ligt. Of het bedrijf aan een zodanig verlaagde grenswaarden kan voldoen is op dit moment echter niet duidelijk.
Met een verlaging van de grenswaarde met 5 dB(A) wordt naar onze mening zowel recht gedaan aan de belangen van de omwonende als van het bedrijf. Een grenswaarde van 45 dB(A) etmaalwaarde hoort namelijk bij de karakterisering “rustige woonwijk”, welke beschrijving naar onze mening overeenkomt met de situatie ter plaatse. Daarbij is onze verwachting dat Linge Kaas B.V. met eenvoudige maatregelen aan deze grenswaarden kan voldoen.
Geadviseerd wordt daarom om:
- middels het vaststellen van een nadere eis de (standaard) grenswaarden uit het Besluit O&T voor Linge Kaas B.V. met 5 dB(A) te verlagen.
- die grenswaarden te handhaven door van het bedrijf maatregelen aan de condensoren te verlangen waarmee aan de (aangescherpte) grenswaarden wordt voldaan.”
2.8. De gemeente Geldermalsen heeft op 21 mei 2007 een besluit genomen tot het opleggen van een last onder dwangsom aan Linge-Oever Kaas aangezien Linge-Oever Kaas diverse verbouwingen aan het pand zou hebben uitgevoerd zonder de benodigde (milieu)vergunningen. Dit besluit is echter op 18 september 2007, na een uitspraak van de Raad van State, ingetrokken. De milieumelding door Linge-Oever Kaas is inmiddels door de gemeente Geldermalsen geaccepteerd en verwerkt.
3. Het geschil
3.1. Eisers vorderen primair – samengevat – Linge-Oever Kaas te veroordelen om de bedrijfsactiviteiten in het pand aan de [adres] te [woonplaats] binnen één week na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom.
Subsidiair vorderen eisers Linge-Oever Kaas te veroordelen om binnen één week na betekening van dit vonnis zodanige maatregelen te treffen dat de onrechtmatige toestand op andere wijze dan onder primair verzocht wordt opgeheven, op straffe van een dwangsom.
Tevens vorderen eisers primair en subsidiair Linge-Oever Kaas te veroordelen:
- tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.632,-,
- tot betaling van de kosten van het deskundigenrapport ad € 1.100,-,
- tot betaling van geleden schade als gevolg van de overlast ad € 5.000,-.
Ten slotte vorderen Eisers Linge-Oever Kaas te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. Als grondslag van hun vorderingen voeren eisers aan dat Linge-Oever Kaas onrechtmatige hinder toebrengt aan hen. Door de ventilatoren/condensoren en het buizenstelsel wordt permanent rumoer verspreidt. Volgens de twee voornoemde geluidsrapporten blijkt volgens eisers overduidelijk dat de geluidsnormen aanzienlijk worden overtreden.
Volgens eisers slaan de ventilatoren/condensoren dag en nacht regelmatig aan en in warme periodes zelfs om de zes minuten. De leidingen van de ventilatoren/condensoren veroorzaken een hard zoemend tonaal geluid dat er voor zorgt dat eisers en hun pasgeboren baby niet meer in de slaapkamers gelegen aan de achterzijde van hun woning kunnen slapen. Tevens stellen eisers dat zij met mooi weer niet in de tuin kunnen zitten. Ook dienen de ramen en deuren in de woning constant gesloten te blijven daar het continu zoemen geluid volgens eisers zenuwslopend is.
Ten slotte stellen eisers dat zij door de geluidsoverlast die zij ondervinden van Linge-Oever Kaas, gezondheidsproblemen hebben ontwikkeld. Zo is er sprake van slaapstoornissen en heeft mevrouw Hofman een zeer vervelende kraamtijd doorgemaakt als gevolg van de geluidsoverlast. Als gevolg van het feit dat eisers de slaapkamer aan de achterzijde van hun woning alsmede de tuin niet meer kunnen gebruiken, lijden zij schade, die zij begroot hebben op € 5.000,-.
3.3. Linge-Oever Kaas voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen blijkt uit de stukken en de stellingen van partijen.
4.2. Vooropgesteld dient te worden dat voor de toewijsbaarheid van de vorderingen van eisers in voldoende mate aannemelijk moet zijn geworden dat er sprake is van onaanvaardbare, aan Linge-Oever Kaas toerekenbare overlast. Of er sprake is van een onaanvaardbare overlast, hangt af van de omstandigheden van het geval en kan sterk per geval verschillen.
Het antwoord op de vraag of het toebrengen van hinder onrechtmatig is, is afhankelijk van de aard, de ernst, en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval waaronder de plaatselijke omstandigheden. Verder moet rekening worden gehouden met het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteiten worden gediend en de mogelijkheid, mede gelet op de daaraan verbonden kosten, en de bereidheid om maatregelen ter voorkoming van schade te nemen.
4.3. Gelet op de overgelegde deskundigenrapporten waaruit vooralsnog onder andere blijkt dat het geluid van de ventilatoren/condensoren ruim boven het heersende referentieniveau ligt en hetgeen door eisers ter zitting is gesteld, is voldoende aannemelijk dat er sprake is van hinder. Niet, althans onvoldoende betwist is dat de ventilatoren/condensoren dag en nacht regelmatig aanslaan en het buizenstelsel permanent rumoer verspreidt. Dat dit tot gevolg heeft dat eisers de deuren en ramen constant gesloten moeten houden om het geluid van Linge-Oever Kaas enigszins te beperken, is ook niet onaannemelijk. Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter worden eisers in hun woongenot beperkt en is er sprake van onaanvaardbare overlast, veroorzaakt door Linge-Oever Kaas. Enige maatregelen tot vermindering van de overlast zullen dan ook in ieder geval moeten worden getroffen.
4.4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de primaire vordering niet toewijsbaar is omdat door stillegging van het bedrijf een onevenredig groot nadeel aan Linge-Oever Kaas wordt toegebracht.
4.5. Gelet op het bovenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat vooralsnog voldoende aannemelijk is dat er onrechtmatig hinder wordt toegebracht om een ordemaatregel te rechtvaardigen. Die vindt de voorzieningenrechter in een deel van het subsidiair gevorderde.
Gelet op de mogelijkheden die er lijken te bestaan om de geluidshinder te verminderen en gelet op het feit dat Linge-Oever Kaas daarover zowel met de gemeente als met buurtbewoners tot een vergelijk moet komen, zal de voorzieningenrechter Linge-Oever Kaas bevelen om een eerste stap te zetten om maatregelen te treffen die de onrechtmatige toestand opheffen. Daartoe zal Linge-Oever Kaas op straffe van verbeurte van een dwangsom worden bevolen om binnen twee weken nadat dit vonnis is gewezen in overleg te treden met eisers en de gemeente met het doel tot vermindering van de geluidsoverlast te komen.
Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter nog op dat de rechtbank, desgewenst, de faciliteiten kan bieden om een mediator te benoemen teneinde het voor de betrokkenen mogelijk te maken een gezamenlijke oplossing voor de problemen te vinden.
4.6. De gevorderde voorziening tot schadevergoeding strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling – bij afweging van de belangen van partijen – aan toewijzing niet in de weg staat.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het bestaan en de omvang van de vordering tot schadevergoeding – gelet op het daartegen door Linge-Oever Kaas gevoerde verweer – in het kader van dit kort geding niet voldoende aannemelijk zijn geworden. De vordering dient dan ook te worden afgewezen. De voorzieningenrechter begrijpt in deze schade de kosten van de deskundigen.
4.7. Eisers hebben tevens een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd.
De voorzieningenrechter hanteert het uitgangspunt dat het moet gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele sommatie. Eisers hebben wel gesteld dat de gevorderde kosten zijn gemaakt, maar nagelaten een omschrijving te geven van verrichtingen, anders dan die ter voorbereiding van de processtukken en ter instructie van de zaak nodig en gebruikelijk zijn.
Derhalve dient er van te worden uitgegaan, dat voor de aanvang van dit geding geen andere of meer kosten zijn gemaakt dan die welke ter voorbereiding van een geding in het algemeen redelijk en noodzakelijk zijn. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten zullen daarom worden afgewezen.
4.8. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als in het dictum is aangegeven.
4.9. Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. beveelt Linge-Oever Kaas om uiterlijk op 19 november 2007 een eerste overleg te hebben met eisers of een van hen en met een vertegenwoordiger van de gemeente waarbij het onderwerp van gesprek zal zijn de vermindering van de door gedaagde veroorzaakte geluidsoverlast tot een mate die door de rechter niet als onrechtmatig tegenover omwonenden, zoals eisers, geoordeeld zal worden,
5.2. bepaalt dat Linge-Oever Kaas voor iedere dag dat zij in strijd handelt met het onder 5.1. bepaalde, aan eisers een dwangsom verbeurt van € 500,- tot een maximum van
€ 50.000,-
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier V.R. Bouwmeister op 6 november 2007.