zaaknummer / rolnummer: 151895 / HA ZA 07-220
Vonnis van 26 september 2007
[eiser]
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AUTOMOBIELBEDRIJF F. VAN OERS B.V.,
kantoorhoudende te Nijmegen,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
procureur mr. P.J.M. van Wersch,
advocaat mr. D.A. Beck te Nijmegen,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AUTOSCHADE WIJCHEN B.V.,
gevestigd te Wijchen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. R.C.A.J. Becks te Vught.
Partijen zullen hierna de curator en Autoschade Wijchen genoemd worden. Automobielbedrijf Van Oers B.V. zal als Van Oers worden aangeduid.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 mei 2007
- het proces-verbaal van comparitie van 5 september 2007
- de conclusie van antwoord in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Autoschade Wijchen en Van Oers hebben tot aan het faillissement van laatstgenoemde gedurende een lange periode zaken met elkaar gedaan. Deze betroffen het herstel van schades aan auto’s uit Van Oers’ bedrijfsvoorraad en van klanten van Van Oers.
2.2. Autoschade Wijchen is opgericht in 1984. Van Oers was haar eerste klant. In 1985 is Autoschade Wijchen een Focwa-garantie-bedrijf geworden, hetgeen onder meer meebracht dat zij de Focwa-voorwaarden ging hanteren. Hierover is noch toen noch later gesproken tussen Van Oers en Autoschade Wijchen.
2.3. In het kader van de door Autoschade Wijchen uitgevoerde reparaties zoals onder 2.1 bedoeld, zijn onder meer steeds zogenaamde serviceinformatie/afspraakbladen opgemaakt. Met deze formulieren – hetzij met de auto aangeleverd, hetzij gefaxt – leverde Van Oers de te repareren auto’s aan. Zij vermeldden wat aan de auto gebeuren moest en werden door medewerkers van Autoschade Wijchen gebruikt voor de calculatie en de planning. De calculatie ging samen met de factuur naar Van Oers als de desbetreffende werkzaamheden waren uitgevoerd.
2.4. Aan de voet van de facturen en het briefpapier van Autoschade Wijchen staat: “Leveringen geschieden volgens de Algemene voorwaarden voor gebruikers aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Ondernemingen in het Carosseriebedrijf (Focwa-voorwaarden).”
2.5. Tussen Autoschade Wijchen en Van Oers zijn in de loop van de jaren diverse afspraken gemaakt over onder meer de logistieke afhandeling van opdrachten, de betaling, de prijs – waaronder korting voor klanten van Van Oers – en de toepassing van Volkswagen- en Audigaranties. Deze afspraken werden via medewerkers van beide bedrijven voor een deel schriftelijk en voor een deel ook mondeling gemaakt.
2.6. Toen de curator in functie was getreden, heeft hij de bedrijfsvoorraad van Van Oers verkocht aan Automobielbedrijf F. Aarts B.V.. Tot de voorraad behoorden een Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en een Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK. Deze bevonden zich toen bij Autoschade Wijchen, die aan deze auto’s reparaties had verricht.
2.7. Het niet door de verzekeraar aan Autoschade Wijchen betaalde deel van de reparatiekosten aan de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK bedroeg € 825,00 exclusief BTW. Zij had terzake hiervan derhalve een vordering op (de boedel van) Van Oers.
2.8. In totaal stonden in de onder 2.6 en 2.7 bedoelde periode vorderingen ten belope van € 30.116,51 van Autoschade Wijchen op Van Oers open.
2.9. Het geschil betreft de vraag of Autoschade Wijchen verplicht was aan de curator tegen zijn betaling of aanbod tot betaling van € 825,00 exclusief BTW de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK af te geven, dan wel zich kon beroepen op een opschortings- of een retentierecht in verband met haar onder 2.8 bedoelde totaalvordering.
2.10. Op 15 mei 2006 heeft de curator aan Autoschade Wijchen geschreven dat hij bereid was de reparatiekosten ad € 825,00 exclusief BTW te voldoen tegen afgifte van de beide auto’s. Uiteindelijk heeft Autoschade Wijchen de auto’s kort voor 20 augustus 2006 vrijgegeven nadat een op 18 augustus 2006 aangeboden bankgarantie door ABN AMRO Bank was afgegeven voor het bedrag dat eventueel door de curator aan Autoschade Wijchen zou moeten worden betaald ingevolge een in kracht van gewijsde gegane uitspraak dan wel ingevolge een in onderling overleg tussen de curator en Autoschade Wijchen overeengekomen bedrag, tot een maximum van € 30.116,51.
2.11. Artikel 15.2 van de Focwavoorwaarden luidt onder meer als volgt. “Totdat de wederpartij aan de gebruiker alle in het kader van een specifieke overeenkomst verschuldigde bedragen heeft voldaan, kan de gebruiker de desbetreffende zaken van de wederpartij onder zich houden en daarop zijn vordering met voorrang verhalen, tenzij de wederpartij ter voldoening van deze bedragen voldoende zekerheid stelt.”
3. Het geschil in conventie
3.1. De curator vordert
- een verklaring voor recht dat het door Autoschade Wijchen ingeroepen retentierecht zich beperkt tot de vordering die betrekking heeft op de reparatiekosten van de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK, zijnde € 825,00 exclusief BTW en dat Autoschade Wijchen contractueel verplicht was om de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK aan de curator af te geven tegen betaling van de onbetaald gebleven reparatiekosten aan deze beide auto’s,
- veroordeling van Autoschade Wijchen tot betaling aan hem van € 1.352,00, subsidiair – volgens het rapport VoorWerk II – € 1.158,00 aan buitengerechtelijke incassokosten met rente,
- veroordeling van Autoschade Wijchen in de kosten van de procedure.
3.2. Kern van het betoog van de curator is dat het retentierecht dat Autoschade Wijchen op grond van de Focwavoorwaarden toekwam zolang het bedrag van € 825,00 niet was betaald, uitsluitend rustte op de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK waarop de reparatiekosten die hij aanbood te voldoen, betrekking hadden.
3.3. Autoschade Wijchen betwist de toepasselijkheid van de Focwavoorwaarden en stelt dat haar uit kracht van de wet een opschortingsrecht toekwam totdat haar totale vordering van € 30.116,51 was voldaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. Autoschade Wijchen vordert op basis van het betoog dat zij in conventie als verweer aanvoert:
- een verklaring voor recht dat Autoschade Wijchen bevoegd was om de afgifte van de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK op te schorten totdat haar vordering terzake van alle openstaande facturen op Van Oers zou zijn voldaan,
- veroordeling van de curator tot betaling aan haar van € 3.797,85, subsidiair – volgens het rapport VoorWerk II – € 1.158,00 aan buitengerechtelijke incassokosten met rente,
- veroordeling van de curator tot betaling aan haar van rente over € 30.000,00 vanaf 15 mei 2006, althans vanaf 30 augustus 2006,
- veroordeling van de curator in de kosten van de procedure.
4.2. Het verweer van de curator stemt overeen met zijn in conventie betrokken stellingen.
5. De beoordeling in conventie en in reconventie
5.1. Uit de over en weer naar voren gebrachte betogen komen twee centrale vragen naar voren. De eerste is of de Focwa-voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst(en) tussen Autoschade Wijchen en Van Oers die hebben geleid tot de werkzaamheden waarop de onder 2.7 en 2.8 bedoelde facturen betrekking hebben. De tweede is of art. 15.2 van de Focwa-voorwaarden het daarin bedoelde retentierecht beperkt tot een recht op terughouding van een zaak uitsluitend totdat de factuur die op die zaak betrekking heeft, betaald is, of ruimer moet worden geïnterpreteerd. Op de eerste vraag gaat de rechtbank in onder 5.2 tot en met 5.9, op de tweede onder 5.10 tot en met 5.17.
5.2. Autoschade Wijchen hanteert de Focwa-voorwaarden. Zij vermeldt dit onder aan haar briefpapier en haar facturen. De curator stelt dat Van Oers dit gebruik geaccepteerd heeft. Vast staat dat hij zich niet beroept op vernietigbaarheid ervan. Autoschade Wijchen voert, samengevat, aan
- dat zij is begonnen zaken te doen met Van Oers toen zij de Focwa-voorwaarden nog niet hanteerde,
- dat toepasselijkheid ervan nooit uitdrukkelijk tussen haar en Van Oers is overeengekomen,
- dat tussen haar en Van Oers nooit over de toepasselijkheid van de Focwa-voorwaarden is gesproken en een groot aantal afspraken is gemaakt die op belangrijke onderdelen van de Focwa-voorwaarden afweken,
- dat het serviceinformatie/afspraakblad niet naar de Focwa-voorwaarden verwijst.
5.3. De rechtbank stelt voorop dat Autoschade Wijchen in de van haar uitgaande schriftelijke uitingen, brieven en facturen, naar de Focwa-voorwaarden verwijst met woorden die erop duiden dat op met haar gesloten overeenkomsten de Focwa-voorwaarden van toepassing zijn. Dat deze verwijzingen zijn gegeven, is niet in discussie tussen de partijen. Het betekent dat als een wederpartij van Autoschade Wijchen deze toepasselijkheid aanvaardt en zich niet op vernietigbaarheid van de voorwaarden beroept, de voorwaarden deel uitmaken van de overeenkomst tussen Autoschade Wijchen en deze wederpartij. De aanvaarding kan door een wederpartij stilzwijgend geschieden. Het is dan ook naar het oordeel van de rechtbank in beginsel aan de gebruiker van de voorwaarden, Autoschade Wijchen, om als zij in weerwil van genoemde verwijzingen, in de relatie met een bepaalde wederpartij de Focwa-voorwaarden niét wenst te hanteren – al aangenomen dat dit in een geval als het onderhavige een Focwa-garantie-bedrijf vrij zou staan –, dit ondubbelzinnig aan de wederpartij te kennen te geven. Vast staat dat Autoschade Wijchen dat tegenover Van Oers niet heeft gedaan.
5.4. Het onder 5.3 overwogene leidt tot de vraag of Van Oers er op grond van gedragingen of uitlatingen van Autoschade Wijchen vanuit moest gaan dat op haar overeenkomsten met Autoschade Wijchen de Focwa-voorwaarden niet van toepassing waren. Op die mogelijke situatie slaan de stellingen van Autoschade Wijchen die onder 5.2 zijn samengevat.
5.5. Dat Autoschade Wijchen is begonnen zaken te doen met Van Oers in 1984, toen Autoschade Wijchen de Focwa-voorwaarden nog niet hanteerde, sluit niet uit dat Van Oers nadat zij – uit facturen en/of brieven – kennis had genomen van het feit dat Autoschade Wijchen de Focwa-voorwaarden hanteerde, dit gebruik en de toepasselijkheid van de voorwaarden aanvaard heeft. De curator stelt dat dit het geval is. Gesteld noch gebleken is dat Van Oers enige handeling heeft verricht die op niet aanvaarding duidde, buiten de handelingen die in de overige op dit punt door Autoschade Wijchen naar voren gebrachte weren aan de orde zijn (5.6-5.8). De rechtbank concludeert dan ook dat het feit dat Autoschade Wijchen pas na een jaar de voorwaarden is gaan hanteren, niet uitsluit dat zij van de overeenkomsten tussen Autoschade Wijchen en Van Oers deel uitmaken. Dat er sprake is geweest van één overeenkomst, die gesloten is in 1984 en tweeëntwintig jaar heeft voortgeduurd, is niet gemotiveerd gesteld of gebleken. Uit de stukken en de gevoerde betogen blijkt dat Autoschade Wijchen en Van Oers, hoewel zij afspraken maakten die voor meerdere overeenkomsten golden, elke reparatieopdracht als leidend tot één specifieke overeenkomst behandelden.
5.6. Dat toepasselijkheid van de Focwa-voorwaarden nooit uitdrukkelijk tussen Autoschade Wijchen en Van Oers is overeengekomen, is, zo volgt uit het onder 5.3 overwogene, niet relevant.
5.7. Tussen Autoschade Wijchen en Van Oers is, zoals Autoschade Wijchen terecht stelt, nooit over de toepasselijkheid van de Focwa-voorwaarden gesproken. Stilzwijgen over de schriftelijk meegedeelde toepasselijkheid van algemene voorwaarden leidt echter naar het oordeel van de rechtbank in beginsel tot de conclusie dat de door de gebruiker meegedeelde toepasselijkheid door de wederpartij werd aanvaard (5.3). Niet-toepasselijkheid is de afwijking die in de eerste plaats door de gebruiker aan de orde gesteld moet worden, als zij in haar uitgaande correspondentie toepasselijkheid vermeldt. Dat Autoschade Wijchen en Van Oers een groot aantal afspraken hebben gemaakt die op belangrijke onderdelen van de Focwa-voorwaarden afweken, maakt dit op zichzelf niet anders. Gesteld noch gebleken is dat daarbij is overeengekomen dat de Focwa-voorwaarden niet zouden gelden en afwijking daarvan op een aantal onderdelen betekent op zichzelf nog niet dat daarmee de onderdelen waarvan niet werd afgeweken – zoals de onderhavige bepaling over het retentierecht –, tussen partijen ook niet gelden.
5.8. Dat het serviceinformatie/afspraakblad niet naar de Focwa-voorwaarden verwijst, is niet relevant omdat dit slechts een formulier over de technische kant van de reparatieopdracht betreft. Daarbij komt dat het kennelijk in het normale geval door Van Oers aangeleverd werd, die niet de gebruiker van de Focwa-voorwaarden, maar de wederpartij van de gebruiker was.
5.9. De conclusie van de rechtbank is op dit punt dat art. 15.2 van de Focwa-voorwaarden deel uitmaakte van de overeenkomsten die de door Autoschade Wijchen aan de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK verrichte werkzaamheden beheersten.
5.10. De volgende vraag is hoe art. 15.2 van de Focwa-voorwaarden gelezen moet worden. Kort samengevat betoogt de curator dat de woorden ‘specifieke overeenkomst’ erop duiden dat per reparatieovereenkomst en per auto die daarvan het voorwerp was, een retentierecht bestaat. Ter zake van de onbetaalde reparatiekosten aan de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK rust er dus volgens hem uitsluitend een retentierecht op deze auto’s. Volgens Autoschade Wijchen betekent de bepaling echter dat het desbetreffende autoherstelbedrijf een retentierecht terzake van aan haar verschuldigde bedragen heeft dat rust op alle zaken die het bedrijf van de desbetreffende klant onder zich heeft.
5.11. Het gaat hier om de uitleg van algemene voorwaarden. Zowel van de ‘objectieve’, zogenaamde CAO-norm als van de ‘subjectieve’ zogenaamde Haviltexnorm is de grondslag dat bij de uitleg van een schriftelijk contract telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Daarbij geldt dat de wederpartij van de gebruiker van algemene voorwaarden voor de vaststelling van de betekenis van het beding aan de bewoordingen van het beding, gelezen in het licht van de gehele inhoud van de voorwaarden, in beginsel doorslaggevend gewicht mag toekennen. Dit kan meebrengen dat van deze partij kan worden gevergd dat hij zich door onderzoek nader op de hoogte stelt van de betekenis die naar de bedoeling van de opstellers ervan aan het beding moet worden toegekend, bij gebreke waarvan hij die bedoeling, ook als die van de bewoordingen van het beding afwijkt, tegen zich moet laten gelden. Zodanige omstandigheden kunnen bijvoorbeeld zijn onduidelijkheden in de tekst van het beding en vragen die het beding reeds bij eerste lezing aangaande de achterliggende bedoeling van de opstellers ervan oproept (zie HR 2 februari 2007, RvdW 2007, 168, NBA / Meerhuysen).
5.12. Naar het oordeel van de rechtbank levert een taalkundige uitleg van de bewoordingen van art. 15.2 van de Focwa-voorwaarden geen vragen op. Hierbij gaat het vooral om de woorden “een specifieke overeenkomst” en, daarmee samenhangend, “de desbetreffende zaken.” De zaak die in het geval van een reparatie aan een auto de specifieke overeenkomst betreft, is taalkundig gezien die auto of daarvoor door de opdrachtgever beschikbaar gesteld materiaal.
5.13. De materie waarom het gaat bij reparaties door Focwa-garantie-bedrijven verzet zich niet tegen deze taalkundige uitleg. Het gaat om reparaties aan auto’s, individueel bepaalde zaken. Zou het bijvoorbeeld om reparaties aan grotere hoeveelheden slechts naar aantal en niet individueel bepaalde zaken, dan zou dit anders kunnen zijn, maar van die situatie is geen sprake.
5.14. De algemene wettelijke bepaling over het retentierecht, art. 3: 290 BW, luidt: “Retentierecht is de bevoegdheid die in de bij de wet aangegeven gevallen aan een schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan.”
5.15. Art. 6:52 BW, dat het opschortingsrecht als een veel ruimer geformuleerd, maar niet zakelijk werkend recht omschrijft, luidt als volgt: “1. Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn vordering plaatsvindt, indien tussen vordering en verbintenis voldoende samenhang bestaat om deze opschorting te rechtvaardigen. 2. Een zodanige samenhang kan onder meer worden aangenomen ingeval de verbintenissen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding of uit zaken die partijen regelmatig met elkaar hebben gedaan.”
5.16. De uitleg die Autoschade Wijchen geeft aan art. 15.2 van de Focwa-voorwaarden ligt niet voor de hand als men op de taalkundige betekenis van de bewoordingen ervan afgaat. Zij vloeit niet voort uit de strak geformuleerde wettelijke bepalingen over het retentierecht. Hooguit is zij begrijpelijk als niet van de wettelijke regels over het retentierecht, maar van de wettelijke regels omtrent het opschortingsrecht wordt uitgegaan. Waar de bepaling geldt voor een onbepaald aantal niet specifiek omschreven gebruikers en wederpartijen van gebruikers en geschreven is voor de auto(reparatie)branche en de klanten van de daarin actieve bedrijven, in het algemeen geen civielrechtelijk geschoolde juristen, acht de rechtbank deze uitleg zo vergezocht dat zij gelet op het onder 5.11 bedoelde criterium niet van toepassing kan worden geacht.
5.17. In dit kader voert Autoschade Wijchen nog aan dat alle reparatieopdrachten die Van Oers haar gaf, tot stand kwamen in het kader van één raamovereenkomst. De rechtbank heeft reeds overwogen (5.5) dat deze stelling niet gemotiveerd wordt en schipbreuk lijdt op het vaststaande gegeven dat voor elke reparatie een overeenkomst tot stand kwam.
5.18. Het verweer dat het retentierecht niet reeds eindigt als de schuldenaar zich tot nakoming bereid en in staat verklaart, maar pas als betaald is, passeert de rechtbank. Het standpunt is juist, maar heeft de kennelijke strekking dat de curator Autoschade Wijchen pas had kunnen verwijten zich ten onrechte op een retentierecht te beroepen als hij betaald had en desondanks de auto’s niet werden afgegeven en dat standpunt is onredelijk.
5.19. Nu niet gesteld of voldoende aannemelijk is gemaakt dat ten behoeve van curator werkzaamheden zijn verricht die een hogere vergoeding rechtvaardigen dan is aanbevolen in het rapport Voor-werk II, zal de gevorderde vergoeding wegens buitengerechtelijke incassowerkzaamheden ambtshalve worden gematigd tot een bedrag gelijk aan twee punten van het toepasselijke liquidatietarief, met een maximum van 15% van de hoofdsom, zijnde EUR 768,00.
5.20. Het voorgaande betekent dat de in conventie gevorderde verklaring voor recht kan worden toegewezen. Het betekent tevens dat de reconventionele vordering niet voor toewijzing in aanmerking komt.
5.21. Autoschade Wijchen zal in conventie als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van curator worden begroot op:
- dagvaarding € 70,85
- vast recht 251,00
- salaris procureur 768,00 (2,0 punten × tarief EUR 384,00)
Totaal € 1.089,85
5.22. In reconventie zal Autoschade Wijchen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden begroot op:
- salaris procureur € 391,00 (2,0 punten × tarief EUR 384,00 x 0,5).
6. De beslissing
De rechtbank
in conventie
6.1. verklaart voor recht dat het door Autoschade Wijchen ingeroepen retentierecht zich beperkt tot de vordering die betrekking heeft op de reparatiekosten van de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK, zijnde € 825,00 exclusief BTW en dat Autoschade Wijchen contractueel verplicht was om de Audi A6 met kenteken 13-LS-DH en de Volkswagen Golf Variant met kenteken 27-HL-VK aan de curator af te geven tegen betaling van de onbetaald gebleven reparatiekosten aan deze beide auto’s,
6.2. veroordeelt Autoschade Wijchen tot betaling aan de curator van € 768,00 (zevenhonderdachtenzestig euro),
6.3. veroordeelt Autoschade Wijchen in de proceskosten, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 1.089,85,
6.4. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de onder 6.2 en 6.3 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.5. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.6. wijst de vordering af,
6.7. veroordeelt Autoschade Wijchen in de proceskosten, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 391,00,
6.8. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de onder 6.7 genoemde beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2007.