ECLI:NL:RBARN:2007:BB4733
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- M.C.G.J. van Well
- P.A. Huidekoper
- J.C.E. Ackermans-Wijn
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een strafzaak wegens vermeende vooringenomenheid
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te Barneveld, op 6 juli 2007 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. [naam], de politierechter in zijn strafzaak. Verzoeker stelt dat mr. [naam] vooringenomenheid jegens hem heeft getoond tijdens de behandeling van zijn zaak. Hij verwijst naar verschillende opmerkingen en vragen die mr. [naam] tijdens de zitting heeft gesteld, die volgens verzoeker de indruk wekten dat de rechter al een oordeel had gevormd over de feiten en dat hij verzoeker niet geloofde. Verzoeker voert aan dat mr. [naam] ten onrechte conclusies heeft getrokken uit zijn verklaringen en dat zijn vragen suggestief waren, wat de objectieve vrees voor partijdigheid zou rechtvaardigen. De rechtbank heeft de wrakingsprocedure beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat vereist dat er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De rechtbank concludeert dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet voldoende zijn om aan te nemen dat mr. [naam] partijdig was. De opmerkingen van de rechter werden niet als vooringenomen beschouwd, en de rechtbank oordeelt dat verzoeker niet heeft aangetoond dat er sprake was van een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. De rechtbank wijst het verzoek tot wraking af.