3.3.4. Verder zijn de volgende CAO-bepalingen van belang:
Artikel 7
Aanvang en aard van de uitzendovereenkomst
lid 2: Aard van de uitzendovereenkomst
Een uitzendovereenkomst kan in drie vormen worden aangegaan:
a. de uitzendovereenkomst ,,met uitzendbeding’’;
Een uitzendovereenkomst met uitzendbeding kan worden aangegaan voor de duur van de terbeschikkingstelling, waarbij wordt bedongen dat de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt doordat de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht door de uitzendonderneming aan de opdrachtgever op verzoek van de opdrachtgever ten einde komt (zie artikel 7:691 lid 2 BW). Indien in de uitzendovereenkomst het uitzendbeding wordt overeengekomen, kan de uitzendkracht de overeenkomst onverwijld opzeggen.
b. de uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd;
Een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden aangegaan voor een bepaalde periode en/of bepaalbare periode en/of een bepaald project, en eindigt van rechtswege, zonder dat enige opzegging nodig is, na afloop van de overeengekomen of bepaalbare periode of het bepaalde project tenzij in artikel 8 anders is bepaald.
c. de uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Artikel 8
Uitzendfasen
lid 1. Fase A
a. De uitzendkracht is werkzaam in fase A zolang deze nog niet in meer dan 78 weken voor dezelfde uitzendonderneming heeft gewerkt.
b. Fase A duurt 78 gewerkte weken*1. De uitzendkracht is niet werkzaam in fase B (zie hierna lid 2 van dit artikel) zolang nog niet in meer dan 78 weken is gewerkt voor dezelfde uitzendonderneming.
c. In fase A is de uitzendkracht steeds werkzaam op basis van een uitzendovereenkomst met uitzendbeding, tenzij uitdrukkelijk een uitzendovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd is overeengekomen.
d. De 78 weken in fase A worden doorgeteld (alleen de gewerkte weken tellen mee), zolang er geen onderbreking is van 26 weken*2 of meer tussen twee uitzendovereenkomsten. Als er wel sprake is van een onderbreking van 26 weken of meer dan begint de telling opnieuw.
Artikel 10
Beëindiging van de uitzendovereenkomst met uitzendbeding
lid 2. In geval van een uitzendovereenkomst met uitzendbeding zal de uitzendonderneming de uitzendkracht tijdig mededeling doen van het op handen zijnde einde van de uitzendovereenkomst, zodat de uitzendkracht zich daarop kan instellen, met inachtneming van de volgende aanzegtermijn:
Duur terbeschikkingstelling in gewerkte weken Aanzegtermijn in kalenderdagen
0 tot 12 weken 0
12 tot 26 weken 5
26 tot 52 weken 10
52 tot en met 78 weken 14
lid 3. Indien de uitzendonderneming de in lid 2 vermelde aanzegtermijn niet of niet geheel in acht neemt, is zij verplicht tot het betalen van een vergoeding aan de uitzendkracht die gelijk is aan het feitelijk loon dat de uitzendkracht gedurende de niet in acht genomen aanzegtermijn zou hebben verdiend. Van deze verplichting wordt de uitzendonderneming ontslagen indien en voor zover zij gedurende de niet in achtgenomen aanzegtermijn aan de uitzendkracht passende arbeid (als bepaald in artikel 13) aanbiedt. Van deze verplichting wordt uitzendonderneming eveneens ontslagen indien en voor zover de uitzendkracht de aangeboden passende arbeid niet accepteert.
lid 4. In afwijking van het gestelde in lid 2 is inachtneming van een aanzegtermijn niet vereist bij ziekte of ongeval van de werknemer. In geval van ziekte of ongeval wordt de uitzendovereenkomst met uitzendbeding, direct na de melding als bedoeld in artikel 32 lid 1 van deze CAO, geacht met onmiddellijke ingang geëindigd te zijn op verzoek van de opdrachtgever.
lid 5. Tenzij de (aspirant-)uitzendkracht de inschrijving bij de uitzendonderneming beëindigt, herleeft door de beëindiging van de uitzendovereenkomst op een van de in de voorafgaande leden van dit artikel genoemde wijzen de situatie zoals bedoeld in artikel 4 leden 2, 3 en 4 van deze CAO.
Artikel 11
Beëindiging van de uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd en onbepaalde tijd
lid 1. De uitzendovereenkomst die is aangegaan voor bepaalde tijd kan te allen tijde door de uitzendkracht en door de uitzendonderneming tussentijds worden opgezegd tegen de eerst volgende werkdag, met inachtneming van de hierna in lid 2 vermelde opzegtermijnen, tenzij tussentijdse opzegging uitdrukkelijk schriftelijk in de uitzendovereenkomst is uitgesloten. Uitsluiting van tussentijdse opzegging is slechts mogelijk indien de uitzendovereenkomst is aangegaan voor de duur van drie maanden of langer.
lid 2 onder b. voor de uitzendonderneming bedraagt de in lid 1 van dit artikel bedoelde opzegtermijn één maand.”