ECLI:NL:RBARN:2007:BB2036
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. Vanhommerig
- Sander-Jan Berend Drijber
- Rechtspraak.nl
Verrekening van regresvorderingen op failliete rechtspersonen met rekening-courantvordering van de curator
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 15 augustus 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de curator van verschillende failliete rechtspersonen, waaronder Bolsenbroek B.V. en de Coöperatieve Vereniging Taxibedrijf Hopman, vorderingen heeft ingesteld tegen [gedaagde]. De curator vorderde betaling van verschillende bedragen die voortvloeien uit rekening-courantvorderingen op [gedaagde], die als bestuurder van de failliete vennootschappen wordt beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de failliete rechtspersonen gezamenlijk één onderneming, het taxibedrijf, dreven en dat [gedaagde] feitelijk beleidsbepaler was. De curator stelt dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door geld aan de failliete rechtspersonen te onttrekken zonder uitzicht op terugbetaling, wat de schuldeisers zou hebben benadeeld.
De rechtbank heeft de mogelijkheid van verrekening van de regresvorderingen van [gedaagde] op de failliete rechtspersonen met de rekening-courantvorderingen van de curator onderzocht. Artikel 53 van de Faillissementswet biedt de mogelijkheid tot verrekening indien de schuld en de vordering zijn ontstaan vóór de faillietverklaring. De rechtbank oordeelt dat de regresvorderingen zijn ontstaan vóór de faillietverklaring en dat de opschortende voorwaarde voor verrekening is vervuld. De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat [gedaagde] niet voldoende informatie heeft verstrekt over de leningen en vorderingen, wat noodzakelijk is voor de beoordeling van de verrekening.
De rechtbank heeft de zaak aangehouden en [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om aanvullende informatie te verstrekken over de leningen en de aflossingen die zijn gedaan met de veilingopbrengst van de failliete rechtspersonen. De curator heeft de vorderingen van [gedaagde] gemotiveerd weersproken, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de curator bewijs moet leveren van zijn stellingen. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor verdere behandeling.