ECLI:NL:RBARN:2007:BB1984
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Opheffing van conservatoir beslag in kort geding tussen een ondernemer en een buitenlandse vennootschap
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem op 2 juli 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, een ondernemer, en gedaagde, de vennootschap Cabby Caravans Aktiebolag uit Zweden. Eiser vorderde de opheffing van conservatoir beslag dat door Cabby was gelegd op zijn onroerende zaak en derden. Het beslag was gelegd naar aanleiding van onbetaald gelaten facturen voor de levering van caravans en caravanonderdelen door Cabby aan eiser's vennootschap, [eiser] Caravans B.V. Eiser stelde dat hij niets verschuldigd was aan Cabby, omdat de bestellingen op naam van zijn vennootschap waren gedaan en niet op zijn persoonlijke naam. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vennootschap als contractspartij van Cabby moet worden aangemerkt, en niet eiser persoonlijk. Dit oordeel was gebaseerd op verschillende feiten, waaronder een overeenkomst die door beide partijen was ondertekend, waarin de vennootschap werd genoemd. De voorzieningenrechter concludeerde dat er summierlijk van de ondeugdelijkheid van de vordering van Cabby op eiser bleek, en dat het spoedeisend belang van eiser bij opheffing van het beslag voldoende was aangetoond. Cabby werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser tot dat moment waren begroot op € 1.151,31. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.