ECLI:NL:RBARN:2007:BA9604
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing faillissement na mislukte schuldsaneringsregeling en verzoek tot akkoord
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 20 juni 2007 uitspraak gedaan in het kader van een faillissement dat voortvloeit uit een mislukte schuldsaneringsregeling. De gefailleerde, die eerder een schuldsaneringsregeling had aangevraagd, verzocht de rechtbank om het faillissement niet op te heffen, omdat hij een akkoord wilde aanbieden aan zijn schuldeisers. De rechtbank stelde echter vast dat er geen baten in de boedel aanwezig waren, aangezien er geen geld op de boedelrekening stond en er geen vermogensbestanddelen waren die verhandeld konden worden.
De rechtbank overwoog dat het aanbieden van een akkoord door de gefailleerde, dat pas 10 maanden na de start van de schuldsaneringsregeling werd gedaan, niet voldoende was om het faillissement te handhaven. De gefailleerde had eerder met de curator moeten overleggen over het aanbieden van een akkoord. De rechtbank merkte op dat het faillissement, dat voortkwam uit een mislukte schuldsaneringsregeling, in wezen gericht was op de verdeling van de boedel onder de schuldeisers en dat het niet duidelijk was of een akkoord in deze situatie wel voor homologatie in aanmerking kwam.
Uiteindelijk besloot de rechtbank om het faillissement op te heffen, het salaris van de curator en de faillissementskosten vast te stellen op nihil, en de kosten van publicatie ten laste van de Staat der Nederlanden te brengen. De uitspraak werd gedaan door mr. B.J. Engberts, en tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld via een advocaat.