ECLI:NL:RBARN:2007:BA9603
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank bij faillissementsrekest en het centrum van de voornaamste belangen
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 30 mei 2007 uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure. De verzoekster, de Coöperatieve Rabobank Arnhem en Omstreken U.A., heeft verzocht om de faillietverklaring van de verweerder, die in Luxemburg zou wonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder tot oktober 2004 op een recreatiepark in Nederland woonde, maar zich daarna in Luxemburg heeft laten inschrijven. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er geen feitelijke wijziging van de verblijfplaats heeft plaatsgevonden, aangezien de inschrijving in Luxemburg inmiddels ongedaan is gemaakt en post naar dat adres retour is gekomen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de verweerder in het verleden activiteiten in Nederland heeft ontplooid en bestuurder was van een in Nederland gevestigde besloten vennootschap die op 14 februari 2007 failliet is verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het centrum van de voornaamste belangen van de verweerder in Nederland ligt, waardoor de rechtbank bevoegd is om de insolventieprocedure te openen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster een vorderingsrecht heeft en dat de verweerder in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen. Daarom is de verweerder in staat van faillissement verklaard. De rechtbank heeft mr. E.R. Looyen benoemd tot curator en mr. B.J. Engberts tot rechter-commissaris. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2007.