De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten:
- [gedaagde] huurt met ingang van 1 februari 2000 van Standvast de (zelfstandige) woning aan de [adres].
- De woning van [gedaagde] is gelegen in de wijk Oud-Volksbelang in Nijmegen-Oost (Altrade). De woningen (137 stuks) in de wijk dateren van eind 19e eeuw en vormen de oudste nog bestaande sociale woningbouw in Nijmegen. De wijk heeft de status van beschermd stadsbeeldobject.
- In 2003 is Standvast begonnen met het ontwikkelen van een langetermijnvisie voor deze woningen. Na inventarisatie en onderzoek is daarna gebleken dat de woningen bouwkundig in slechte staat waren en dat zij niet meer voldeden aan de technische en bouwkundige eisen van deze tijd en dat zij ook brandonveilig waren.
- Standvast heeft, na inventarisatie van de woonwensen van alle bewoners, onderzoek door architecten, het realiseren van proefwoningen, overleg met de in het leven geroepen bewonerscommissie en gesprekken met de individuele bewoners besloten om vernieuwbouw toe te passen bij alle woningen in de wijk. De woningen achter de bestaande gevels worden geheel gesloopt met instandhouding van het straatbeeld en de authentieke elementen van de gevels. Met de plannen zijn enige tientallen miljoenen euro’s gemoeid, waarvan € 6.900.000,00 aan onrendabele investering aan de zijde van Standvast.
- Standvast heeft in verband met de gevolgen van de renovatieplannen een Sociaal Plan opgesteld, dat door Standvast en de bewonerscommissie op 17 oktober 2006 is ondertekend. Alle bewoners zijn hierover geïnformeerd.
- Onderdeel van het plan is een regeling van wisselwoningen voor de huurders. Deze woningen kunnen worden betrokken gedurende de tijd dat de renovatie zal duren.
- De renovatie zal in twee fases plaats vinden. Fase 1 zou volgens planning 1 juli 2007 van start moeten gaan. De woning van [gedaagde] valt in fase 1. Uiterlijk 20 juni 2007 moeten de woningen die in fase 1 vallen ontruimd zijn.
- Standvast heeft aan [gedaagde] in eerste instantie de woning aan de [adres] te Nijmegen als wisselwoning aangeboden. [gedaagde] heeft die geweigerd. Daarna is aan [gedaagde] de woning aan de [adres] te Nijmegen als wisselwoning aangeboden.
- [gedaagde] heeft het huurcontract met betrekking tot de wisselwoning aan de [adres] te Nijmegen op of omstreeks 27 april 2007 getekend geretourneerd. Daarbij heeft zij handgeschreven het volgende op het contract aangetekend: