zaaknummer / rolnummer: 154198 / KG ZA 07-207
Vonnis in kort geding van 15 mei 2007
1. vennootschap naar het recht van de staat Virginia, Verenigde Staten van Amerika
FAIRFIELD & SONS INC.,
gevestigd te Harrisonburg, Virginia, USA
2. vennootschap naar het recht van de staat Virginia, Verenigde Staten van Amerika
ROSETTA STONE, INC.,
gevestigd te Harrisonburg, Virginia, USA,
eiseressen,
procureur mr. L. Paulus,
advocaat mr. I.J.A. Tax te Rotterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROLINGUIST B.V.,
gevestigd te Nijmegen en kantoorhoudend te Heilig Landstichting,
gedaagde,
vertegenwoordigd door de heer L.H. van Bodegom, directeur van gedaagde.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk Fairfield c.s. dan wel ieder apart Fairfield en Rosetta Stone Inc. genoemd worden. Gedaagde zal Eurolinguist genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de door de partijen overgelegde producties
- de pleitnota van Fairfield c.s. met daarin de wijziging van eis van Fairfield c.s.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Fairfield richt zich op de ontwikkeling en exploitatie van interactieve software voor taaltrainingen. De exploitatie van de door Fairfield ontwikkelde producten vindt plaats onder het door haar geregistreerde woordmerk Rosetta Stone en beeldmerk Rosetta Stone Language Learning Success. Onder deze merken worden aan gebruikers zowel tastbare taaltraining software pakketten verkocht als ook licenties verleend voor het online, via een wachtwoord, gebruiken van taaltrainingen.
2.2. Eurolinguist is een taleninstituut dat (onder meer) cursussen in vreemde talen verzorgt en software op het gebied van talenonderwijs ontwikkelt en verhandelt. Zij is gespecialiseerd in functiegerichte taaltrainingen voor professionals uit het bedrijfsleven en de overheid. ELOL.NL (hierna: Elol) is enig aandeelhouder en bestuurster van Eurolinguist.
2.3. Fairfield heeft Eurolinguist aangesteld als distributeur voor Rosetta Stone producten voor de Nederlandstalige gebiedsdelen van de Benelux. In dat kader hebben zij op 29 juli 2005 een overeenkomst gesloten, genaamd ‘Reseller Distribution Agreement’ (hierna: de overeenkomst). In de overeenkomst zijn (onder meer) de volgende bepalingen opgenomen:
6. (..) Effect of the termination. In the event of the expiration or termination of this Agreement for any reason, all rights granted to Reseller hereunder shall terminate, and Reseller shall immediately discontinue all marketing and distribution of Products. (…)
13.3 Dispute Resolution. Any dispute arising out of or in connection with this Agreement, including any question regarding its existence, validity or termination, shall be referred to mediation in Washington D.C. If mediation is not successful, said dispute shall be referred to final and binding arbitration to be conducted under the commercial arbitration rules of the American Arbitration Association in effect from time to time. (…)
2.4. Vanaf 1 augustus 2005 heeft Eurolinguist distributiediensten voor Fairfield verricht en in dat kader producten van Fairfield afgenomen en verkocht. Elol heeft (onder meer) de domeinnamen www.rosettastone.nl en www.rosettastone.be geregistreerd.
2.5. Bij brief van 28 september 2006 aan Eurolinguist heeft Fairfield de overeenkomst opgezegd met ingang van 27 november 2006. In deze brief vordert Fairfield van Eurolinguist betaling van $ 59,359.06 wegens onbetaald gebleven facturen. Daarnaast verzoekt Fairfield om overdracht aan haar van de domeinnamen www.rosettastone.be en www.rosettastone.ho (bedoeld is kennelijk: www.rosettastone.nl – vzr). Voor elk van deze domeinnamen wil zij $ 5,000 op het genoemde bedrag in mindering brengen. Ook verzoekt zij ten behoeve van een soepele overgang een lijst met klanten van Eurolinguist en bijbehorende informatie, in ruil waarvoor zij nog eens $ 5,000 in mindering wil brengen op het volgens haar verschuldigde bedrag.
2.6. Eurolinguist heeft hieraan geen gehoor gegeven. Wel heeft zij hierop gereageerd door e-mail berichten van 13 oktober en 13 november 2006 van haar advocaat, waarin zij Fairfield aansprakelijk stelt voor de door haar geleden (omzet)schade, geschat op
€ 2.377.000,00, wegens beëindiging van de overeenkomst.
2.7. Bij brieven van 4 en 13 december 2006 heeft Fairfield Eurolinguist nogmaals gesommeerd tot betaling van de onbetaald gebleven facturen, staking van de verkoop van Rosetta Stone producten, staking van het gebruik van de naam Rosetta Stone, de Rosetta Stone domeinnamen en tot overdracht van deze domeinnamen aan haar. Hieraan heeft Eurolinguist geen gehoor gegeven.
2.8. Fairfield heeft op 29 december 2006 terzake een arbitrageprocedure aanhangig gemaakt bij de American Arbitration Association overeenkomstig de arbitrageclausule zoals vervat in artikel 13.3 van de overeenkomst.
2.9. Op 15 maart 2007 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam aan Fairfield op haar verzoek verlof verleend tot het leggen van conservatoir (derden)beslag op diverse bankrekeningen van Eurolinguist en op aan Eurolinguist toebehorende roerende zaken voor een bedrag ter hoogte van € 90.000,00.
3.1. Fairfield c.s. vorderen, na wijziging van eis, waartegen Eurolinguist zich niet heeft verzet (samengevat): (a) Eurolinguist te veroordelen tot betaling aan Fairfield van
€ 44.017,76, primair ter incasso en subsidiair als voorschot op de te betalen schadevergoeding, (b) Eurolinguist, tot aan een onherroepelijke arbitrale uitspraak, te verbieden nog langer Rosetta Stone producten te verkopen en aan te bieden, (c) Eurolinguist, tot aan een onherroepelijke arbitrale uitspraak, te verbieden gebruik te maken van de domeinnamen www.rosettastone.be en www.rosettastone.nl (d) Eurolinguist, tot aan een onherroepelijke arbitrale uitspraak, te bevelen het gebruik van de (merk)naam Rosetta Stone te staken, (e) Eurolinguist te bevelen alle Rosetta Stone producten en promotiemateriaal aan Fairfield terug te bezorgen, (f) Eurolinguist te bevelen de domeinnamen www.rosettastone.be en www.rosettastone.nl aan haar over te dragen, met de bepaling dat het vonnis van de voorzieningenrechter op grond van artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de daarvoor van Eurolinguist benodigde medewerking, met veroordeling van Eurolinguist tot betaling van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding / niet-nakoming van de hierboven onder (b) tot en met (f) genoemde verboden / bevelen en met veroordeling van Eurolinguist in de volledige kosten van deze procedure conform artikel 14 van de Richtlijn 2004/48/EG van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (hierna: de handhavingsrichtlijn).
3.2. Fairfield c.s. leggen (samengevat) het volgende aan hun vorderingen ten grondslag. Fairfield heeft een spoedeisend belang bij betaling van de onbetaald gebleven facturen, omdat zij vreest dat Eurolinguist, gezien haar slechte liquiditeitspositie, bij toewijzing van de vordering ten gronde (in arbitrage) niet meer over de middelen beschikt om de geldvordering te voldoen. Het door haar gelegde beslag biedt onvoldoende verhaal. De incassovordering kan worden toegewezen nu Eurolinguist het bestaan van de vordering niet betwist en een restitutierisico ontbreekt. Een eventuele tegenvordering van Eurolinguist staat op grond van artikel 6:136 BW aan toewijzing niet in de weg, nu de gegrondheid daarvan niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld. Nu Eurolinguist de verkoop en promotie van Rosetta Stone producten na beëindiging van de overeenkomst voortzet handelt Eurolinguist onrechtmatig. Daardoor lijdt Fairfield (omzet)schade. Ook het voortgezet gebruik van de merknaam Rosetta Stone en het gebruik en houderschap van de domeinnamen www.rosettastone.nl en www.rosettastone.be met daarin deze merknaam is volgens Fairfield c.s. onrechtmatig en veroorzaakt schade, terwijl Eurolinguist bij dit gebruik geen rechtens te respecteren belang meer heeft. Ingevolge artikel 2.20 lid 1 sub a van het Benelux Verdrag inzake de intellectuele eigendom (hierna: BVIE) maakt Eurolinguist een ongeoorloofde inbreuk op de merkrechten van Fairfield, nu er sprake is van gebruik door Eurolinguist én Elol van het merk Rosetta Stone voor identieke waren. Ook maakt Eurolinguist inbreuk op de handelsnaamrechten van Rosetta Stone Inc. De merknaam Rosetta Stone wordt geschaad, doordat Eurolinguist deze producten wel aanbiedt maar niet meer kan leveren, waardoor een negatieve associatie met dit merk kan ontstaan. Fairfield c.s. hebben een spoedeisend belang bij beperking van deze schade. Bovendien worden op de websites van Eurolinguist en Elol met de domeinnamen waarin de naam Rosetta Stone voorkomt andere concurrerende taalproducten aangeboden, hetgeen ook onrechtmatig is. Fairfield heeft recht op en belang bij overdracht van de genoemde domeinnamen door Elol aan haar. Elol kan worden vereenzelvigd met Eurolinguist, omdat beide vennootschappen door elkaar worden gebruikt voor hetzelfde doel, Elol in feite ook onder de naam Eurolinguist handelt en hun beider websites naar elkaar verwijzen of doorlinken. Zowel op grond van artikel 6 van de overeenkomst als op grond van de post-contractuele goede trouw is Eurolinguist gehouden de Rosetta Stone producten die zij nog in haar bezit heeft terug te sturen. Door de weigerachtige houding van Eurolinguist om gehoor te geven aan de sommaties tot staking van het inbreukmakende gedrag, zijn Fairfield c.s. genoodzaakt geweest de onderhavige procedure te te starten. Dit rechtvaardigt een veroordeling van Eurolinguist in de volledige proceskosten van dit geding (begroot op € 20.000,00) op grond van artikel 14 van de handhavingsrichtlijn.
3.3. Eurolinguist voert gemotiveerd verweer. Volgens haar is de voorzieningenrechter in Arnhem niet bevoegd omdat er al een overeengekomen arbitrage procedure aanhangig is naar de regels van de American Arbitration Association. In die procedure heeft 13 april jongstleden een zitting plaatsgevonden en zal op 12 mei aanstaande het vervolg daarvan plaatsvinden. Ze betwist het spoedeisend belang van Fairfield bij haar vorderingen in kort geding, omdat Fairfield immers al met succes beslag heeft gelegd en de bodemprocedure reeds aanhangig is. Ze erkent de producten en facturen ontvangen te hebben en betwist de gefactureerde bedragen niet maar beroept zich op verrekening vanwege een volgens haar aanwezige tegenvordering. In de arbitrageprocedure in Amerika zal zij kunnen aantonen dat zij is benadeeld door Fairfield en dat Fairfield aan haar een boete dan wel schadevergoeding is verschuldigd. Ten slotte betoogt zij al in april 2006 de verkoop van Rosetta Stone producten te hebben gestaakt en deze producten niet meer te verhandelen en dat zij de in geding zijnde domeinnamen gisteren heeft doorgelinkt naar www.talendomein.nl. Zij gebruikt de Rosetta Stone producten nog wel in haar taleninstituut omdat ze daarvoor een licentie heeft verkregen, aldus Eurolinguist.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
De bevoegdheid
4.1. Ingevolge artikel 1074, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) belet een overeenkomst tot arbitrage buiten Nederland niet dat een partij zich wendt tot de (Nederlandse) voorzieningenrechter van de rechtbank in kort geding overeenkomstig artikel 254 Rv. De voorzieningenrechter ontleent zijn rechtsmacht aan het feit dat Eurolinguist haar vestigingsplaats in Nederland heeft. De bevoegdheid van de voorzieningenrechter om kennis te nemen van de vorderingen van Fairfield c.s. ter zake van het merkenrecht vloeit voort uit het bepaalde in artikel 4.6 lid 1 BVIE. Uit de gestelde voortdurende inbreuk op het merk- en handelsnaamrecht van Fairfield c.s. volgt het spoedeisend belang van de daarmee samenhangende gevraagde voorzieningen.
4.2. Voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op de overeenkomst, moeten ze worden beoordeeld naar het door de partijen op de overeenkomst van toepassing verklaarde recht van de staat Virginia. Voor zover de vorderingen zijn gegrond op onrechtmatige gedragingen van Eurolinguist, kunnen ze worden beoordeeld naar Nederlands recht, omdat ingevolge artikel 3 van de ‘Wet conflictenrecht onrechtmatige daad’ verbintenissen uit onrechtmatige daad worden beheerst door het recht van de Staat op welks grondgebied de daad heeft plaatsgevonden.
4.3. Op de onderhavige geldvordering, die is gebaseerd op de overeenkomst, is het recht van de staat Virginia van toepassing. Of de geldvordering van Fairfield in dit kort geding kan worden toegewezen zal echter worden beoordeeld naar de daarvoor in Nederland geldende criteria. Voor toewijzing van een geldvordering binnen het kader van een kort geding moet in ieder geval de voorwaarde zijn vervuld dat het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn. Dit is het geval als de vordering niet wordt bestreden of indien met voldoende mate van zekerheid is te verwachten dat de bodemrechter met verwerping van de gevoerde verweren de vordering zal toewijzen. Voorts moet uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist zijn en mag het risico van onmogelijkheid van terugbetaling – bij afweging van de belangen van partijen – niet aan toewijzing in de weg staan.
4.4. Eurolinguist voert aan dat zij in de lopende arbitrageprocedure het gemotiveerde en onderbouwde verweer voert dat Fairfield een boete of schadevergoeding verschuldigd is aan Eurolinguist, dat de kans groot is dat dit verweer succes zal hebben en dat Eurolinguist de vordering van Fairfield op haar daarmee wenst te verrekenen. Fairfield zou er, kort gezegd, zelf debet aan zijn dat Eurolinguist onvoldoende omzet heeft gedraaid en gestopt is met het betalen van de facturen, hetgeen de voornaamste reden vormde voor beëindiging van de distributierelatie. In het licht van dit verweer is, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, onvoldoende zeker dat de bodemrechter de (geld)vordering integraal zal toewijzen.
4.5. De subsidiair gevorderde betaling van de openstaande facturen bij wege van voorschot op schadevergoeding is om bovengenoemde redenen evenmin toewijsbaar. De vordering tot betaling van een voorschot is in feite ook een geldvordering in kort geding en dient, wil deze worden toegewezen, aan dezelfde voorwaarden te voldoen.
De hoedanigheid van Eurolinguist
4.6. Ter zitting is gebleken dat Eurolinguist niet alleen Rosetta Stone producten heeft gekocht om te distribueren, maar ook om te gebruiken als trainingsmateriaal in haar eigen taleninstituut. In feite trad Eurolinguist in twee hoedanigheden op: enerzijds als distributeur (‘Reseller’) van Rosetta Stone porducten en anderzijds als gebruiker daarvan. De voorzieningenrechter stelt voorop dat het Eurolinguist is toegestaan om de Rosetta Stone producten te blijven gebruiken / aanbieden in haar eigen taleninstituut. In verband daarmee zal zij in haar instituut en haar reclamemateriaal de naam Rosetta Stone mogen blijven gebruiken voor zover zij daarmee verwijst naar de in haar instituut gebruikte taaltrainingen met behulp van de Rosetta Stone methode. De verbodsvorderingen van Fairfield en de vordering tot het aan haar retourneren van Rosetta Stone producten vloeien voort uit de distributieovereenkomst en zullen hierna worden beoordeeld voor zover Eurolinguist optreedt als distributeur.
Verbod tot aanbod en verkoop Rosetta Stone producten
4.7. Tussen partijen is niet in geschil dat de distributierelatie per 27 november 2006 is geëindigd. Volgens Fairfield c.s. biedt Eurolinguist nog steeds Rosetta Stone producten te koop aan via de website www.eurolinguist.nl, hetgeen te zien is op pagina 3 van de brochure van Eurolinguist die via www.elol.nl kan worden gedownload. Eurolinguist betwist dit en verklaart dat zij de naam Rosetta Stone in die brochure niet gebruikt voor het aanbieden of verkopen van die producten aan anderen (‘End Users’), maar slechts ter verwijzing naar de in haar eigen taleninstituut onder licentie gebruikte Rosetta Stone taaltrainingen.
4.8. De voorzieningenrechter overweegt dat uit artikel 6 van de overeenkomst de verplichting voortvloeit om de producten onmiddellijk na beëindiging van de overeenkomst niet meer in de hoedanigheid van ‘Reseller’ aan te bieden en te distribueren. Voorshands is voldoende aannemelijk geworden dat Eurolinguist deze producten op haar website als ‘Reseller’ nog steeds te koop aanbiedt. Door hiermee door te gaan handelt Eurolinguist in strijd met artikel 6 van de overeenkomst. Eurolinguist zal daarom worden veroordeeld om, tot aan de einduitspraak in de arbitrageprocedure, de Rosetta Stone producten niet meer als ‘Reseller’ aan te bieden en te verhandelen.
Verbod gebruik woord- en beeldmerk Rosetta Stone
4.9. Vast staat dat Fairfield houder is van de gemeenschapsmerken Rosetta Stone (woordmerk) en Rosetta Stone Language Learning Success (beeldmerk), ingeschreven per 18 januari 2007 respectievelijk 2 juni 2004 voor ‘computer software for language learning’. Beëindiging van de overeenkomst brengt blijkens artikel 6 van de overeenkomst met zich mee dat alle aan Eurolinguist verschafte rechten eindigen. Daarmee eindigt ook het aan Eurolinguist (impliciet) toegekende recht om het woord- en beeldmerk Rosetta Stone te gebruiken ten behoeve van de overeengekomen distributie- en promotieactiviteiten. Dit wordt ondersteund door artikel 10.1 van de overeenkomst, waarin Fairfield, behalve voor de overeengekomen distributie- en promotieactiviteiten, aan Eurolinguist geen enkel expliciet of impliciet auteurs-, merk-, octrooi- of ander intellectueel eigendomsrecht verschaft en ook geen recht op een domeinnaam of URL. Door zonder toestemming daartoe het woordmerk en/of het logo van Rosetta Stone na beëindiging van de overeenkomst te blijven gebruiken voor het distribueren van software voor taaltrainingen handelt Eurolinguist in strijd met artikel 6 van de overeenkomst.
Verbod gebruik domeinnamen en bevel tot overdracht van deze domeinnamen
4.10. Kernvraag is of het gebruik van de domeinnamen door Eurolinguist kan worden aangemerkt als merkgebruik in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE (‘gebruik anders dan ter onderscheiding van waren of diensten). Met betrekking tot de op naam van Elol geregistreerde domeinnamen www.rosettastone.nl en www.rosettastone.be kan niet worden gesteld dat Eurolinguist daarop een exclusief gebruiksrecht heeft. Elol is exclusief rechthebbende op deze domeinnamen. Het gaat het te ver om, zoals Fairfield wenst, het identiteitsverschil tussen Elol en Eurolinguist volledig weg te denken. Vereenzelviging kan slechts in uitzonderlijke gevallen plaatsvinden. Het enkele feit dat Elol volledige zeggenschap heeft over Eurolinguist, of dat op de website van Elol dezelfde informatie te vinden is als op de website van Eurolinguist, volstaat hiertoe niet. Fairfield heeft voor het overige onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit de verwevenheid van beide rechtspersonen kan worden afgeleid en had ook Elol moeten dagvaarden. Nu Fairfield dit heeft nagelaten, zal de vordering jegens Eurolinguist tot staking van het gebruik van de domeinnamen rosettastone.nl en rosettastone.be en tot overdracht van deze domeinnamen jegens Eurolinguist worden afgewezen. Niettemin heeft Eurolinguist ter zitting verklaard deze domeinnamen te hebben doorgelinkt naar www.talendomein.nl van PC media, de beoogde (nieuwe) distributeur van Rosetta Stone producten, waarmee tot aan de bindende einduitspraak in arbitrage eventuele schade of verwarring wordt voorkomen.
Retourneren Rosetta Stone producten en promotiemateriaal
4.11. Ook ten aanzien van dit onderdeel van de vordering is de voorzieningenrechter van oordeel dat Eurolinguist in strijd met artikel 6 van de overeenkomst handelt, door na beëindiging van de overeenkomst niet alle Rosetta Stone producten en promotiemateriaal die zij in haar hoedanigheid van distributeur in bezit heeft terug te zenden. Dit onderdeel van de vordering zal daarom worden toegewezen.
4.12. Het een en ander leidt, kort samengevat, tot de conclusie dat Eurolinguist vanwege de beëindiging van de distributierelatie de verhandeling van Rosetta Stone producten en het gebruik als distributeur van de Rosetta Stone merknamen zal dienen te staken en de in het kader van de distributierelatie nog in haar bezit zijnde Rosetta Stone materialen zal dienen te retourneren. De veroordelingen in die zin zullen worden versterkt met dwangsommen, die aan een maximum zullen worden verbonden.
4.13. De voorzieningenrechter stelt vast dat Eurolinguist weliswaar nalatig is gebleven om na beëindiging van de overeenkomst aan alle uit artikel 6 van de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen te voldoen, maar op beperkte schaal. In dat licht, terwijl dit kort geding in feite een deelproces vormt van een omvangrijkere bodemprocedure, verzet de billijkheid zich, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, in dit kort geding tegen een volledige proceskostenveroordeling van Eurolinguist. Eurolinguist zal als de deels in het ongelijk gestelde partij op de gebruikelijke wijze door vaststelling van een forfaitair bedrag worden veroordeeld in de proceskosten van Fairfield c.s. De uit overwegingen 4.3 tot en met 4.5 volgende afwijzing van het primair gevorderde geldbedrag van € 44.017,76 brengt mee dat het daaraan relateerde griffierecht voor rekening van Fairfield c.s. dient te blijven.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verbiedt Eurolinguist om, na betekening van dit vonnis en totdat een onherroepelijk arbitrale uitspraak ten gronde zal zijn gedaan, Rosetta Stone producten als distributeur aan te bieden en te verkopen,
5.2. veroordeelt Eurolinguist om voor elke dag dat zij bovenstaand verbod overtreedt aan Fairfield c.s. een dwangsom te betalen van € 5000,00, echter met een maximum van € 50.000,00,
5.3. veroordeelt Eurolinguist om, binnen één week na betekening van dit vonnis en totdat een onherroepelijk arbitrale uitspraak ten gronde zal zijn gedaan, het gebruik van de het woordmerk Rosetta Stone en het beeldmerk Rosetta Stone Language Learning Centre als distributeur te staken en gestaakt te houden,
5.4. veroordeelt Eurolinguist om voor elke dag dat zij in gebreke mocht blijven aan het bovenstaande bevel te voldoen, aan Fairfield c.s. een dwangsom te betalen van € 5000,00, echter met een maximum van € 50.000,00,
5.5. veroordeelt Eurolinguist om, binnen één week na betekening van dit vonnis, alle in het kader van de distributierelatie verkregen Rosetta Stone producten en promotiemateriaal aan Fairfield c.s. terug te (doen) bezorgen,
5.6. veroordeelt Eurolinguist om voor elke dag dat zij in gebreke mocht blijven aan het bovenstaande bevel te voldoen, aan Fairfield c.s. een dwangsom te betalen van € 5000,00, echter met een maximum van € 50.000,00,
5.7. veroordeelt Eurolinguist in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Fairfield c.s. bepaald op € 816,00 voor salaris procureur en op € 335,31
(€ 84,31 voor het uitbrengen van de dagvaarding en € 251,00 wegens griffierecht),
5.8. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9. wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E. Satijn op 15 mei 2007.