zaaknummer / rolnummer: 154752 / KG ZA 07-231
Vonnis in kort geding van 30 mei 2007
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONINKLIJKE BDU UITGEVERS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Barneveld,
eiseres,
procureur mr. L. Paulus,
advocaat mr. R.A. van Huussen te Veenendaal,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WEGENER HUIS-AAN-HUIS KRANTEN B.V.,
statutair gevestigd te Apeldoorn en mede kantoorhoudende te Barneveld,
gedaagde,
procureur en advocaat mr. A. Robustella te Ede,
Partijen zullen hierna BDU en Wegener genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van BDU
- de pleitnota van Wegener.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. BDU is uitgever van in totaal vierentwintig regionale en locale kranten, alsmede van tijdschriften. BDU geeft in Barneveld en omgeving onder meer het dagblad genaamd ‘Barneveldse Krant’ uit. Deze krant verschijnt zes maal per week.
2.2. Wegener is eveneens uitgever van kranten en brengt sinds 1 november 2006 in Barneveld en omgeving een gratis krant uit met als titel ‘Barneveld Vandaag’. Deze krant verschijnt vier maal per week.
2.3. Op onder meer de website www.barneveldvandaag.nl en op de lichtreclame die is aangebracht op de gevel van haar kantoor te Barneveld, onderschrijft Wegener de krant ‘Barneveld Vandaag’ als ‘Het dagblad van Barneveld’.
2.4. De advocaat van BDU heeft Wegener bij brief van 21 februari 2007 gesommeerd om de aanprijzing van ‘Barneveld Vandaag’ als ‘Het dagblad’ te staken en een rectificatie in haar krant te plaatsen. Wegener heeft hieraan geen gehoor gegeven.
3.1. BDU vordert dat de voorzieningenrechter
a. Wegener met onmiddellijke ingang verbiedt op straffe van verbeurte van een dwangsom ‘Barneveld Vandaag’ aan te prijzen als a) dagblad en/of b) beste krant van Barneveld en omgeving,
b. Wegener beveelt binnen tien dagen na betekening van dit vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom op eigen kosten een rectificatie te plaatsen in ‘Barneveld Vandaag’ ter grootte van ¼ pagina, opgemaakt volgens goeddrukkers gebruik met de navolgende tekst zonder verdere begeleiding in woord of beeld:
“Rectificatie
De afgelopen maanden hebben wij deze krant aangeprezen met het onderschrift ‘Het dagblad van Barneveld. Daarmee hebben wij ten onrechte de suggestie gewekt alsof deze krant een dagblad is. Dat is echter niet het geval aangezien ‘Barneveld Vandaag’ slechts vier maal per week verschijnt. Bovendien wekt de aanprijzing de suggestie alsof ‘Barneveld Vandaag’ het enige dan wel het beste dagblad voor Barneveld en omgeving zou zijn. Ook dat is niet het geval aangezien in Barneveld en omgeving als enige dagblad de ‘Barneveldse Krant’ verschijnt en geen enkele grond bestaat voor de stelling dat ‘Barneveld Vandaag’ superieur zou zijn aan de ‘Barneveldse Krant’.”
althans tot plaatsing van een zodanig bericht en zodanige opmaak als de voorzieningenrechter in goede justitie zal bepalen.
3.2. BDU legt aan haar vordering ten grondslag dat het gebruik van de term ‘dagblad’ op de website en gevel van Wegener misleidend en daarmee onrechtmatig in de zin van artikel 6:194 BW is, omdat daarmee ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat ‘Barneveld Vandaag’ een dagblad is en daarmee (vijf tot) zes maal per week verschijnt. Verschillende bronnen (zoals Van Dale, Wikipedia, de statuten van De Nederlandse Dagbladpers, de CAO voor dagbladjournalisten, Cebuco en PCM Uitgevers) hanteren immers het begrip dagblad voor een blad dat dagelijks, in ieder geval vijf tot zes maal per week, verschijnt. ‘Barneveld Vandaag’ verschijnt slechts vier maal per week.
Daarnaast is de aanprijzing van ‘Barneveld Vandaag’ een ongeoorloofde vergelijkende reclame-uiting als bedoeld in artikel 6:194a BW, omdat het woord ‘het’ de indruk wekt alsof ‘Barneveld Vandaag’ het enige en/of beste dag- danwel nieuwsblad van Barneveld en omgeving zou zijn. BDU stelt dat zij door de uitlatingen van Wegener schade in de zin van verlies van abonnees en verlies aan advertentie-inkomsten lijdt dan wel zal lijden.
3.3. Wegener voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De vraag die allereerst dient te worden beantwoord is of sprake is van het doen van misleidende mededelingen in de zin van artikel 6:194 BW door Wegener. Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen moet worden beoordeeld of de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument, in casu meer in het bijzonder de consument welke geïnteresseerd is in een krant en/of dagblad, door mededelingen wordt misleid doordat hij ten onrechte meent dat het product bepaalde kenmerken bezit. Daarbij mag er vanuit gegaan worden dat de consument zich bewust dient te zijn van, en zich dus niet laat beïnvloeden door, het feit dat aan reclame vaak een zekere overdrijving eigen is. Ofschoon overdrijving dus inherent is aan het wervende karakter van reclame, heeft te gelden dat van misleiding eerder sprake zal zijn naar mate het medium, of de inkleding van de mededeling, serieuzer is.
4.2. Wegener betwist dat er sprake is van misleiding en stelt dat om te kunnen spreken van een dagblad niet alleen de verschijningsfrequentie van belang is, maar ook aan de inhoud en de opmaak van de krant een grote rol is toebedeeld. ‘Barneveld Vandaag’ verspreidt immers net als de ‘Barneveldse Krant’ nieuws in de breedste zin van het woord (lokaal, binnenlands, buitenlands, sport, en economisch nieuws) dat is vergaard door journalisten die werkzaam zijn op de redactie van de desbetreffende krant. De inhoud en de organisatie van ‘Barneveld Vandaag’ is niet vergelijkbaar met die van een huis-aan-huis- krant – die zich primair richt op het verspreiden van advertenties – hetgeen eens te meer reden is voor Wegener om niet de titel krant maar juist dagblad te voeren. Volgens Wegener kan derhalve aan de verschijningsfrequentie alleen niet de kwalificatie ‘dagblad’ worden ontleend.
4.3. Voorshands geoordeeld acht de voorzieningenrechter de uitleg van het woord ‘dagblad’ zoals opgenomen in het Groot woordenboek van de Nederlandse Taal, van Van Dale (dagblad: blad dat tenminste zes maal per week verschijnt, dagelijks verschijnend nieuwsblad) van doorslaggevend belang in de onderhavige zaak. Deze uitleg strookt ook met de andere door BDU weergegeven bronnen, die aangegeven dat eerst sprake is van een dagblad als dit gedurende vijf tot zes maal per week verschijnt. Uiteraard zijn de inhoud en de uitgave van een krant eveneens belangrijk, echter dit laat onverlet dat Wegener met het predicaat dagblad de pretentie heeft dat ‘Barneveld Vandaag’ dagelijks uitkomt, terwijl dit feitelijk niet het geval is. De consument wordt hierdoor misleid. Dat het relevante publiek volgens Wegener primair de adverteerder is, die op de hoogte is van de verschijningsfrequentie, en niet de lezer zelf, kan de voorzieningenrechter niet volgen, nu BDU heeft aangegeven dat het haar ook gaat om verlies van abonnees.
Voorts heeft Wegener aangegeven dat de reden waarom zij op dinsdag en zaterdag geen krant uitbrengt is, dat de opbrengsten van de advertenties dan zeer gering zijn. BDU heeft ter zitting verklaard dat ook zij, met name op dinsdag, met dit probleem kampt, maar toch op die dagen wel haar krant uitbrengt, hetgeen voorshands geoordeeld maakt dat BDU op een oneerlijke wijze moet concurreren met Wegener die haar krant ook als dagblad bestempelt.
4.4. Het verweer van Wegener dat de grenzen voor wat betreft de aanduiding van een krant met de term dagblad met de tijd aan het vervagen zijn en steeds ruimer gezien moeten worden, kan niet slagen. Immers vooralsnog dient op grond van de door BDU aangevoerde bronnen te worden aangenomen dat een dagblad in Nederland dagelijks, dan wel vijf tot zes maal per week, verschijnt. Op hetgeen in de toekomst nog zal geschieden, kan en zal de voorzieningenrechter thans niet anticiperen.
Dat Het Oplage Instituut (hierna: HOI) de kranten ‘Almere Vandaag’ en ‘Alphen CC’ als dagbladen omschrijft maakt het voorgaande niet anders nu zij, zo blijkt uit de algemene voorwaarden van HOI, geen onderscheid maakt tussen kranten en dagbladen en slechts drie mediumgroepen hanteert (dagbladen, publiektijdschriften en vaktijdschriften). Nu uit de door Wegener overgelegde productie van het Handboek van de Pers vooralsnog onvoldoende duidelijk is geworden of zij wel een onderscheid maakt tussen de begrippen krant en dagblad, en wanneer volgens het Handboek een blad een dagblad is, treft ook het verweer dat de vier respectievelijk drie maal per week uitgegeven bladen ‘Almere Vandaag’ en ‘Alphen CC’ in dat Handboek als (regionale) dagbladen worden aangemerkt geen doel.
4.5. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat Wegener met het gebruik van de term dagblad voor haar krant ‘Barneveld Vandaag’ bij de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument een onjuiste voorstelling wekt en dat de consument daardoor wordt misleid in de zin van artikel 6:194 BW. Wegener wordt dan ook bij wijze van ordemaatregel vanaf twee dagen na betekening van dit vonnis verboden om ‘Barneveld Vandaag’ aan te prijzen als dagblad. Aan deze veroordeling zal een dwangsom worden verbonden die zal worden gemaximeerd.
4.6. Nu hiervoor is bepaald dat Wegener voor haar krant ‘Barneveld Vandaag’ geen gebruik meer mag maken van de term dagblad, komt de voorzieningenrechter niet meer toe aan de vordering om de aanprijzing ‘Het dagblad van Barneveld’ te staken.
4.7. Ten aanzien van de gevorderde rectificatie overweegt de voorzieningenrechter dat
gelet op het voorgaande ook deze vordering zal worden toegewezen, behoudens de laatste twee zinnen omdat deze zien op een beoordeling van het woord ‘het’ en de voorzieningenrechter hieraan niet meer is toegekomen. Daarbij komt dat naast de ‘Barneveldse Krant’ er meerdere landelijke dagbladen worden uitgegeven in de regio, zodat voornoemde krant in Barneveld en omgeving niet het enige uitgegeven dagblad is. Aan de rectificatie zal voorts de volgende zin worden toegevoegd:
“Dit in tegenstelling tot ‘Barneveldse Krant’ die zes maal per week verschijnt en om die reden wel als dagblad kan worden aangemerkt.
Wegener Huis-Aan-Huiskranten B.V.”
Aan voornoemde rectificatie zal eveneens een dwangsom worden verbonden die zal worden gemaximeerd zoals hierna is weergegeven.
4.8. De voorzieningenrechter stelt ten slotte nog vast dat artikel 260 Rv in dit kort geding toepassing mist.
4.9. Wegener zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van BDU worden begroot op:
- dagvaarding EUR 84,31
- vast recht 251,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.151,31
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verbiedt Wegener om vanaf twee dagen na betekening van dit vonnis ‘Barneveld Vandaag’ aan te prijzen als dagblad,
5.2. bepaalt dat Wegener voor iedere dag dat zij in strijd handelt met het onder 5.1. bepaalde, aan BDU een dwangsom verbeurt van EUR 10.000,-, tot een maximum van EUR 250.000,-,
5.3. beveelt Wegener binnen tien dagen na betekening van dit vonnis op eigen kosten een rectificatie te plaatsen in ‘Barneveld Vandaag’ ter grootte van ¼ pagina, opgemaakt volgens goed drukkers gebruik met de navolgende tekst zonder verdere begeleiding in woord of beeld:
“Rectificatie
De afgelopen maanden hebben wij deze krant aangeprezen met het onderschrift ‘Het dagblad van Barneveld. Daarmee hebben wij ten onrechte de suggestie gewekt alsof deze krant een dagblad is. Dat is echter niet het geval aangezien ‘Barneveld Vandaag’ slechts vier maal per week verschijnt. Dit in tegenstelling tot ‘Barneveldse Krant’ die zes maal per week verschijnt en om die reden wel als dagblad kan worden aangemerkt.
Wegener Huis-Aan-Huiskranten B.V.”
5.4. bepaalt dat Wegener voor iedere dag dat zij in strijd handelt met het onder 5.3. bepaalde, aan BDU een dwangsom verbeurt van EUR 1.000,-, tot een maximum van EUR 150.000,-,
5.5. veroordeelt Wegener in de proceskosten, aan de zijde van BDU tot op heden begroot op EUR 1.151,31,
5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 30 mei 2007.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.