ECLI:NL:RBARN:2007:BA5679

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
24 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/072602-99
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van voormalig directeur voor valsheid in geschrift en oplichting in het kader van terugbetalingscertificaten

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 24 mei 2007 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de voormalig directeur van Verzekerd Keur B.V. en [verdachte] Holding B.V. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor valsheid in geschrift en oplichting, met een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De feiten hebben plaatsgevonden in het kader van de activiteiten van Verzekerd Keur B.V., die terugbetalingscertificaten aan consumenten garandeerde. De verdachte heeft een balans valselijk opgemaakt en onjuiste informatie verstrekt over de financiële positie van de onderneming, wat heeft geleid tot aanzienlijke financiële schade voor consumenten en retailers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn van de procedure is overschreden, maar heeft geoordeeld dat dit niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechtbank heeft de strafmaat verlaagd met 25% vanwege deze overschrijding. De verdachte heeft geen inzicht getoond in de ernst van zijn daden, wat heeft geleid tot de beslissing om een voorwaardelijke straf op te leggen. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf 1993 toegepast in haar beslissing.

Uitspraak

Vonnis (PROMIS II)
RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer : 05/072602-99
Datum zitting : 23 juni 2005, 8 september 2005, 2 februari 2006, 29 juni 2006, 8 september 2006 en 10 mei 2007
Datum uitspraak : 24 mei 2007
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman: mr. G.F. van der Hardt Aberson, advocaat te Rotterdam.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks mei 1999, althans in 1999, te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een balans (per datum 31 maart 1999) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid in voornoemde balans op te nemen een post Guarantee Capital (Aansprakelijk vermogen) ten bedrage van NLG 85.058.000 en /of een post Financial Assets(Financiële vaste activa) ten bedrage van NLG 93.179.000 en/of een post Provisions (Voorzieningen) ten bedrage van NLG 15.738.535
(OPV Cashback p.77, p. 98/ DOC 305)
2.
International Financial Promotions B.V. (Interprom)op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 16 april 1998 tot en met 31 december 1999 te Rotterdam, althans in Nederland, (een)terugbetalingscertifica(a)t(en), zijnde (telkens) (een) geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid in die/dat certifica(a)t(en) te vermelden dat de garantiegever (Verzekerd Keur BV) de voor haar (Verzekerd Keur BV) uit de garantie voortvloeiende verplichtingen zou hebben afgedekt bij gerenommeerde verzekeringsmaatschappijen, terwijl hij, verdachte,dat feit tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft doen plegen door de tekst van deze/dat terugbetalingscertifica(a)t(en) te accorderen en/of ten opzichte van Interprom ten onrechte de bedoelde dekking te bevestigen.
(OPV Cashback p. 164 e.v., plus OPV ongedekte certificaten)
3.
[verdachte] Holding B.V.en/of Verzekerd Keur B.V.en/of VK Nederland B.V. en/of VK Finance B.V. in of omstreeks de periode van november 1998 tot en met juni 2001, te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, het directe verzekeringsbedrijf heeft/hebben uitgeoefend zonder
vergunning van de Verzekeringskamer en/of dit bedrijf heeft/hebben uitgeoefend in een branche waarvoor de Verzekeringskamer geen vergunning heeft verleend; tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feit (en) hij verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opdracht heeft gegeven , en/of aan welke verboden gedraging(en) verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven.
(OPV Ongedekte certificaten en Arrest Gerechtshof Arnhem, eerste civiele kamer, rekestnummer 2001/1428 d.d. 17 juli 2001).
4.
hij op of omstreeks 26 maart 1998 en/of op of omstreeks 26 juni 1998 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander althans een ander, althans alleen, een geschrift getiteld "garantie van terugbetalingscertificaten" zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -,valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid (telkens) in voornoemd(e) geschrift(en) op te nemen dat de aansprakelijkheden van Verzekerd Keur B.V. voortvloeiende uit de in de certificaten beschreven garanties, zouden zijn afgedekt door een verzekeringsovereenkomst met(een) gerenommeerd(e) verzekeringsmaatschappij(en) met een dekking van 140 miljoen gulden.
(OPV Cashback, p. 167 e.v.; DOC 0653, Scanidinavian Re/Hold Harmless agreement)
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van februari 1998 tot en met juni 2001 te Arnhem, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
Ab OVO en/of een aantal retailers (IKG en/of Knipping en/of Kroon Juweliers en/of Garage Tony Keijzers en/of Stichting Fietsaktie) en/of een (zeer groot) aantal consumenten,
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte (telkens) tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid een onjuiste financiële positie van de VK-groep heeft gepresenteerd en/of de balans van 31 maart 1999 valselijk heeft opgemaakt en/of
verzekeringsdekking voor het redemptie-risico heeft gepresenteerd en/of het opzeggen van (een) (al dan niet reeele) polis(sen) door de verzekeringsmaatschappij heeft verzwegen.
(OPV Cash -back)
6.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van november 1997 tot en met februari 1998,te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen althans een ander, althans alleen, meermalen althans eenmaal een geschrift getiteld "Verzekerd Keur Generiek" zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -,valselijk heeft
opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door opzettelijk valselijk en/of in strijd met de
waarheid in voornoemde geschriften op te nemen dat het in die generieken beschreven risico was ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij (IIS of Scan Re).
(OPV Loan Programs, p15)
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 23 juni 2005, 8 september 2005, 2 februari 2006, 29 juni 2006, 8 september 2006 en 10 mei 2007 ter terechtzitting onderzocht. Ter terechtzitting van 10 mei 2007 is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. G.F. van der Hardt Aberson, advocaat te Rotterdam.
De officier van justitie heeft geëist - daarbij rekening houdend met de overschrijding van de ‘redelijke termijn’- dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde onder 1 tot en met 6 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
2a. De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM in vergaande mate is overschreden. Naar het oordeel van de verdediging is sprake van een uitzonderlijk geval dat een dergelijke consequentie rechtvaardigt.
De rechtbank is van oordeel dat de redelijke termijn in casu is aangevangen met de inverzekeringstelling van verdachte op 4 december 2000. Dit betekent dat de onderhavige uitspraak eerst ongeveer zes en een half jaar nadien is gewezen. Zoals de rechtbank reeds ten tijde van de zitting op 8 september 2006 heeft vastgesteld, is de redelijke termijn geschonden.
De rechtbank is voorts van oordeel dat deze overschrijding niet moet leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie, maar eventueel moet worden verdisconteerd in de strafmaat. Daartoe is van belang geacht dat het een ingewikkeld onderzoek betreft, waarbij met name voor het vaststellen van de rol van de verdachten vele onderzoekshandelingen in het buitenland hebben moeten plaatsvinden. Mede door de vele benadeelden was voorts sprake van een omvangrijk onderzoek. Een deel van de vertraging komt voor rekening van de verdediging.
Het verweer wordt daarom verworpen.
3. De beslissing inzake het bewijs
Het tenlastegelegde strafbare feit onder 1
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de balans van [verdachte] Holding per 31 maart 1999 valselijk heeft opgemaakt. Het aansprakelijk vermogen ad NLG 85.058.000 dat werd opgevoerd op de tussenbalans per 31 maart 1999 was substantieel lager dan op de balans per 31 december 1998 en die per einde 1999 (onderscheidenlijk NLG
-25.050.000 en NLG -54.822.000). Uitsluitend op deze tussenbalans kwam een dergelijk hoog aansprakelijk vermogen voor. Verdachte verklaart dit door een met BMJ Trust afgesloten achtergestelde lening. Het daarmee beweerdelijk gemoeide bedrag werd echter niet opgenomen. De wederpartij was een niet-bestaande trust. Aan de actiefzijde van de balans werden verder de zogenaamde Mexicaanse certificaten van deposito (CD’s) opgenomen voor een beweerde waarde van ruim NLG 85 mln. Deze certificaten waren echter geen eigendom van de BV, noch was de BV als begunstigde voor hoofdsom of rente aangewezen, maar waren een zekerheidstelling door Tradion Investments BV, die op eerste afroep aan die BV dienden te worden terug gegeven. Verdachte wist dit.
Voor de substantiële verlaging van de post “voorzieningen” ten opzichte van dezelfde post per 31 december 1998 (NLG 27.586.000) en die per ultimo 1999 (NLG 80.639.000) is door verdachte geen zakelijke verklaring gegeven noch is die anderszins gebleken. Dat de verplichtingen ten opzichte van de clientèle - waarvan de post voorzieningen de weerslag is - ineens lager zouden zijn, is ook niet aannemelijk geworden, wat ook verdachte moet hebben geweten. Ook al is hij geen deskundige op boekhoudkundig gebied, een dergelijke enorme verlaging van verplichtingen jegens cliënten van een bedrijf dat going concern is, moet ook hem als eerstverantwoordelijke als volstrekt onrealistisch zijn opgevallen.
Het voorgaande laat geen andere conclusie toe dan dat verdachte tezamen met zijn accountant welbewust een tussenbalans heeft opgesteld die zonder enige kanttekening of relativering een onjuist, onrealistisch positief beeld gaf van de financiële positie van de BV. Dit heeft verdachte gedaan om retailers en klanten het vertrouwen te geven dat er sprake was van een solide financiële situatie. De balans is daarmee valselijk opgemaakt.
Het tenlastegelegde strafbare feit onder 2
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen. Dat in de formulering van dit feit niet de letterlijke tekst van het certificaat is geciteerd, doch geparafraseerd, wil niet zeggen dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. De kern van de zaak is dat op dit certificaat ten onrechte het vertrouwen wordt gewekt dat de verplichtingen van Verzekerd Keur waren afgedekt bij gerenommeerde verzekeringsmaatschappijen, terwijl dit in strijd met de waarheid was. Verdachte heeft aan deze tekst uitdrukkelijk zijn goedkeuring gegeven.
Gemelde bewering was in strijd met de waarheid omdat de verzekeringsovereenkomst d.d. 6 februari 1998 met Scan Re (nr. VK6014) in samenhang gelezen met de afzonderlijk opgestelde Hold Harmless Agreement (HHA, doc. 469) van dezelfde datum, in werkelijkheid geen dekking bood. Verdachte was zich hiervan bewust. Ook [betrokkene 1] verklaart dit. Ook medeverdachte [medeverdachte 1] wist dat er geen claim bij Scan Re zou kunnen worden ingediend.
Dat zich in het dossier slechts een specimen van de verklaring bevindt en niet een of meer daadwerkelijk gebruikte certificaten, vormt geen bewijsprobleem, nu verdachte niet betwist dat deze certificaten ook daadwerkelijk aan klanten zijn verstrekt.
Dat er sprake is van ‘doen plegen’ is aannemelijk op basis van de verklaring van [getuige 1] dat hij pas achteraf hoorde dat er in werkelijkheid geen verzekeringsdekking was. Medeverdachte [medeverdachte 1] bevestigt dit.
Het tenlastegelegde strafbare feit onder 3
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit heeft begaan. Verdachte heeft aangegeven dat hij ondanks de beslissing van de Verzekeringskamer besloot door te gaan met de uitgifte van Generieken op naam van VK of VK Finance. Verdachte heeft daarmee naar het oordeel van de rechtbank willens en wetens het aanmerkelijke risico aanvaard dat hij strafbaar handelde. Dat risico was aanmerkelijk, nu het ter zake bevoegde orgaan had geoordeeld dat het verzekeringsbedrijf werd uitgeoefend. Dat hij destijds uitsluitend handelde op advies van een ter zake kundig advocaat, zoals zijn huidige raadsman aanvoerde, is niet aannemelijk geworden. Dit blijkt niet uit verdachtes eigen verklaringen ter zitting van 8 september 2006.
Het tenlastegelegde strafbare feit onder 4
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het geschrift getiteld “garantie van terugbetalingsecertificaten” (doc. 653) heeft vervalst. Van de in dat geschrift bedoelde verzekeringsdekking ad f. 140 mln. onder nr. VK6014, waarmee de onder feit 2 genoemde polis was bedoeld, was immers realiter geen sprake en verdachte wist dat, blijkens de inhoud van de side letter (HHA). Desgevraagd ter zitting van 8 september 2006 heeft verdachte geen enkele mogelijke verzekeringsbate van de polis ten behoeve van Verzekerd Keur of haar klanten kunnen benoemen. Voor het overige wordt verwezen naar de bewijsmiddelen genoemd bij feit 2.
Het tenlastegelegde strafbare feit onder 5
Ook feit 5 acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen. Namens IKG, Ab-Ovo, Knipping en Interprom is aangifte gedaan van oplichting, De bewezenverklaring vloeit verder voort uit de bewezenverklaring van de feiten 1, 2 en 4. Wat betreft de verzwijging van de opzegging van de polis VK6014 per aangetekende brief van 31 december 1998 (doc. 475) door makelaar Aon in opdracht van Scandinavian Re verwijst de rechtbank naar de volgende bewijsmiddelen. Genoemde opzeggingsbrief is door verdachte voor akkoord getekend. Hij was dus op de hoogte van de opzegging. Verder verwijst de rechtbank naar de getuigenverklaring van medeverdachte [medeverdachte 1]. Wat betreft de wederrechtelijke bevoordeling: het aantrekken van gelden is reeds onrechtmatig door het gebruik van de in de dagvaarding genoemde oplichtingsmiddelen. De bevoordeling zit hem reeds in het feit dat verdachte direct voordeel trok.
Wat betreft het causaal verband: De getuigen [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 1] , [getuige 4] , [getuige 5] , [getuige 6] e.a. verklaren allen hoe essentieel het bestaan van adequate dekking voor hen als retailers en voor de consumenten die in de cash-back acties stapten, was om zaken te doen met VK.
Het tenlastegelegde strafbare feit onder 6
De bewezenverklaring van feit 6 vloeit wat betreft de polis van Scan Re voort uit die van feit 4. Wat betreft de IIS-polis is feit 6 eveneens bewezen. In het kader van dit programma werd geen enkele verzekering gesloten. Het gaat hier om 13 certificaten. Verdachte wist dat IIS geen dekking bood. Het verweer van verdachte dat hij dacht dat [getuige 7] toch dekking bij IIS had geregeld, is in strijd met de verklaring van [getuige 7].
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij in of omstreeks mei 1999 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander een balans (per datum 31 maart 1999) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid in voornoemde balans op te nemen een post Guarantee Capital (Aansprakelijk vermogen) ten bedrage van NLG 85.058.000 en een post Financial Assets(Financiële vaste activa) ten bedrage van NLG 93.179.000 en een post Provisions (Voorzieningen) ten bedrage van NLG 15.738.535
2.
International Financial Promotions B.V. (Interprom) op meer tijdstippen in of omstreeks de periode 16 april 1998 tot en met 31 december 1999 in Nederland, terugbetalingscertificaten, zijnde (telkens) (een) geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid in die certificaten te vermelden dat de garantiegever (Verzekerd Keur BV) de voor haar (Verzekerd Keur BV) uit de garantie voortvloeiende verplichtingen zou hebben afgedekt bij gerenommeerde verzekeringsmaatschappijen, terwijl hij, verdachte,dat feit tezamen en in vereniging met een ander heeft doen plegen door de tekst van deze/dat terugbetalingscertifica(a)t(en) te accorderen en/of ten opzichte van Interprom ten onrechte de bedoelde dekking te bevestigen.
3.
[verdachte] Holding B.V.en Verzekerd Keur B.V.en VK Nederland B.V. en VK Finance B.V. in of omstreeks de periode van november 1998 tot en met juni 2001, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk, het directe verzekeringsbedrijf heeft/hebben uitgeoefend zonder vergunning van de Verzekeringskamer aan welke verboden gedraging(en) verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven.
4.
hij op of omstreeks 26 juni 1998 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander althans een ander, althans alleen, een geschrift getiteld "garantie van terugbetalingscertificaten" zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen heeft vervalst, met het oogmerk om dat geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid in voornoemd geschrift op te nemen dat de aansprakelijkheden van Verzekerd Keur B.V. voortvloeiende uit de in de certificaten beschreven garanties, zouden zijn afgedekt door een verzekeringsovereenkomst met een gerenommeerde verzekeringsmaatschappij met een dekking van 140 miljoen gulden.
5.
hij op meer tijdstippen in of omstreeks de periode van februari 1998 tot en met juni 2001 in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, Ab OVO en een aantal retailers (IKG en Knipping en Kroon Juweliers en Garage Tony Keijzers en Stichting Fietsaktie) en een aantal consumenten, heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte (telkens) tezamen met verdachtes mededader, althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid een onjuiste financiële positie van de VK-groep heeft gepresenteerd en de balans van 31 maart 1999 valselijk heeft opgemaakt en verzekeringsdekking voor het redemptie-risico heeft gepresenteerd en het opzeggen van (een) (al dan niet reële) polis(sen) door de verzekeringsmaatschappij heeft verzwegen.
6.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van november 1997 tot en met februari 1998, te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen een geschrift getiteld "Verzekerd Keur Generiek" zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -,valselijk heeft opgemaakt, met het oogmerk om die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid in voornoemde geschriften op te nemen dat het in die generieken beschreven risico was ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij (IIS of Scan Re).
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplegen van valsheid in geschrift.
Ten aanzien van feit 2:
Doen plegen van valsheid in geschrift, gepleegd door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 3:
Opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 24 eerste lid van de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf 1993, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 4:
Medeplegen van valsheid in geschrift.
Ten aanzien van feit 5:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 6:
Medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
4b. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 25 juli 2006, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Verdachte heeft met zijn cash-back plan een groots financieel project opgezet, dat echter van meet af aan op lemen voeten stond door onrealistisch optimistische aannames. Commercieel gezien was het in die zin een groot succes dat vele winkeliers en consumenten geïnteresseerd waren. Tot en met oktober 2001 werden circa 66.000 terugbetalingscertificaten aan consumenten verstrekt voor een totaalbedrag van f 284 miljoen. Hiervan werden circa 45.000 terugbetalingscertificaten met een totaalbedrag van f 234 miljoen, bij de plaatselijke beheerders geregistreerd. Tot en met juni 2001 werd door VK aan of ten behoeve van Tradion Investments BV, Menon dan wel QBI slechts circa f. 13,7 miljoen betaald. Het was de bedoeling dat dit bedrag gedurende de looptijd van de terugbetalingscertificaten zou uitgroeien tot tenminste f 105 miljoen, zijnde 45% van het totaal van de geregistreerde certificaten. Hiervan is niets terechtgekomen. Niet alleen omdat de opzet van het project niet deugde, maar ook omdat er door verdachte geen controle werd uitgeoefend op de belegging van gelden. Daarnaast heeft verdachte willens en wetens middels valsheid in geschrift de schijn opgehouden dat de hele constructie financieel solide was, waardoor bij velen misplaatst vertrouwen werd gewekt in de goede afloop. Verder heeft hij zich niets aangetrokken van de toepasselijke toezichtswetgeving, ook niet toen de Verzekeringskamer hem wees op het illegale karakter van (een deel van) zijn werkzaamheden. Met het (al dan niet hernieuwd) verstrekken c.q. uitgeven van de in feit 6 bedoelde valse certificaten was een totaalbedrag gemoeid van ongeveer f 1,4 miljoen. Verzekerd Keur BV was gezien haar financiële situatie, niet in staat om deze risico’s zelfstandig te dragen en bestond er geen verzekeringsdekking, anders dan werd aangegeven. Naast de financiële schade die geleden is, heeft verdachte ook het vertrouwen van het publiek in het financiële stelsel beschadigd.
De rechtbank constateert dat de ‘redelijke termijn’ verstreken is tussen het moment van aanvang van de vervolging en deze uitspraak. Rekenend vanaf december 2000 tot en met mei 2007 zijn er zes jaar en vijf maanden verstreken (77 maanden). Normaliter had de zaak binnen 24 maanden in eerste aanleg afgehandeld moeten zijn. In een ingewikkelde zaak als de onderhavige is echter een langere periode aanvaardbaar. Het dossier is in februari 2002 gesloten. Daarna zijn er getuigen gehoord, mede op verzoek van de verdediging. Daarmee waren, rekening houdend met tussenpozen, in totaal ongeveer 13 maanden gemoeid. Daarmee rekening houdend, stelt de rechtbank een (forse) overschrijding van de redelijke termijn vast van 40 maanden. De rechtbank past een strafvermindering toe van 25%. Zonder schending van de redelijke termijn zou de rechtbank een straf hebben opgelegd van 24 maanden waarvan zes voorwaardelijk. Thans legt de rechtbank een straf op van 18 maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De rechtbank acht een voorwaardelijke straf nodig omdat verdachte nog immer geen inzicht toont in de verwerpelijkheid van hetgeen hij heeft gedaan en dus rekening moet worden gehouden met een recidivekans.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 47, 51, 57, 91, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede artikel 24 van de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf 1993.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 6 (zes) maanden niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. M. Jurgens, vicepresident, als voorzitter,
mr. P.A.H. Lemaire, vicepresident,
mr. E.M. Vermeulen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. H. Siragedik, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 mei 2007.