ECLI:NL:RBARN:2007:BA5561
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake de Staat der Nederlanden en eisers in civiele procedure
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Arnhem, zijn eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. J.W. van Rijswijk, in conflict met de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door mr. H. Th. Bouma. De zaak betreft een hoofdprocedure die op de rol staat voor conclusie van dupliek op 9 mei 2007. De rechtbank heeft besloten om geen comparitie van partijen te gelasten, omdat een vonnis in de hoofdzaak richtinggevend kan zijn voor het verdere verloop van de zaak. De rechtbank heeft de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte door beide partijen over het vervolg van de procedure, inclusief de mogelijkheid van een comparitie van partijen. Dit besluit is genomen om partijen de gelegenheid te geven om voorafgaand aan hun aktes met elkaar te overleggen en afstemming te bereiken over de inhoud daarvan. De rolrechter heeft de zaak aangehouden om te beslissen of een comparitie zal worden gelast. De rechtbank heeft bepaald dat de zaak weer op de rol zal komen op 18 juli 2007 voor het nemen van aktes door beide partijen. Het vonnis is uitgesproken op 18 april 2007 door mr. J.R. Veerman.