ECLI:NL:RBARN:2007:BA5477
Rechtbank Arnhem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in huurovereenkomst tussen RGV Onroerend Goed B.V. en V.O.F. met betrekking tot het Emporium-dansfeest
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 21 mei 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen RGV Onroerend Goed B.V. en de vennootschap onder firma [V.O.F.]. De vorderingen van RGV, die betrekking hadden op een huurovereenkomst voor twee kiosken op recreatieterrein De Berendonck, werden afgewezen. RGV had gevorderd dat [V.O.F.] haar kiosken zou sluiten tijdens het Emporium-dansfeest of 25% van de omzet zou afdragen aan de organisator van het evenement. De kantonrechter oordeelde dat RGV geen spoedeisend belang had bij haar vorderingen, aangezien het dansfeest hoe dan ook doorging en de kwestie tussen partijen al jaren speelde. Bovendien had RGV eerder adequate actie kunnen ondernemen om de situatie te regelen.
De kantonrechter overwoog dat, zelfs als er wel sprake zou zijn van spoedeisend belang, de vorderingen van RGV nog steeds afgewezen zouden zijn. De kern van het geschil was dat partijen geen overeenstemming konden bereiken over de inhoud van een nieuwe huurovereenkomst, met name over de gedwongen sluiting van de kiosken tijdens evenementen. RGV had nagelaten om tijdig de huurovereenkomst op te zeggen en de juiste juridische stappen te ondernemen, waardoor de situatie onnodig was verergerd.
De kantonrechter concludeerde dat [V.O.F.] ook een aanzienlijk belang had in de zaak, aangezien de sluiting van de kiosken tijdens het feest grote gevolgen zou hebben voor haar bedrijfsvoering. De rechter oordeelde dat de eisen van RGV niet recht deden aan de omstandigheden van het geval en dat [V.O.F.] niet verplicht kon worden om de door RGV gewenste voorwaarden te accepteren. De vorderingen van RGV werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.