ECLI:NL:RBARN:2007:BA3951

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
27 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/900418-05
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling ex-militair voor diefstal van vuurwapens op vliegbasis Gilze Rijen

Op 27 april 2007 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een ex-militair die betrokken was bij de diefstal van 206 pistolen uit de wapenkamer op de vliegbasis Gilze Rijen. De verdachte, die ten tijde van de diefstal belast was met de bewaking van de vliegbasis, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De rechtbank overwoog dat de verdachte een hogere straf verdiende dan zijn medeverdachte, omdat hij zes van de gestolen pistolen had verkocht aan onbekende personen en tot nu toe weigerde de identiteit van deze personen prijs te geven. Hierdoor was het voor politie en justitie moeilijk om deze wapens terug te vinden.

De tenlastelegging omvatte diefstal van vuurwapens, waarbij de verdachte samen met anderen de wapenkamer binnenging door middel van braak en een valse sleutel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, als militair, op grove wijze misbruik had gemaakt van het vertrouwen dat defensie in hem had gesteld. De militaire kamer hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd, en legde een zwaardere straf op dan door de officier van justitie was geëist. De rechtbank benadrukte dat het voor de beveiliging van militaire complexen onacceptabel is dat bewakingspersoneel zich schuldig maakt aan dergelijke strafbare feiten.

De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, waaronder verplicht reclasseringstoezicht en de mogelijkheid van ambulante behandeling in de geestelijke gezondheidszorg. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, M.H.J. Materman, en de militaire kamer bestond uit de voorzitter, mr. E.A.A.M. Pfeil, en de rechters mr. A.G. Broek – de Stigter en kapitein ter zee mr. W.E. Louwerse.

Uitspraak

Verkort vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Militaire kamer
Parketnummer : 05/900418-05
Data zitting : 15 januari 2007 en 16 april 2007
Datum uitspraak : 27 april 2007
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman : mr. F.H.J. van Gaal, advocaat te Wijchen.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 8 april 2005 tot en met 11 april 2005 in de gemeente Gilze en Rijen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een wapenkamer (gelegen op vliegbasis Gilze Rijen) heeft weggenomen tweehonderdzes (206) (vuur)wapens (pistolen, merk Glock), althans een (grote) hoeveelheid (vuur)wapens, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Ministerie van Defensie, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die wapenkamer heeft/hebben verschaft en/of die wapens onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of door middel van een valse sleutel (door met een valse sleutel ("loper") een (nood)deur (van gebouw 345) te openen en/of door (vervolgens) (met een boormachine en/of (een) hamer(s), althans enig(e) voorwerp(en)) een gat in een muur van genoemde wapenkamer te maken), hebbende verdachte als militair voormeld(e) misdrijf/misdrijven gepleegd op een onder zijn bijzondere bewaking of bescherming gestelde plaats, immers was hij, verdachte, toen en daar, als wachtcommandant, belast met de bewaking van de vliegbasis Gilze Rijen voornoemd;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 8 april 2005 tot en met 11 april 2005 in de gemeente Gilze en Rijen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een wapenkamer (gelegen op vliegbasis Gilze Rijen) heeft weggenomen tweehonderdzes (206) (vuur)wapens (pistolen, merk Glock), althans een (grote) hoeveelheid (vuur)wapens, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Ministerie van Defensie, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die wapenkamer heeft/hebben verschaft en/of die wapens onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of door middel van een valse sleutel (door met een valse sleutel ("loper") een (nood)deur (van gebouw 345) te openen en/of door (vervolgens) (met een boormachine en/of (een) hamer(s), althans enig(e) voorwerp(en)) een gat in een muur van genoemde wapenkamer te maken);
2.
hij in of omstreeks de periode van 8 april 2005 tot en met 13 april 2005, althans in of omstreeks het jaar 2005 te Oss, althans in Nederland, een of meerdere wapens (zes) van categorie III, te weten pistolen (merk Glock), heeft overgedragen aan een of meerdere (onbekend gebleven) personen;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
3.
hij op of omstreeks 24 januari 2006 te Kerkdriel, althans in Nederland voorhanden heeft gehad een hoeveelheid patronen van categorie III (te weten 24 kogelpatronen kaliber .22 en/of 100 kogelpatronen kaliber .380), in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 16 april 2007 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. F.H.J. van Gaal, advocaat te Wijchen.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt het volgen van een ambulante behandeling in een instelling van de Geestelijke GezondheidsZorg en voorts met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De militaire kamer acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair,
2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij in de periode van 8 april 2005 tot en met 11 april 2005 in de gemeente Gilze en Rijen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een wapenkamer (gelegen op vliegbasis Gilze Rijen) heeft weggenomen tweehonderdzes (206) vuurwapens (pistolen, merk Glock), toebehorende aan het Ministerie van Defensie, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot die wapenkamer hebben verschaft door middel van braak en door middel van een valse sleutel door met een valse sleutel "loper" een nooddeur van gebouw 345 te openen en door vervolgens met een boormachine en (een) hamer(s), een gat in een muur van genoemde wapenkamer te maken, hebbende verdachte als militair voormeld misdrijf gepleegd op een onder zijn bijzondere bewaking gestelde plaats, immers was hij, verdachte, toen en daar, als wachtcommandant, belast met de bewaking van de vliegbasis Gilze Rijen voornoemd;
2.
hij in de periode van 8 april 2005 tot en met 13 april 2005, in Nederland, meerdere wapens zes van categorie III, te weten pistolen (merk Glock), heeft overgedragen aan een of meerdere onbekend gebleven personen;
de in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
3.
hij op 24 januari 2006 te Kerkdriel, voorhanden heeft gehad een hoeveelheid patronen van categorie III (te weten kogelpatronen kaliber .22), munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels en braak, door een militair gepleegd op een onder zijn bijzondere bewaking gestelde plaats.
Ten aanzien van feit 2:
Handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Ten aanzien van feit 3:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
4b. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke en omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 27 januari 2006;
• een voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland betreffende verdachte, gedateerd 24 april 2006;
• een adviesrapport van de Reclassering Nederland betreffende verdachte, gedateerd 13 april 2007.
De militaire kamer heeft bij de straftoemeting mede gelet op de navolgende door de officier van justitie - onder toezegging van afzonderlijke strafvervolging terzake te zullen afzien - ad informandum gevoegde zaken welke door verdachte zijn erkend, te weten:
- voorhanden hebben van een of meerdere wapens van categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie (te weten 4 veerdrukwapens en 1 gasdrukwapen) op 24 januari 2006 te Oss en/of Kerkdriel en/of Heukelom, althans in Nederland.
De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte is samen met onder andere [medeverdachte 1] in het weekend van 9 en 10 april 2005 betrokken geweest bij een inbraak in de wapenkamer op de vliegbasis Gilze Rijen. Bij deze inbraak zijn 206 vuurwapens (pistolen van het merk Glock) weggenomen.
Door de verdediging is aangevoerd dat bij het bepalen van de strafmaat dient te worden meegewogen dat verdachte bij het bewezenverklaarde een onderschikte rol had ten opzichte van zijn mededader. Op grond van het dossier en de behandeling ter terechtzitting is onvoldoende komen vast te staan of bij het plegen van het feit één van de twee verdachten een leidinggevende rol heeft gehad en zo ja, wie dat is geweest.
Voor het bepalen van de strafmaat is voor de militaire kamer in deze zaak bepalend de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan.
Door verdachte is de inbraak gepleegd in het weekend dat hij als wachtcommandant belast was met de bewaking van de vliegbasis Gilze Rijen.
Verdachte heeft daarmee op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat er door defensie in hem werd gesteld.
De militaire kamer rekent dit verdachte zwaar aan. Als bewakingspersoneel zich schuldig maakt aan het plegen van dergelijke strafbare feiten is het uitgesloten dat een militair complex op adequate wijze kan worden beveiligd.
Voorts rekent de militaire kamer verdachte zwaar aan dat van de 206 weggenomen pistolen er 6 in het illegale circuit zijn terechtgekomen.
De militaire kamer is van oordeel dat voor de afdoening van deze feiten uitsluitend een gevangenisstraf op zijn plaats is.
Gelet op het ontbreken van recente documentatie zal de militaire kamer een deel van deze gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen.
Het voorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf dient er voor om verdachte er van te weerhouden zich in de toekomst schuldig te maken aan strafbare feiten.
De militaire kamer is voorts van oordeel dat verdachte gebaat is met hulp en steun van de Reclassering Nederland, ook als dit zal inhouden het volgen van een ambulante behandeling in een instelling van de Geestelijke GezondheidsZorg.
De militaire kamer zal dan ook verplicht toezicht als bijzondere voorwaarde verbinden aan de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf.
De omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan, is voor de militaire kamer reden een langere straf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist, omdat de geëiste straf onvoldoende recht doet aan de ernst van het bewezenverklaarde.
De militaire kamer heeft verdachte een hogere straf opgelegd dan zijn medeverdachte op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden dat verdachte ten tijde van het plegen van het feit feitelijk belast was met de bewaking van de vliegbasis en verdachte van de weggenomen vuurwapens er 6 heeft verkocht aan een onbekend gebleven persoon / personen. Verdachte heeft tot nu toe geweigerd de naam te noemen van deze persoon / personen, zodat het grotendeels aan verdachte te wijten is dat politie en justitie deze 6 vuurwapens niet heeft kunnen achterhalen. De overige 200 vuurwapens zijn wel terug bij defensie.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 91, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht;
- 155 van het Wetboek van Militair Strafrecht;
- 27, 31 en 55 (oud) van de Wet wapens en munitie.
8. De beslissing
De militaire kamer, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 1 (één) jaar niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens de Reclassering Nederland zullen worden gegeven, ook indien dit zal inhouden het volgen van een ambulante behandeling bij een instelling van de Geestelijke GezondheidsZorg voor zover en voor zolang dat door de Reclassering Nederland nodig wordt geacht.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. E.A.A.M. Pfeil, als voorzitter,
mr. A.G. Broek – de Stigter, rechter,
kapitein ter zee mr. W.E. Louwerse, militair lid,
in tegenwoordigheid van M.H.J. Materman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 april 2007.
Mr. Broek – de Stigter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.