ECLI:NL:RBARN:2007:BA1498
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van eisers in kort geding tegen dwangbevel van gemeente
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 27 februari 2007, zijn eisers niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen in een kort geding. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.L.E. van Swelm, hadden een kort geding aangespannen tegen de gemeente Rheden, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.C.M. Heinen, naar aanleiding van een dwangbevel dat op 8 januari 2007 door het college van burgemeester en wethouders was verleend. Dit dwangbevel verplichtte eisers om binnen twee dagen een bedrag van € 19.533,16 te betalen, onder dreiging van executie. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de eisers ontvankelijk moeten zijn in hun vorderingen, maar dat de rechtsgang die zij hebben gekozen niet de juiste was. Volgens de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) staat er tegen het dwangbevel verzet open, maar moet dit verzet worden ingesteld bij de civiele sector van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat de rechtsgang die eisers hebben gekozen, namelijk het kort geding, niet voldoende rechtsbescherming biedt, en verwees hen naar de civiele bodemrechter. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat het kort geding niet de juiste procedure is voor het indienen van verzet tegen het dwangbevel, en dat eisers zich tot de civiele rechter moeten wenden. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de eisers niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen en hen veroordeeld in de kosten van de procedure.