ECLI:NL:RBARN:2007:AZ9608
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding na bouwschade aan woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 31 januari 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres en gedaagden, waarbij eiseres schadevergoeding vorderde wegens schade aan haar woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade is ontstaan door toedoen van Bouwbedrijf G. [gedaagde] op of omstreeks 20 december 2000. De schade is door een deskundige, de heer [betrokkene], begroot op een totaalbedrag van EUR 13.358,73 inclusief BTW. De deskundige heeft zijn begroting onderbouwd met een gedetailleerde analyse van de schade, die onder andere scheurvorming in de buitengevel en binnenmuren omvatte. Eiseres heeft betoogd dat de begroting van de deskundige niet voldoende was onderbouwd met een aanbod van een aannemer, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de deskundige een onafhankelijke en deskundige beoordeling heeft gegeven, die door de rechtbank wordt gevolgd. De rechtbank heeft de vordering van eiseres tot schadevergoeding toegewezen, maar de gevorderde rente vanaf 20 december 2000 is slechts toegewezen vanaf de datum waarop de schade door de deskundige is begroot, te weten 16 augustus 2006. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt het uitgangspunt dat eiseres in de vermogensrechtelijke positie moet worden gebracht waarin zij zich zou hebben bevonden zonder de schadetoebrengende gebeurtenis, maar dat zij niet mag worden bevoordeeld.