zaaknummer / rolnummer: 147430 / HA ZA 06-1916
Vonnis in incident van 31 januari 2007
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TAKEL- EN BERGINGSBEDRIJF DE KANTSINGEL B.V.,
gevestigd te Oss,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. J.M. Bosnak,
advocaat mr. P.J. de Groen te Sassenheim,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 1 in incident] B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
gedaagde,
eiseres in het incident,
procureur mr. W.H.B.M. Litjens,
advocaat mr. A.G.W. Leysen te Nijmegen,
2. de stichting
STICHTING INCIDENT MANAGEMENT NEDERLAND,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
eiseres in het incident,
procureur mr. L. Paulus,
advocaat mr. L.E.H. Scholz te Den Haag,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROP ASSISTANCE (NEDERLAND) B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
eiseres in het incident,
procureur mr. E.A. van der Dussen,
advocaat mr. P. van Dijk te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de Kantsingel en [eiseres sub 1 in incident], SIMN en Europ Assistance genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring van SIMN
- de conclusie van antwoord van [eiseres sub 1 in incident]
- de conclusie van antwoord van Europ Assistance
- de incidentele conclusie van antwoord van de Kantsingel.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1. Op grond van zijn WA-verzekering heeft een automobilist recht op hulpverlening in geval van een ongeval met zijn auto. De kosten worden betaald door de autoverzekeraar. Er zijn alarmcentrales die zich in opdracht van de autoverzekeraars bezig houden met de coördinatie van de berging van auto’s tot 3.500 kg. Acht van deze alarmcentrales werken samen in SIMN.
2.2. SIMN heeft met Rijkswaterstaat en het Verbond van Verzekeraars een convenant gesloten met betrekking tot de maatregelen die nodig zijn om de weg zo spoedig mogelijk vrij te maken, nadat een ongeval is gebeurd. Het geheel van maatregelen heet Incident Management - hierna: IM. IM ziet op doorstroom- en gebiedsontsluitende wegen - hierna: IM-wegen. Ter uitvoering van het IM is Nederland verdeeld in rayons. Per rayon wordt na het doorlopen van een openbare aanbestedingsprocedure één bergingsbedrijf geselecteerd, waarmee SIMN een overeenkomst sluit voor het op basis van exclusiviteit verrichten van alle takel- en bergingswerkzaamheden in het desbetreffende rayon. SIMN heeft in 2002, 2004 en 2006 deze takel- en bergingswerkzaamheden aanbesteed.
2.3. De Kantsingel en [eiseres sub 1 in incident] zijn bergingsbedrijven. Zij hebben beide in 2002, 2004 en 2006 telkens ingeschreven op rayon NB 323 (het gebied rondom Oss). De werkzaamheden zijn telkens gegund aan [eiseres sub 1 in incident], zij het in 2002 pas na het doorlopen van de interne beroepsprocedure.
2.4. Europ Assistance is een van de alarmcentrales. Zij heeft bij brief van 17 oktober 2003 aan een aantal bergingsbedrijven verzocht een offerte uit te brengen voor de takel- en bergingsbedrijven op de niet IM-wegen in rayon NB 353. Het ging niet om een aanbestedingsprocedure, maar een informelere selectieprocedure die overeenkomsten vertoonde met de aanbestedingsprocedure. De Kantsingel en [eiseres sub 1 in incident] hebben beide een offerte uitgebracht. Europ Assistance heeft [eiseres sub 1 in incident] geselecteerd en met haar een overeenkomst gesloten. Zij heeft de Kantsingel bericht dat zij deze niet heeft geselecteerd.
2.5. In deze procedure stelt de Kantsingel in essentie dat SIMN en Europ Assistance onrechtmatig hebben gehandeld door de opdrachten niet aan haar maar aan [eiseres sub 1 in incident] te gunnen. Volgens haar voldeed [eiseres sub 1 in incident] niet aan het gunnings-/selectiecriterium over de vereiste aanrijtijden, zodat de werkzaamheden in strijd met het bestek aan [eiseres sub 1 in incident] zijn gegund. [eiseres sub 1 in incident] heeft een misleidende voorstelling van zaken gegeven over haar aanrijtijden en op onrechtmatige manier geprofiteerd van deze onrechtmatige daden. De Kantsingel vordert twee daarop betrekking hebbende verklaringen voor recht, een verbod aan [eiseres sub 1 in incident] om nog bergingen in het rayon NB 323 te verrichten en schadevergoeding.
2.6. [eiseres sub 1 in incident] en Europ Assistance hebben bij conclusie van antwoord verweer gevoerd.
2.7. SIMN heeft zich beroepen op relatieve onbevoegdheid van de rechtbank. Zij heeft gewezen op het aanbestedingsreglement, waarin is bepaald dat de bevoegde rechter te Amsterdam uitsluitend bevoegd is. De Kantsingel voert daartegen verweer, vooral met de stelling dat art. 107 Rv prevaleert boven het forumkeuzebeding.
2.8. In dit incident wordt de verhouding tussen de art. 107 en 108 Rv aan de orde gesteld. De rechtbank is op grond van art. 99 Rv bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen tegen [eiseres sub 1 in incident] en Europ Assistance, omdat deze rechtspersonen zijn gevestigd in het arrondissement. Zonder forumkeuzebeding tussen de Kantsingel en SIMN zou de rechtbank op grond van art. 107 Rv zonder meer bevoegd zijn: het lijdt geen twijfel dat er tussen de vorderingen op de gedaagden samenhang bestaat.
2.9. De vraag die moet worden beantwoord of art. 108 Rv meebrengt dat het beroep op het forumkeuzebeding in dit geval moet worden gehonoreerd. Dat zou betekenen dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren kennis te nemen van de vorderingen van de Kantsingel op SIMN en de procedure, voor zover gevoerd tussen die partijen, moet verwijzen naar de rechtbank Amsterdam in de stand waarin zij zich bevindt.
2.10. Het gevolg daarvan is dat onderling sterk samenhangende zaken door verschillende rechters zullen worden beoordeeld. Verwijzing naar de rechtbank Amsterdam van de procedure tussen de Kantsingel, [eiseres sub 1 in incident] en Europ Assistance wegens verknochtheid is niet meer mogelijk, omdat de rechtbank dat niet ambtshalve kan en de momenten waarop partijen dat kunnen vorderen, gezien art. 220 leden 2 en 3 Rv zijn gepasseerd.
2.11. Terugkerend naar de vorderingen stelt de Kantsingel dat SIMN bij de aanbestedingen in 2002, 2004 en 2006 het gunningscriterium over de aanrijtijden onjuist heeft toegepast, waardoor deze op onrechtmatige manier de werkzaamheden voor de IM-wegen in rayon NB 323 heeft gegund aan [eiseres sub 1 in incident]. Het verwijt aan [eiseres sub 1 in incident] is dat zij een misleidende voorstelling heeft gegeven over de aanrijtijden en dat zij op een onrechtmatige manier heeft geprofiteerd van de onrechtmatige daad van SIMN. De vorderingen tegen Europ Assistance en [eiseres sub 1 in incident] volgen hetzelfde stramien, maar dan voor de niet IM-wegen in rayon NB 323.
2.12. Het is bepaald ongelukkig als deze vorderingen niet door dezelfde rechter zouden worden beoordeeld. Deze rechtbank en de rechtbank Amsterdam zouden nagenoeg dezelfde vraag over de onrechtmatige selectie of gunning door Europ Assistance, resp. SIMN moeten beoordelen, waardoor een gevaar op tegenstrijdige uitspraken zou ontstaan. Deze rechtbank zou met de vordering tegen [eiseres sub 1 in incident] niet verder kunnen, voordat de rechtbank Amsterdam zou hebben beslist op de vordering tegen SIMN, waardoor er vertraging zou ontstaan.
2.13. Daartegenover is niet duidelijk wat het belang van SIMN is om deze kwestie, losgemaakt van de vorderingen tegen de andere gedaagden, te laten beoordelen door de rechtbank Amsterdam. Hoewel zij is gevestigd in Amsterdam, moet het voor SIMN als landelijk opererende organisatie, niet bezwaarlijk zijn om in Arnhem te procederen.
2.14. In dit geval brengt art. 107 Rv daarom mee dat de rechtbank in weerwil van het forumkeuzebeding tussen de Kantsingel en SIMN bevoegd is kennis te nemen van de vordering van de Kantsingel op SIMN. Het beroep op onbevoegdheid wordt daarom verworpen.
2.15. SIMN zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1. wijst het gevorderde af,
3.2. veroordeelt SIMN in de kosten van het incident, aan de zijde van de Kantsingel tot op heden begroot op EUR 894,00,
in de hoofdzaak
3.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 14 maart 2007 voor conclusie van antwoord aan de zijde van SIMN.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2007.