ECLI:NL:RBARN:2006:BD5913
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.G. Smedema
- I.D. Jacobs
- M.J. Blaisse
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter wegens verstoorde communicatie tijdens comparitie
In deze zaak hebben verzoekers, echtelieden wonende te Vredepeel, op 7 november 2006 een wrakingsverzoek ingediend tegen een rechter die betrokken was bij hun bodemzaak. Dit verzoek werd ingediend door hun advocaat, mr. P.H.W. Pennings, en procureur, mr. N.L.J.M. Rijssenbeek. De wraking werd aangevraagd naar aanleiding van een comparitie van partijen op 26 oktober 2006, waar de gewraakte rechter de verzoekers en hun advocaat op een boze en emotionele wijze had bekritiseerd. Verzoekers voerden aan dat de rechter grievende opmerkingen had gemaakt en onvoldoende rekening had gehouden met hun belangen, wat leidde tot serieuze twijfels over zijn onpartijdigheid.
De gewraakte rechter heeft op 17 november 2006 een verweerschrift ingediend, waarin hij zijn versie van de gebeurtenissen tijdens de comparitie uiteenzette. Hij stelde dat het gedrag van mr. Pennings ongepast was en dat hij, ondanks de ontstane situatie, in staat was om de zaak onpartijdig te beoordelen. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 30 november 2006, waarbij de gewraakte rechter niet aanwezig was. De rechtbank heeft het bezwaar van verzoekers tegen het niet verschijnen van de rechter verworpen, omdat de wet geen verplichting tot verhoor van de rechter oplegt.
De rechtbank concludeerde dat de sfeer tijdens de comparitie verstoord was geraakt en dat de gewraakte rechter erkende dat toekomstige communicatie met mr. Pennings niet goed zou kunnen verlopen. Dit leidde tot de beslissing om het wrakingsverzoek toe te wijzen, omdat de mogelijkheid bestond dat de rechter niet meer de volledige onpartijdigheid in de bodemzaak zou kunnen waarborgen. De beslissing werd op 14 december 2006 openbaar uitgesproken door de wrakingskamer van de Rechtbank Arnhem.