ECLI:NL:RBARN:2006:AZ1802

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
21 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
145919
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van energieleverancier tot opschorting van levering bij betalingsachterstand

In deze zaak, die op 21 september 2006 door de Rechtbank Arnhem is behandeld, vorderden eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], dat de energieleverancier Essent Energie Verkoop Nederland B.V. de levering van gas aan hen zou hervatten. De eisers, die een tuinbouwbedrijf runnen, hadden op 15 november 2005 een overeenkomst gesloten met Essent voor de verkoop en levering van gas, ingaande op 1 januari 2006. Essent had de levering op 14 september 2006 stopgezet omdat eisers in verzuim waren met de betaling van de voorschotnota's. De kernvraag was of Essent in deze omstandigheden bevoegd was om de energielevering op te schorten.

De rechtbank oordeelde dat het spoedeisend belang van eisers voortvloeide uit hun stellingen over de betalingsachterstand. Essent had haar opschortingsrecht gebaseerd op het feit dat eisers de voorschotnota's niet of niet volledig hadden betaald, wat leidde tot een aanzienlijke betalingsachterstand. Tijdens de zitting erkenden eisers een achterstand van € 27.140,60, maar Essent betwistte dit en stelde dat de achterstand zelfs € 53.687,06 bedroeg.

De voorzieningenrechter concludeerde dat Essent geen onredelijk gebruik maakte van haar opschortingsbevoegdheid. Er waren meerdere waarschuwingen gegeven aan eisers over de beëindiging van de gaslevering bij uitblijven van betaling. De rechtbank oordeelde dat eisers toerekenbaar tekortgeschoten waren in hun verplichtingen uit de overeenkomst, waardoor Essent gerechtigd was om de levering op te schorten. De vordering van eisers werd afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Essent op € 1.064,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 145919 / KG ZA 06-606
Vonnis in kort geding van 21 september 2006
in de zaak van
1. [eiser sub 1],
zaakdoende te Waddinxveen,
2. [eiser sub 2],
zaakdoende te Waddinxveen,
beiden h.o.d.n. Miko Minikomkommers,
eisers bij dagvaarding van 20 september 2006,
procureur mr. J.F. Schouwenaar,
advocaat mr. F.O. Ligeon - Merton te Dordrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESSENT ENERGIE VERKOOP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch, kantoorhoudende te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. P. van Zwijndregt te Veghel.
Partijen zullen hierna [eisers] c.s. en Essent worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de producties van Essent
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Essent.
1.2. Vanwege de spoedeisendheid van de zaak is daarin op 21 september 2006 vonnis gewezen. Hierna zullen de overwegingen van dat vonnis worden gegeven.
2. De feiten
2.1. [eisers] c.s. heeft ten behoeve van zijn tuinbouwbedrijf op 15 november 2005 een overeenkomst gesloten met Essent inzake de verkoop en levering van gas, ingaande op 1 januari 2006.
2.2. Eveneens op 15 november 2005 hebben partijen een zogenaamd ‘voorschot(bedrag)plan’ gesloten. In dit plan is onder meer de volgende passage opgenomen.
Miko Minikomkommers (…) zal per de laatste werkdag van de maand zorgdragen voor betaling van het voorschot voor die maand. Het voorschot is vastgesteld door Essent (…) in onderstaand voorschotplan, en vormt een onverbrekelijk deel met het contract (…) welke is getekend door u op 15 november 2005.
2.3. Artikel 10 van de bij de leveringsovereenkomst behorende algemene voorwaarden voor de levering van gas aan zakelijke klanten luidt, voor zover van belang, als volgt.
1. De Leverancier is bevoegd - zo mogelijk na voorafgaande waarschuwing - de levering te
onderbreken indien en zolang in enig opzicht de Overeenkomst, deze algemene
voorwaarden of de op grond van deze voorwaarden van toepassing zijnde voorschriften
en regelingen niet zijn of worden nagekomen. Een dergelijk geval kan zich onder meer
voordoen indien:
b. de Afnemer (…) in verzuim is een vordering ter zake van de Levering dan wel een
andere vordering die de Leverancier op hem heeft, te voldoen.
2.4. Op 14 september 2006 heeft Essent de levering van gas aan [eisers] c.s. beëindigd in verband met het niet dan wel niet volledig voldoen van de voorschotnota’s.
2.5. Bij brief van 15 september 2006 heeft de advocaat van [eisers] c.s. Essent gesommeerd de levering van gas te continueren, nu niet vaststaat dat Rakan c.s. een achterstand heeft in de betalingen.
3. Het geschil
3.1. [eisers] c.s. vordert, na vermindering van eis, dat Essent op straffe van een dwangsom wordt geboden met onmiddellijke ingang de leveringsovereenkomst na te komen en energie c.q. gas te leveren aan [eisers] c.s.
3.2. [eisers] c.s. legt aan zijn vordering ten grondslag dat Essent toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiend uit de tussen partijen gesloten leveringsovereenkomst. Essent heeft immers op 14 september 2006 zonder aankondiging en zonder geldige reden de energielevering aan [eisers] c.s. beëindigd.
3.3. Essent voert gemotiveerd verweer waarop, voor zover van belang, hierna zal worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang vloeit voort uit de stellingen van [eisers] c.s.
4.2. Kernvraag die dient te worden beantwoord is, of Essent in de gegeven omstandigheden bevoegd is de energielevering aan [eisers] c.s. op te schorten.
4.3. Essent heeft haar opschortingsrecht gebaseerd op de omstandigheid dat [eisers] c.s. de voorschotnota’s niet dan wel niet volledig heeft betaald waardoor een aanzienlijke achterstand in de betaling is ontstaan. Daarmee is niet zij, Essent, maar [eisers] c.s. toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiend uit de gesloten leveringsovereenkomst. Op grond van het voorschotplan wist [eisers] c.s. immers exact welke bedragen als voorschot dienden te worden voldaan.
4.4. Ter zitting heeft [eisers] c.s. erkend dat hij een achterstand heeft in de betaling van de voorschotnota’s aan Essent voor een bedrag van € 27.140,60. Hij heeft deze betalingen vanaf juli 2006 opgeschort omdat er volgens hem onduidelijkheid bestond (en nog steeds bestaat) over de hoogte van de achterstand.
Essent heeft betwist dat er sprake is van een achterstand van € 27.140,60. Volgens Essent bedraagt de achterstand tot en met augustus 2006 € 53.687,06, terwijl [eisers] c.s. vanaf maart 2006 de voorschotnota’s niet meer heeft betaald.
4.5. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is meer dan voldoende aannemelijk geworden dat [eisers] c.s. in verzuim is. [eisers] c.s. heeft immers erkend een achterstand in de betaling te hebben van € 27.140,60. Bovendien is aannemelijk dat deze achterstand groter is nu [eisers] c.s. blijkens een door hemzelf in het geding gebracht betalingsoverzicht met ingang van juni 2006 is gestopt met betaling van de voorschotnota’s. Op grond van dit betalingsoverzicht valt zelfs niet uit te sluiten dat [eisers] c.s. nog eerder is gestopt met de betalingen. Betalingsbewijzen zijn door [eisers] c.s. in ieder geval niet overgelegd. Daarmee is [eisers] c.s. jegens Essent toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiend uit de gesloten leveringsovereenkomst. Aan Essent komt mitsdien een opschortingsrecht toe.
4.6. Voorshands geoordeeld maakt Essent geen onredelijk gebruik van haar opschortingsbevoegdheid. Uit de door de advocaat van Essent overgelegde stukken blijkt immers dat [eisers] c.s. meerdere malen en tijdig is gewaarschuwd voor beëindiging van de gaslevering indien niet zou worden betaald. Dit blijkt allereerst uit artikel 10 van de bij de leveringsovereenkomst behorende algemene voorwaarden. Voorts blijkt uit e-mailberichten van 6 juli en 4 augustus 2006 van de heer [betrokkene], credit controller bij Essent, dat
[eisers] c.s. een laatste kans is geboden om afsluiting te voorkomen door tot betaling over te gaan. Ten slotte heeft de heer [betrokkene 2], hoofd datamanagement van netbeheerder Eneco Netbeheer BV, bij brief van 15 augustus 2006 [eisers] c.s. erop gewezen dat indien men voor 29 augustus 2006 niet van een (nieuwe) leverancier bericht heeft ontvangen dat zij een nieuwe overeenkomst met [eisers] c.s. is aangegaan, men genoodzaakt is de gasaansluiting af te sluiten.
4.7. Overigens heeft Essent zich ter zitting nog bereid verklaard om tegen zekerheidsstelling en hervatting van betaling van de voorschotnota’s door [eisers] c.s. tot hernieuwde gaslevering over te gaan. Zij heeft daarbij wel opgemerkt dat dan ook de netbeheerder dient in te stemmen met heraansluiting. [eisers] c.s. heeft evenwel aangegeven geen zekerheid te willen of kunnen stellen.
4.8. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Essent in de gegeven omstandigheden bevoegd is de energielevering aan [eisers] c.s. op te schorten. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.9. [eisers] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Essent worden begroot op:
- vast recht EUR 248,00
- salaris advocaat EUR 816,00
Totaal EUR 1.064,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
5.1. wijst de vordering af;
5.2. veroordeelt [eisers] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Essent tot op heden begroot op € 1.064,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2006 in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Gameren, terwijl de overwegingen waarop de beslissing stoelt afzonderlijk zijn geminuteerd op 27 september 2006.