ECLI:NL:RBARN:2006:AY3641
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot opleggen van geheimhouding door de gemeenteraad van Rheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 3 juli 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen raadsleden van de fractie Gemeentebelangen en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden, alsmede de raad van de gemeente Rheden. De zaak betreft de beslissing van de gemeenteraad om geheimhouding op te leggen met betrekking tot de rapportage 'Gedane Zaken'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluiten van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders, die geheimhouding oplegden, als besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten worden aangemerkt, omdat deze besluiten gericht zijn op extern rechtsgevolg.
De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de beroepen van de eisers beoordeeld. De eisers, die gezamenlijk bezwaar hadden gemaakt, stelden dat hun beroep ontvankelijk was, terwijl verweerders betoogden dat het beroep niet ontvankelijk was omdat de fractie Gemeentebelangen bezwaar had gemaakt. De rechtbank oordeelde dat de eisers, die ook de raadsleden waren die het bezwaarschrift hadden ingediend, ontvankelijk waren in hun beroep. De rechtbank volgde de redenering van de eisers dat de geheimhouding hen in hun openbare optreden als raadsleden beperkt, wat een extern rechtsgevolg met zich meebrengt.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de beslissing tot het opleggen van geheimhouding niet alleen de interne organisatie van de gemeente betreft, maar ook de democratische controle door de raad van het gemeentebestuur raakt. De rechtbank heeft het besluit van verweerder II vernietigd en verweerder II opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is bepaald dat de gemeente Rheden het door eisers betaalde griffierecht dient te vergoeden.