ECLI:NL:RBARN:2006:AX9532
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw zijn ten aanzien van consumptieve leningen
Op 13 maart 2006 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP) door twee verzoekers. De verzoekers, die beiden woonden in [woonplaats], hadden op 27 december 2005 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 6 maart 2006 zijn de verzoekers gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers in een toestand verkeerden waarin zij hadden opgehouden te betalen, en dat het redelijkerwijs te voorzien was dat zij niet in staat zouden zijn om hun schulden te blijven betalen.
De rechtbank oordeelde dat de verzoekers niet te goeder trouw waren ten aanzien van het aangaan van consumptieve leningen. De verzoekers hadden een totale schuldenlast van ongeveer € 31.000,--, die was ontstaan door overbesteding en het aangaan van diverse leningen bij onder andere ABN-Amro Bank, Comfort Card, DSB Bank en PrimeLine. Ten tijde van het afsluiten van deze leningen waren de inkomsten van de verzoekers al zodanig dat zij de aflossing nauwelijks konden nakomen, en beiden hadden geen vast dienstverband, maar werkten via uitzendbureaus.
De rechtbank concludeerde dat de verzoekers, ondanks hun financiële situatie, toch leningen waren aangegaan, waaronder een lening bij de DSB Bank voor de inrichting van de kinderkamer, terwijl de verzoekster na maart 2003 niet meer werkte. De rechtbank oordeelde dat de verzoekers redelijkerwijs hadden moeten begrijpen dat zij niet in staat zouden zijn om deze kredieten te financieren, en dat zij derhalve niet te goeder trouw waren ten aanzien van hun schulden. De rechtbank heeft de verzoeken tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen en het vonnis werd later bekrachtigd door het Hof op 11 mei 2006.