ECLI:NL:RBARN:2006:AV8800
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- D. van Driel van Wageningen
- H.P.M. Kester
- J.P. Bordes
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in kort geding door de Nederlandse Hervormde Gemeente in Hersteld Verband
In deze zaak heeft de Nederlandse Hervormde Gemeente in Hersteld Verband op 7 maart 2006 een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechter die belast was met een kort geding. Dit verzoek werd behandeld door de wrakingskamer van de Rechtbank Arnhem op 30 maart 2006. De wrakingskamer heeft op 6 april 2006 besloten het verzoek tot wraking toe te wijzen. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. P. Baijense, voerde aan dat de gewraakte rechter, lid van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), niet onpartijdig kon zijn in deze zaak, gezien zijn eerdere betrokkenheid bij soortgelijke procedures en zijn lidmaatschap van de PKN.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster niet twijfelt aan de integriteit van de gewraakte rechter, maar vreest dat hij niet onpartijdig zal zijn in het kort geding. De verzoekster heeft verschillende argumenten aangevoerd, waaronder het feit dat de gewraakte rechter eerder in vergelijkbare zaken heeft geoordeeld ten gunste van partijen die tot de PKN behoren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel de omstandigheden op zichzelf niet voldoende zijn om de vrees voor vooringenomenheid te rechtvaardigen, de combinatie van deze factoren wel degelijk aanleiding geeft voor de vrees van de verzoekster.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, maar dat in dit geval de omstandigheden zodanig waren dat de vrees van de verzoekster objectief gerechtvaardigd was. De wrakingskamer heeft daarom het verzoek tot wraking toegewezen, wat betekent dat de gewraakte rechter niet langer betrokken kan zijn bij de behandeling van de zaak.