Parketnummer : 05/960065-05
Datum zittingen : 14 september 2005, 7 december 2005 en 15 maart 2006
Datum uitspraak : 29 maart 2006
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats],
thans verblijvende in de kliniek voor Intensieve en Forensische Psychiatrie van de GGzE
“De Grote Beek” , Dr. Poletlaan 1 te Eindhoven.
Raadsman: mr. A. Kos, advocaat te Barneveld.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegelaten vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 01 juni 2005 in de gemeente Zevenaar (aan de Voltastraat) opzettelijk en wederrechtelijk tussen de 8 en 15, althans een aantal, bankstellen en/of stoelen, althans meubelstukken, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Jacobs Wonen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde bankstellen en/of stoelen, althans
in voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 01)
zij op of omstreeks 21 mei 2005 in de gemeente Groningen (aan de Peizerweg)
opzettelijk en wederrechtelijk 31, althans een aantal, stoelen, in elk geval
enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Valhal B.V., in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde stoelen, althans in voornoemd(e)
goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 02)
zij in of omstreeks de periode van 11 februari 2005 tot en met 12 februari
2005 in de gemeente Wijchen (aan de Nieuweweg) opzettelijk en wederrechtelijk
15, althans een aantal, bankstellen en/of 7, althans een aantal, fauteuils,
althans een aantal meubelstukken, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of
ten dele toebehorende aan Tilders meubelen, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar
heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft
verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een
afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde bankstellen en/of stoelen, althans
in voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 03)
zij op of omstreeks 3 maart 2005, althans in of omstreeks de periode van 02
maart 2005 tot en met 03 maart 2005 in de gemeente Arnhem (aan de Venlosingel)
opzettelijk en wederrechtelijk 44, althans een aantal, banken en/of
bankstellen en/of loveseats en/of stoelen en/of (een) ander(e) goed(eren),
althans een aantal meubelstukken, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of
ten dele toebehorende aan Trendhopper Arnhem, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar
heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft
verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan (en/of naar een
afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemd(e) banken en/of bankstellen en/of
loveseats en/of stoelen en/of (een) ander(e) goed(eren), althans in
voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 04)
zij op of omstreeks 25 mei 2005, althans in of omstreeks de periode van 25 mei 2005 tot en met 7 juni 2005, in de gemeente Deventer (aan de Hannoverstraat) opzettelijk en wederrechtelijk 36, althans een aantal, bankstellen en/of stoelen, althans een aantal meubelstukken, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Wagemans Wonen en Slapen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e) klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde bankstellen en/of stoelen, althans
in voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 05)
zij op of omstreeks 12 april 2005, althans in of omstreeks de periode van 11
april 2005 tot en met 12 april 2005 in de gemeente Zoeterwoude (aan de Hoge
Rijndijk) opzettelijk en wederrechtelijk een (groot) aantal banken en/of
stoelen, althans een (groot) aantal meubelstukken, in elk geval enig(e)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Casba Wonen V.O.F., in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde banken en/of stoelen, althans in
voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 06)
zij op of omstreeks 04 februari 2005, althans in of omstreeks de periode van
4 februari 2005 tot en met 5 februari 2005 in de gemeente Apeldoorn (aan Het
Rietveld) opzettelijk en wederrechtelijk een aantal van ongeveer 30 tot 40
banken en/of stoelen, althans een (groot) aantal meulbelstukken, in elk geval
enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Rofra Meubelen Project
B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e) klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde banken en/of stoelen, althans in
voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 07)
zij op of omstreeks 22 januari 2005 in de gemeente Utrecht (aan de Kaap de
Goede Hooplaan) opzettelijk en wederrechtelijk 13, althans een aantal,
bankstellen en/of fauteuils, althans meubelstukken, in elk geval enig(e)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Happy Living, in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een
afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde bankstellen en/of fauteuils,
althans in voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 08)
zij op of omstreeks 18 juni 2004 in de gemeente Apeldoorn (aan de Kayersdijk)
opzettelijk en wederrechtelijk 18 banken en/of 4 fauteuils, althans een aantal
meubelstukken, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan De Groot Wonen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt,
welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft
verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een
afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde banken en/of fauteuils, althans in
voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 09)
zij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2004 tot en met 22 oktober 2004
in de gemeente Heerlen (In de Cramer) opzettelijk en wederrechtelijk vier
zitmeubelen, althans een aantal meubelstukken, in elk geval enig(e)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Poppeliers B.V., in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd
en/of onbruikbaar heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde zitmeubelen, althans in
voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 10)
zij op of omstreeks 13 oktober 2004 in de gemeente Heerlen (In de Cramer) opzettelijk en wederrechtelijk 20, althans een aantal, bankstellen en/of stoelen, althans een (groot) aantal meubelstukken, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Knibbeler, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is/heeft verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en/of naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en/of (een) ander(e)
klant(en) was/waren en/of aldaar rondgekeken en/of een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en/of (vervolgens) met een (verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) mes, althans een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en/of stiekem en/of in stilte en/of verholen en/of sluw en/of op (een) plek(ken)/plaats(en) waar dat
voor een ander dan verdachte niet (direct/onmiddellijk) zichtbaar was en/of op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet (direct/onmiddellijk) voor een ander dan verdachte zichtbaar was gestoken en/of gesneden in voornoemde bankstellen en/of stoelen, althans
in voornoemd(e) meubelstukken/goed(eren);
(artikel 354 Wetboek van Strafrecht)
(ZD 11).
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 14 september 2005, 7 december 2005 en 15 maart 2006 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte, telkens bijgestaan door mr. A. Kos, advocaat te Barneveld, verschenen.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
? Jacobs Wonen;
? Valhal B.V.;
? Tilders Meubelen B.V.;
? Wagemans Wonen en Slapen;
? Casba Wonen V.O.F.;
? Rofra Meubelen project B.V.;
? Poppeliers B.V.; en
? Knibbeler Meubel B.V.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10 en 11 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 208 dagen voorwaar-delijk met een proeftijd van 2 jaren voor de algemene voorwaarde, en voorts met een proeftijd van 3 jaren voor de als bijzondere voorwaarde op te leggen klinische opname in “De Grote Beek” voor de duur van 1 jaar en reclasse-ringstoezicht, ook als dit toezicht inhoudt het volgen van een ambulante behandeling en/of het gebruik van de voorgeschreven medicijnen en/of het bij zich dragen van een mobiele telefoon en voorts met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen bescheiden teruggegeven zullen worden aan de verdachte.
De officier van justitie heeft verder gesteld dat de benadeelde partijen Jacobs Wonen, Valhal B.V., Tilders Meubelen B.V., Wagemans Wonen en Slapen, Casba Wonen V.O.F., Rofra Meubelen project B.V., Poppeliers B.V. en Knibbeler Meubel B.V. niet-ontvanke-lijk verklaard dienen te worden verklaard in de vorde-ringen.
Verdachte en haar raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 3, 7, 9, 10 en 11 is tenlastege-legd en zal haar daarvan vrij-spreken.
De rechtbank is van oordeel dat er - hoewel er sterke aanwijzingen zijn – niet voldoende bewijsmiddelen zijn die in hun onderlinge samenhang beschouwd tot de overtuiging leiden, dat verdachte deze tenlastegelegde feiten heeft begaan. Weliswaar is de manier waarop de vernielingen zijn gepleegd hetzelfde, maar dit gegeven is op zichzelf onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 4, 5, 6 en 8 tenlastegelegde heeft begaan.
De bewijsmiddelen zijn naast de aangiften en de door verdachte afgelegde bekennende verklaringen bij de politie (zaken 1, 2, 4, 5 en 6) onder meer verklaringen van buschauffeurs, herkenningen door getuigen en de bij verdachte aangetroffen treinkaartjes, strippenkaarten en een notitieboekje.
De rechtbank acht bewezen dat:
zij op 01 juni 2005 in de gemeente Zevenaar (aan de Voltastraat) opzettelijk en wederrechtelijk een aantal, bankstellen en stoelen, toebehorende aan Jacobs Wonen, heeft beschadigd welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is verdachte toen aldaar een meubelwinkel binnengegaan en naar een etage gegaan waar geen personeel en andere klanten waren en aldaar rondgekeken en een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en vervolgens met een verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar mes, heimelijk en stiekem en in stilte en verholen en sluw en op plekken/plaatsen waar dat
voor een ander dan verdachte niet direct/onmiddellijk zichtbaar was en op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet direct/onmiddellijk voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gesneden in voornoemde bankstellen en stoelen;
zij op 21 mei 2005 in de gemeente Groningen (aan de Peizerweg)
opzettelijk en wederrechtelijk een aantal, stoelen, toebehorende aan Valhal B.V., heeft
beschadigd, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is verdachte toen aldaar een meubelwinkel binnengegaan en naar een afdeling/etage gegaan waar weinig personeel en/ andere klanten waren en aldaar rondgekeken en een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en vervolgens met een verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar mes, heimelijk en stiekem en in stilte en verholen en sluw en op plekken/plaatsen waar dat voor een ander dan verdachte niet direct/onmiddellijk zichtbaar was en op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet direct/onmiddellijk voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gesneden in voornoemde stoelen;
zij op 3 maart 2005, in de gemeente Arnhem (aan de Venlosingel) opzettelijk en wederrechtelijk een aantal, banken en bankstellen en loveseats en stoelen toebehorende aan Trendhopper Arnhem, heeft beschadigd, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is verdachte toen aldaar een meubelwinkel binnengegaan en/of naar een
afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en andere klanten waren en aldaar rondgekeken en een moment afgewacht waarop zij zich onbespied waande en vervolgens met een verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar mes, heimelijk en stiekem en in stilte en verholen en sluw en op plekken/plaatsen waar dat
voor een ander dan verdachte niet direct/onmiddellijk zichtbaar was en op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet direct/onmiddellijk voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gesneden in voornoemde banken en bankstellen en loveseats en stoelen;
zij op 25 mei 2005, in de gemeente Deventer (aan de Hannoverstraat) opzettelijk en wederrechtelijk een aantal bankstellen en stoelen toebehorende aan Wagemans Wonen en Slapen, heeft beschadigd, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is verdachte toen aldaar een meubelwinkel binnengegaan en naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en andere klanten waren en aldaar rondgekeken en een moment afgewacht waarop zij zich onbespied waande en vervolgens met een verborgen en/of
niet voor een ander dan verdachte zichtbaar mes, heimelijk en stiekem en in stilte en verholen en sluw en op plekken/plaatsen waar dat voor een ander dan verdachte niet direct/onmiddellijk zichtbaar was en op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet direct/onmiddellijk voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gesneden in voornoemde bankstellen en stoelen;
zij op 12 april 2005, in de gemeente Zoeterwoude (aan de Hoge
Rijndijk) opzettelijk en wederrechtelijk een aantal banken en stoelen, toebehorende aan Casba Wonen V.O.F., heeft beschadigd, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is verdachte toen aldaar een meubelwinkel/-boulevard binnengegaan en naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en andere
Klanten waren en aldaar rondgekeken en een moment afgewacht waarop zij zich onbespied waande en vervolgens met een verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar mes, heimelijk en stiekem en in stilte en verholen en sluw en op plekken/plaatsen waar dat
voor een ander dan verdachte niet direct/onmiddellijk zichtbaar was en op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet direct/onmiddellijk voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gesneden in voornoemde banken en stoelen;
zij op 22 januari 2005 in de gemeente Utrecht (aan de Kaap de
Goede Hooplaan) opzettelijk en wederrechtelijk een aantal,
bankstellen en fauteuils, toebehorende aan Happy Living, heeft beschadigd, welk bovenomschreven misdrijf arglistig werd gepleegd, immers is verdachte toen aldaar een meubelwinkel binnengegaan en naar een afdeling/etage gegaan waar geen/weinig personeel en andere klanten waren en/ aldaar rondgekeken en een moment afgewacht
waarop zij zich onbespied waande en vervolgens met een (verborgen en/of niet voor een ander dan verdachte zichtbaar) scherp en/of puntig voorwerp, heimelijk en stiekem en in stilte en verholen en sluw en op plekken/plaatsen waar dat voor een ander dan verdachte niet direct/onmiddellijk zichtbaar was en op zodanige wijze dat de toegebrachte schade niet direct/onmiddellijk voor een ander dan verdachte zichtbaar was, gestoken en/of gesneden in voornoemde bankstellen en fauteuils.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van de feiten 1, 2, 4, 5, 6 en 8, telkens:
het arglistig plegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
4b. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Over verdachte is een multidisciplinair rapport opgemaakt door drs. P.K. Kristensen, psycholoog, en dr. J.M.J.F. Offermans, psychi-ater, respectievelijk geda-teerd 4 december 2005 en 5 december 2005, waarin zij conclu-deren dat bij verdachte ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten sprake was van een ziekelijke stoornis (traumatisering/
posttraumatische stressstoornis) en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermo-gens (persoonlijkheidsproblematiek/borderline persoonlijkheidsstoornis). De deskundigen menen dat er bij verdachte sprake is van een permanent/chronisch ziektebeeld.
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat bij een bewezenverklaring ontslag van alle rechtsvervolging dient te volgen, omdat verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten volledig ontoerekeningsvatbaar was.
De rechtbank deelt de mening van de raadsman dat verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de tenlastegelegde feiten niet.
De psychiater Offermans en psycholoog Kristensen zijn van oordeel dat verdachte het wederrechtelijke van haar handelen heeft kunnen inzien. Verdachte is naar hun oordeel echter minder dan de gemiddelde normale mens in staat geweest haar wil in vrijheid - overeenkomstig een dergelijk besef - te bepalen. De psychiater en psycholoog concluderen dat verdachte als sterk verminderd toerekeningsvatbaar moet worden aangemerkt.
De rechtbank verenigt zich met die conclusie en maakt die tot de hare.
Subsidiair heeft de raadsman als reden voor een ontslag van alle rechtsvervolging een beroep gedaan op psychische overmacht. Als onderbouwing van dit verweer verwijst de raadsman naar een passage in het door psychiater Offermans uitgebrachte rapport. In deze passage schrijft psychiater Offermans dat verdachte voor een groot deel wordt beheerst door agressieve handelingen waarop zij nauwelijks greep heeft en controle kan uitoefenen. Naar het oordeel van de raadsman betekent dit dat er sprake is geweest van een grote mate van onvrijheid en sterke drang, waar verdachte nauwelijks weerstand aan kon bieden, zijnde een psychische overmachtsituatie.
De rechtbank verwerpt het beroep op psychische overmacht. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat verdachte heeft gehandeld uit een van buiten komende drang of dreiging van psychische aard, die voor verdachte acuut en onweerstaanbaar was.
Hieruit volgt dat niet kan worden gezegd dat verdachte niet strafbaar is. Er is voorts ook geen andere omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 23 februari 2006;
- voorlichtingsrapporten van Reclassering Nederland, gedateerd 17 augustus 2005 en 9 maart 2006, betreffende verdachte; en
- het onder 5. genoemde rapport.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft op een zeer geraffineerde wijze bij zes meubelzaken een groot aantal meubelstukken beschadigd. Bij vier van de bewezenverklaarde feiten hebben zich benadeelden partijen gevoegd. Het totaal van die vorderingen bedraagt € 171.921, aan materiële schade. Uit het aangehaalde uittreksel uit het algemeen documentatiere-gister blijkt voorts dat verdachte reeds eerder ter zake van vernieling is veroor-deeld. Een -straf-rechtelijke reactie in de vorm van een forse onvoor-waardelijke gevan-genisstraf zou voor de feiten sec op haar plaats zijn.
Echter gelet op de sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten en hetgeen door dr. J.M.J.F. Offermans, psychiater en drs. P.K. Kristensen, psycholoog in hun rapport naar voren is gebracht omtrent de behandelingsmogelijkheden van verdachte, komt de rechtbank tot een ander oordeel.
Uit de rapportage van de deskundigen valt op te maken dat zij de voorkeur geven aan een behandeling en dat zij mogelijkheden zien om verdachte na de intramurale behandeling in De Grote Beek, GGzE te Eindhoven, een ambulante behandeling te laten ondergaan, mits haar huidige behandelaar bij De Grote Beek, dhr. L. Paesen een belangrijke rol blijft spelen.
Paesen, die ter terechtzitting als getuige-deskundige is gehoord, heeft verklaard dat er bij verdachte veel vooruitgang is geboekt in het afgelopen kwartaal. In de drie jaren dat verdachte bij hem onder behandeling is heeft hij haar nog nooit in zo’n stabiele conditie meegemaakt. Naar zijn oordeel is verdachte toe aan een volgende stap en is een verdere intramurale behandeling niet meer nodig. Normaliter wanneer de rechtbank een intramurale behandeling oplegt, wordt naast de maximale duur van de behandeling bepaald dat deze korter mag duren indien de behandelaars een verdere intramurale behandeling niet meer nodig achten. Gelet op de mededeling van de behandelaar ter terechtzitting acht de rechtbank het daarom niet zinvol om de officier van justitie te volgen in haar eis tot het opleggen van een klinische opname gedurende 1 jaar in De Grote Beek als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk op te leggen straf.
Bij de Wet herijking wettelijke strafmaxima van 22 december 2005, in werking getreden op 1 februari 2006, is onder meer artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht gewijzigd. Nu de wet ter zake geen overgangsregeling kent, heeft de rechtbank - mede gelet op de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juli 2001, NJ 2002, 482 - bezien of deze wijziging getuigt van een gewijzigd inzicht van de wetgever omtrent de strafwaardigheid van de feiten waarop die bepaling betrekking heeft dan wel is ingegeven door de wens de straftoemetingsmogelijk-heden te verruimen en de rechter aldus in staat te stellen om een op de persoon van de dader toegesneden straf op te leggen. Bij de behandeling van het wetsvoorstel is in de Tweede Kamer het amendement Wolfsen aangenomen als gevolg waarvan artikel 14a is gewijzigd. In de toelichting op dit amendement staat onder meer
"met de toename van het aantal zware en langdurige programma’s die als bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke veroordeling kunnen worden opgelegd is de maximum voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar niet in alle gevallen toereikend. Een veroordeelde zal meer gemotiveerd zijn tot deelname aan een bijzondere voorwaarde als hij ook in strafzwaarte te winnen heeft bij deelname. Door het maximum als voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf te verhogen tot twee jaar kan het evenwicht tussen een zware bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling en de daar tegenover staande gevangenisstraf worden hersteld".
Bezien in de context van het wetsvoorstel - dat beoogde de op strafbare feiten gestelde strafmaxima meer tot uitdrukking te laten brengen in welke mate het feit maatschappelijk onaanvaardbaar wordt geacht - geeft naar het oordeel van de rechtbank de in dit amendement en daarmee door de wetgever aanvaarde wijziging van artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht mede blijk van een gewijzigd inzicht van de wetgever.
Op grond van het bepaalde in artikel 1 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht moet vervolgens worden bezien welke bepaling voor de verdachte het gunstigst is.
Nu de afweging voor de rechtbank is ofwel het opleggen van een langere onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf - waarvoor goede redenen bestaan, gezien de aard en de ernst van de feiten en in het bijzonder ook de recidive en het feit dat verdachte deze delicten pleegde terwijl zij onder behandeling was in de nasleep van een vorige veroordeling - ofwel het opleggen van een groter voorwaardelijk deel dan op basis van artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht oud mogelijk is, zal het rechtbank met toepassing van het per 1 februari 2006 geldende artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht een langere voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, met de nader te noemen bijzondere voorwaarde. De reden voor een zeer lange voorwaardelijke gevangenisstraf is dat het recidiverisico hoog is en dat gebleken is dat detentie verdachte zwaar valt, zodat dit haar misschien zal weerhouden zich in de toekomst wederom schuldig te maken aan strafbare feiten.
Gelet op de hiervoor aangeduide afweging, is toepassing van de nieuwe bepaling voor de verdachte gunstiger.
De rechtbank zal aan de voorwaarde-lijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich zal dienen te houden aan de aanwijzingen van de reclasse-ring, ook als dit inhoudt het ondergaan van een behandeling bij GGzE te Eindhoven of een andere soortgelijke instelling, het gebruik van de voorgeschreven medicijnen en het bij zich dragen van haar mobiele telefoon. De rechtbank ziet aanleiding om de proeftijd voor de bijzondere voorwaarde te bepalen op 3 jaren.
Gelet op de duur van de reeds door verdachte ondergane voorlopige hechtenis zal de rechtbank het inmiddels geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte opheffen.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen toebehoren aan de verdachte en aan verdachte zullen moeten worden teruggegeven.
6a. De beoordeling van de civiele vorde-ringen
De benadeelde partijen hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vorde-ring, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De rechtbank zal de civiele vordering van Jacobs Wonen tot een bedrag van € 9.014,59 aan materiële schade toewij-zen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken naar redelijkheid en billijkheid op dat bedrag is begroot.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering ter zake vergoeding van materiële schade omdat dit deel van de vordering onvol-doende met stukken is onderbouwd en daarmee niet van zo eenvoudige aard is dat het zich leent voor behandeling in het strafge-ding.
De rechtbank acht voldoende bewezen dat benadeelde partij Valhal B.V. door hetgeen haar is aangedaan materiële schade heeft geleden en dat zij uit dien hoofde terecht aanspraak maakt op vergoeding van die schade. De rechtbank kan in deze strafrechtelijke procedure niet exact vaststellen welk bedrag aan vergoeding voor de geleden materiële schade juist is. Zij is echter van oordeel dat in ieder geval een bedrag van € 10.000,00 aan schadevergoeding op zijn plaats is zodat zij dit bij wijze van voorschot bedrag zal toewijzen aan de benadeelde partij. De vordering is voorzo-ver zij strekt tot vergoeding van een hoger bedrag wegens materiële schade niet van eenvoudige aard zodat de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk is en de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Voor de toewijsbare delen van de vorderingen geldt tevens dat de rechtbank de schadevergoe-dingsmaatregel ex art. 36f van het Wetboek van Strafrecht zal toepassen en dus verdachte de verplich-ting zal opleggen een bedrag, gelijk aan het door de rechtbank toe te wijzen schadebe-drag, aan de Staat te betalen ten behoeve van de benadeelde partijen.
Gelet op het bepaalde in artikel 60a jo 24c van het Wetboek van Strafrecht wordt bij de maatregel betreffende de benadeelde partijen het aantal dagen hechtenis telkens op 180 dagen bepaald.
De rechtbank acht de vorderingen Wagemans Wonen en Slapen en Casba Wonen V.O.F. niet van eenvoudige aard, nu deze onvoldoende zijn gemotiveerd en er geen specificaties zijn overgelegd, zodat deze benadeelde partijen in het onderhavige strafgeding in de vorderingen niet-ontvanke-lijk zijn. Mogelijk kunnen de benadeelde partijen de schade verhalen via de burgerlijke rechter.
De rechtbank zal de benadeelde partijen Tilders Meubelen B.V., Rofra Meubelen project B.V., Poppeliers B.V. en Knibbeler Meubel B.V. niet-ontvankelijk verklaren in de vorderingen omdat de door hen geleden schade niet recht-streeks is toegebracht door een van de bewezenverklaarde feiten.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 1, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 60a, 350 en 354 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van de onder 3, 7, 9, 10 en 11 tenlastegelegde feiten.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 25 (vijfentwintig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 20 (twintig) maanden niet zullen worden tenuitvoergelegd, ten-zij de rechter later anders mocht gelasten. De rechtbank stelt een proeftijd vast van twee (2) jaren. De tenuitvoerleg-ging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proef-tijd heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Bepaalt daarnaast als bijzondere voorwaarde, met een proeftijd van drie (3) jaren:
- Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzin-gen die haar door of namens de Re-classe-ring Nederland zullen worden gegeven, ook als dit zal inhouden het ondergaan van een ambulante behandeling bij GGzE te Eindhoven of een andere, vergelijkbare instelling, en/of het gebruik van de voorgeschreven medicijnen en/of het bij zich dragen van haar mobiele telefoon, voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling no-dig wordt geacht.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer-legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Beveelt de teruggave van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen, te weten:
? een treinkaartje;
? vier vrij reizenkaartjes 60+;
? twee strippenkaarten;
? een reductiepas voor de trein;
? een plaatsingsbewijs stalling fiets; en
? een jas,
aan de veroordeelde.
Heft op het (inmiddels geschorste) bevel voorlopige hechtenis.
Een voorts ten aanzien van feit 1:
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Jacobs Wonen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan Jacobs Wonen, gevestigd te 6092 PT Zevenaar, Voltastraat 1-11, te betalen € 9.014,59 (zegge negenduizend en veertien euro en negenenvijftig cent).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk nu de vordering voor dat gedeelte niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Verstaat dat de vordering voor wat dit betreft kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Maatregel van schadevergoeding ad € 9.014,59, subsidiair 180 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Jacobs Wonen, gevestigd te 6092 PT Zevenaar, Voltastraat 1-11, te betalen € 9.014,59, (zegge negenduizend en veertien euro en negenenvijftig cent), bij gebreke van volledi-ge betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 180 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat, indien en voor zover de veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Jacobs Wonen, de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien en voor zover veroordeel-de aan de benadeelde partij heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Een voorts ten aanzien van feit 2:
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Valhal B.V.
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan Valhal B.V., gevestigd te 9727 AK Groningen, Peizerweg 76A, te betalen € 10.000,00 (zegge tienduizend euro).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk nu de vordering voor dat gedeelte niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Verstaat dat de vordering voor wat dit betreft kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Maatregel van schadevergoeding ad € 10.000,00, subsidiair 180 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Valhal B.V., gevestigd te 9727 AK Groningen, Peizerweg 76A, te betalen € 10.000,00, (zegge tienduizend euro), bij gebreke van volledi-ge betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 180 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat, indien en voor zover de veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Valhal B.V., de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien en voor zover veroordeel-de aan de benadeelde partij heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Een voorts ten aanzien van feit 3:
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Tilders Meubelen B.V., gevestigd te 6603 BN Wijchen, Nieuweweg 303.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Een voorts ten aanzien van feit 5:
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Wagemans Wonen en Slapen, gevestigd te 7418 BL Deventer, Hannoverstraat 5.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Een voorts ten aanzien van feit 6:
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Casba Wonen V.O.F., gevestigd te 2382 AP Zoeterwoude, Hoge Rijndijk 315.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Een voorts ten aanzien van feit 7:
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Rofra Meubelen project B.V., gevestigd te 8171 NS Vaassen, Griftsemolenweg 25.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Een voorts ten aanzien van feit 10:
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Poppeliers B.V., gevestigd te 5121 DJ Rijen, Europalaan 24.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Een voorts ten aanzien van feit 11:
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Knibbeler Meubel B.V., gevestigd te 6412 PM Heerlen, In de Cramer 68.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. W.J. Vierveijzer, rechter, als voorzitter
mr. N.W. Huijgen, vice-president,
mr. S.H.M. van der Heiden, rechter,
in tegenwoordigheid van J. van Elst, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 maart 2006.