ECLI:NL:RBARN:2006:AV6568
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsanering wegens ernstige misdrijven en niet te goeder trouw zijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 13 maart 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die schulden heeft van ongeveer € 96.000,-, heeft een aanzienlijk deel van deze schulden opgebouwd door de exploitatie van een besloten club in België. De verzoeker is in het verleden veroordeeld voor verschillende ernstige misdrijven, waaronder drugshandel en mensenhandel, en heeft nog gevangenisstraffen en geldboetes openstaan die hij moet uitzitten en betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er gegronde vrees bestaat dat de verzoeker zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet zal kunnen nakomen, gezien de ernst van de misdrijven en de openstaande straffen in België.
De rechtbank overweegt dat de verzoeker niet te goeder trouw is ten aanzien van zijn schulden, vooral die voortvloeiend uit de exploitatie van de club. Hoewel de schulden meer dan vijf jaar geleden zijn ontstaan, zijn ze het gevolg van zeer ernstige misdrijven, wat betekent dat deze schulden langer aan de toepassing van de schuldsaneringsregeling in de weg staan. De rechtbank heeft het verzoek tot schuldsanering dan ook afgewezen, met de overweging dat de uitvoering van de regeling ernstig zou worden doorkruist door de openstaande straffen in België.
De beslissing van de rechtbank is genomen door mr. F.M.T. Quaadvliet, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De rechtbank heeft de verzoeker in zijn verzoek niet in het gelijk gesteld en de afwijzing van de schuldsanering is definitief.