ECLI:NL:RBARN:2006:AV6561
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsanering wegens overbesteding en niet te goeder trouw zijn
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 13 maart 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door de verzoekster op 30 december 2005. De verzoekster is op 6 maart 2006 gehoord ter terechtzitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de gestelde eisen en dat de verzoekster verkeert in een toestand van betalingsonmacht. Echter, de rechtbank heeft het verzoek afgewezen op basis van overbesteding en het niet te goeder trouw zijn van de verzoekster.
De verzoekster had een bijstandsuitkering en had reeds een lening van de gemeente voor inrichtingskosten. Desondanks heeft zij met een Comfort Card onterecht zaken aangeschaft voor haar woning, wat heeft geleid tot een openstaand bedrag van € 4.278,42. Daarnaast heeft zij bij Neckermann een camcorder en een hogedrukspuit besteld en heeft zij twee belschulden van ongeveer € 1.600,--. De rechtbank concludeert dat de verzoekster niet te goeder trouw is geweest in het ontstaan van haar schulden.
Bovendien heeft de verzoekster in 2004 geld betaald aan mensen die haar hielpen naar Nederland te komen, waarvoor zij geld heeft geleend bij de Postbank. Ook deze schuld is niet te goeder trouw. Tot slot heeft zij een lening afgesloten om in september 2005 op vakantie naar Turkije te gaan, wat de rechtbank beschouwt als een gebrek aan werkelijke saneringsgezindheid. De rechtbank oordeelt dat de verzoekster redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zij de kosten van deze uitgaven en leningen niet kon dragen met haar bijstandsuitkering. Gelet op de recente uitgaven zijn er geen persoonlijke omstandigheden gebleken die haar thans zouden toelaten tot de schuldsanering.