ECLI:NL:RBARN:2006:AV3345

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
11 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
134792
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afweging van maatschappelijke belangen in kort geding tussen Wakker Dier en Nederlandse Vakbond Pluimveehouders

In deze zaak, die op 11 januari 2006 door de Rechtbank Arnhem is behandeld, staat de afweging van twee belangrijke maatschappelijke belangen centraal. Enerzijds is er het belang van de Stichting Wakker Dier, die zich inzet voor het welzijn van dieren en zich tegen onterechte beschuldigingen in de media wil beschermen. Anderzijds is er het belang van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) en haar voorzitter, die zich kritisch willen uitlaten over de activiteiten van Wakker Dier. De zaak is ontstaan naar aanleiding van een uitspraak van de voorzitter van de NVP, die Wakker Dier een 'criminele organisatie' noemde. Wakker Dier vorderde in kort geding dat deze uitlatingen zouden worden rectificeerd en dat de NVP en haar voorzitter zich in de toekomst zouden onthouden van dergelijke beschuldigingen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis de belangen van beide partijen tegen elkaar afgewogen. Hij oordeelde dat de beschuldiging van Wakker Dier als criminele organisatie onterecht was en dat de NVP en haar voorzitter niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun beweringen. De rechter benadrukte dat de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt is en dat feitelijke onjuistheden niet zijn toegestaan. De rechter heeft de NVP en haar voorzitter veroordeeld tot rectificatie van hun uitlatingen in verschillende media en op hun website, en hen verboden om in de toekomst Wakker Dier als criminele organisatie te bestempelen.

De uitspraak is van belang voor de bescherming van organisaties die zich inzetten voor dierenwelzijn en de grenzen van de vrijheid van meningsuiting in het publieke debat. De rechter heeft de NVP en haar voorzitter ook in de proceskosten veroordeeld, wat aangeeft dat de rechter de onrechtmatigheid van hun uitlatingen heeft erkend. Dit vonnis onderstreept de noodzaak voor zorgvuldigheid in het uiten van beschuldigingen in de media, vooral wanneer het gaat om ernstige beschuldigingen die de reputatie van een organisatie kunnen schaden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 134792 / KG ZA 05-760
Vonnis in kort geding van 11 januari 2006
in de zaak van
de stichting
STICHTING WAKKER DIER,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
procureur mr. J.M. Bosnak,
advocaat: mr. A.A.H. Bruinhof te Amsterdam,
tegen
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
NEDERLANDSE VAKBOND PLUIMVEEHOUDERS,
gevestigd te Barneveld,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
verschenen in de persoon van A. [gedaagde sub 2].
Eiseres zal hierna Wakker Dier genoemd worden en gedaagden NVP en [gedaagde sub 2] en tezamen als gedaagden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van Wakker Dier,
- de pleitnota van gedaagden.
-
In verband met de spoedeisendheid van de zaak wordt daarin op 11 januari 2006 vonnis gewezen. De overwegingen waarop dat vonnis stoelt volgen hierna.
2. De feiten
2.1. Wakker Dier is een dierenbeschermingsorganisatie die zich met name richt op het welzijn van dieren in de bio-industrie. Wakker Dier beschikt over het CBF Keur van het Centraal Bureau Fondswerving. Om dat keurmerk te behouden wordt jaarlijks getoetst of zij nog aan de daarvoor geldende criteria voldoet. Daartoe behoren eisen op het gebied van onafhankelijkheid van het bestuur, een behoorlijk beleidsplan en een behoorlijke financiële organisatie.
2.2. De NVP is een organisatie die zich ten doel stelt de belangen voor de pluimveehouders in Nederland te behartigen.
2.3. Wakker Dier is een campagne gestart "Rem het virus - eet geen kip". Wakker Dier stelt zich op het standpunt dat de massale concentraties van pluimvee in de bio-industrie in binnen- en buitenland ertoe bijdragen dat het vogelpest-virus kan overleven en zich kan verspreiden. In haar campagne roept Wakker Dier de consumenten op geen kip meer te eten zolang de dreiging van vogelpest niet is weggenomen en het non-vaccinatiebeleid van kippen gehandhaafd blijft.
2.4. Op een bijeenkomst van pluimveehouders in Wijchen op 23 november 2005 heeft [gedaagde sub 2] de volgende uitspraak gedaan: "Wakker Dier is een criminele organisatie, haar oproep om geen pluimveevlees te eten slaat nergens op en benadeelt de pluimveevleessector in ernstige mate". Met toestemming van [gedaagde sub 2] heeft een bij die bijeenkomst aanwezige journalist deze tekst onder de kop: "Wakker Dier is een criminele organisatie" op 26 november 2005 in het Agrarisch Dagblad geplaatst. Deze uitspraak is ook opgenomen in het vakblad Pluimveehouderij van 26 november 2005.
2.5. De raadsman van Wakker Dier heeft gedaagden bij brief van 27 november 2005 gesommeerd de gewraakte uitlatingen te rectificeren. Op 7 december heeft de raadsman dit verzoek telefonisch herhaald. [gedaagde sub 2] heeft aangegeven niet uit vrije wil te zullen rectificeren.
2.6. Op 15 december 2005 is op de website van de NVP een bericht geplaatst onder de titel: "[gedaagde sub 2] rectificeert uitspraak over Wakker Dier niet".
Ook werden ten behoeve van de behandeling van dit kort geding op 10 januari op die site leden en donateurs van de NVP opgeroepen om de uitspraak dat Wakker Dier een criminele organisatie is middels een verklaring daartoe te ondersteunen.
2.7. Op 22 december 2005 heeft de raadsman van Wakker Dier gedaagden nogmaals verzocht om vrijwillig tot rectificatie over te gaan. Hieraan is geen gevolg gegeven door gedaagden.
3. Het geschil
3.1. Wakker Dier vordert - kort weergegeven - dat gedaagden:
a. wordt verboden om Wakker Dier in de toekomst een criminele organisatie te noemen of een andere soortgelijke benaming te hanteren,
b. worden veroordeeld om rectificaties van hun uitlatingen te plaatsen in het Agrarisch Dagblad en in het vakblad Pluimveehouderij,
c. worden veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie op de homepage van hun website,
d. worden veroordeeld per aangetekende post op haar gebruikelijk postpapier een rectificatie-brief te zenden aan al diegenen die een steunbetuiging als bedoeld op de website van de NVP hebben ingezonden.
3.2. Wakker Dier legt aan haar vorderingen - kort samengevat - ten grondslag dat gedaagden haar er ten onrechte van betichten een criminele organisatie te zijn wat onrechtmatig is. Zij stelt een keurige organisatie te zijn, die uitsluitend actie voert binnen de grenzen van de wet. Dat is de manier waarop zij wil werken en wat haar achterban wenst. Het is naar haar zeggen ook dat wat haar geloofwaardig maakt bij acties. Nu gedaagden niet vrijwillig tot rectificatie hebben willen overgaan en zij bovendien anderen oproepen (via hun website) om zich eveneens onrechtmatig jegens Wakker Dier uit te laten, constateert Wakker Dier dat gedaagden welbewust een onrechtmatige uitlating publiek gemaakt hebben. Omdat dit haar goede naam schaadt, zeker nu na de moord op Pim Fortuyn dierenrecht-organisaties toch al onder druk staan en worden vereenzelvigd met criminaliteit en de uitlatingen zijn gedaan door de NVP, een organisatie met een maatschappelijke positie, wil Wakker Dier rectificaties van die uitlatingen.
3.3. Gedaagden voeren als verweer aan - eveneens kort samengevat - dat Wakker Dier weliswaar zegt de misstanden in de pluimveesector aan de kaak te willen stellen, maar dat er geen sprake is van misstanden aangezien ook de pluimveehouders opereren binnen de grenzen van de wet. Zij stellen dat door de manier van actie voeren van Wakker Dier, waarbij veel druk wordt uitgeoefend op het bedrijfsleven en ondernemers worden gechanteerd, de pluimveehouders zich al jaren bedreigd voelen. De psychische en emotionele schade daarvan is groot. Het wordt niet alleen ervaren als crimineel gedrag, maar ook als constante terreurdreiging tegen de voedselproducenten en hun gezinnen. Gelet hierop meent [gedaagde sub 2] het recht op vrijheid van meningsuiting niet te hebben overschreden.
Door het veelvuldig wisselen van namen en opgaan van de ene stichting of vereniging in de andere is het voor buitenstaanders bovendien bijna onmogelijk geworden om op de hoogte te zijn van de nauwe dwarsverbanden tussen Wakker Dier en haar criminele achterban, aldus gedaagden.
4. De beoordeling
4.1. Het gaat in deze zaak om de afweging van twee tegenover elkaar staande hoogwaardige maatschappelijke belangen, namelijk het belang van Wakker Dier om niet door publicaties in de media, waaronder het internet, te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen en het belang van gedaagden dat zij zich kritisch en opinierend moeten kunnen uitlaten om te voorkomen dat door een gebrek aan bekendheid bij het grote publiek, misstanden die de samenleving raken, kunnen blijven voortbestaan. Welke van deze belangen in een concreet geval de doorslag behoort te geven hangt volgens vaste jurisprudentie af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden waaronder in het bijzonder de door de Hoge Raad in het arrest van 24 juni 1983, NJ 1984, 801 genoemde factoren:
a. de aard van de gepubliceerde verdenkingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die verdenkingen betrekking hebben;
b. de ernst -bezien vanuit het algemeen belang - van de misstand welke de publicatie aan de kaak beoogt te stellen;
c. de mate waarin ten tijde van de publicatie de verdenkingen steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal;
d. de inkleding van de verdenkingen gezien in verhouding tot de onder a tot en met c bedoelde factoren;
e. de mate van waarschijnlijkheid dat, ook zonder de verweten publicaties in de pers, in het algemeen belang het nagestreefde doel langs andere, voor de wederpartij minder schadelijke wegen met een redelijke kans op spoedig succes redelijk bereikt had kunnen worden;
f. de mogelijke beperking van het door de perspublicatie te veroorzaken nadeel voor degene die erdoor wordt getroffen, in verband met de kans dat het betreffende stuk, ook zonder de verweten beschikbaarstelling aan de pers, in de publiciteit zou zijn gekomen.
Deze opsomming is niet limitatief, zo speelt in dit geval ook een rol het gezag dat derden aan gedaagden zullen toekennen vanwege hun maatschappelijke positie. De opgesomde omstandigheden wegen evenmin allen even zwaar. Van doorslaggevend belang is echter wel de juistheid van de geuite beschuldiging.
4.2. Een criminele organisatie is een organisatie die tot doel heeft strafbare feiten te plegen of die deze in ieder geval in georganiseerd verband pleegt. In artikel 140 Wetboek van Strafrecht (Sr) wordt deelname aan een dergelijke organisatie, waaronder ook het verlenen van geldelijke steun wordt begrepen, bedreigd met een gevangenisstraf van zes jaren of een geldboete van de vijfde categorie. Voor degenen die leiding geven aan een dergelijke organisatie is de maximumstraf zelfs acht jaren.
4.3. Gedaagde [gedaagde sub 2] heeft op de zitting gezegd dat hij bij zijn uitspraak over Wakker Dier niet op de hoogte was van dit strafrechtelijk kader. Dit is voor de beoordeling van de zaak niet van belang. De kwalificatie criminele organisatie als zodanig heeft niet dit wettelijk kader nodig om, ook voor niet-juristen zoals [gedaagde sub 2], als een bijzonder ernstige beschuldiging te gelden. Het is zonneklaar dat in het algemeen spraakgebruik een criminele organisatie iets met misdaad te maken heeft.
Evenmin is voor de beoordeling relevant dat de uitlating door [gedaagde sub 2] is gedaan zonder dat hij er te voren goed over heeft nagedacht, maar als een ontremming op een onbewaakt moment van ergernis. De voorzieningenrechter merkt op dat juist dergelijke uitlatingen
na bezinning zonder enige terughoudendheid gerectificeerd zouden kunnen worden. [gedaagde sub 2] heeft dat echter niet gedaan. Hij heeft gedurende een lange periode weloverwogen vastgehouden aan zijn beschuldiging en NVP heeft daar recent nog een schep bovenop gedaan door op het internet derden op te roepen de beschuldiging te herhalen en/of te ondersteunen.
4.4. Gedaagden hebben voor hun beschuldiging aan het adres van Wakker Dier geen concrete omstandigheden kunnen noemen. Voor hun stelling voeren zij slechts aan dat ondoorzichtig is welke organisaties zijn opgegaan in Wakker Dier en welke criminele personen zich verbonden hebben aan die stichting. Dat is volstrekt onvoldoende. Ter zitting is nog wel de door gedaagden meegebrachte P. Siebelt, auteur van het boek Eco Nostra, als informant gehoord. Desgevraagd kon ook hij echter niet nader onderbouwen welke strafbare feiten Wakker Dier gepleegd zou hebben. Daarmee is niet komen vast te staan dat Wakker Dier een criminele organisatie is. De beschuldiging van gedaagden is reeds daarom onrechtmatig jegens Wakker Dier.
4.5. Gedaagden zijn ernstig gefrustreerd door het handelen van Wakker Dier. Wakker Dier heeft ter zitting beaamd dat op zich ook niet vreemd te vinden. Partijen hebben tegenstrijdige belangen en beiden komen ze op hun eigen manier voor die belangen op, daarmee de belangen van de ander soms rakend. Het staat gedaagden vrij om over het handelen van Wakker Dier een negatief waarde oordeel te hebben en zich in die zin over Wakker Dier uit te laten. Gedaagden mogen zich daarbij echter niet bedienen van feitelijke onjuistheden. Door Wakker Dier ongefundeerd een criminele organisatie te noemen hebben zij dit wel gedaan. De gevorderde rectificaties kunnen daarom worden toegewezen zij het met de navolgende beperking.
4.6. De vordering van Wakker Dier dat gedaagden al degenen die een steunverklaring hebben ingediend een aangetekende brief zou moeten sturen, omdat alleen zo zeker is dat zij op de hoogte worden gebracht van het vonnis van de voorzieningenrechter, wordt afgewezen. Degenen die een steunverklaring hebben opgestuurd naar gedaagden moeten geacht worden betrokken leden, donateurs of belangstellenden te zijn. Zij hebben immers door het bezoeken van de website van de NVP kennis genomen van de mogelijkheid een steunverklaring af te geven en vervolgens het initiatief genomen om zulks te doen. Voorshands geoordeeld wordt ervan uit gegaan dat zij ook moeite zullen doen om kennis te nemen van de uitspraak van de voorzieningenrechter, met name wordt ervan uitgegaan dat zij daartoe wederom de website van de NVP zullen bezoeken. De op dit onderdeel gevorderde voorziening schiet, voorshands geoordeeld, dan ook zijn doel voorbij.
4.7. Voor een veroordeling van gedaagden om zich in de toekomst te onthouden van soortgelijke benamingen als criminele organisatie bestaat geen grond. Die vordering is te algemeen geformuleerd en wordt te ingrijpend geacht met het oog op het aan gedaagden toekomende recht van vrijheid van meningsuiting.
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zullen gedaagden in de kosten van deze procedure worden veroordeeld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
1. verbiedt gedaagden Wakker Dier in de toekomst een criminele organisatie te noemen, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere keer dat in strijd met dit verbod wordt gehandeld, tot een maximum van € 50.000,00,
2. veroordeelt gedaagden hoofdelijk binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis een rectificatie te plaatsen op pagina 3 van het Agrarisch Dagblad en binnen acht dagen na betekening van dit vonnis een rectificatie te plaatsen op pagina 3 van het vakblad Pluimveehouderij, beiden over een breedte van twee kolommen en met een hoogte van tenminste acht centimeter en zonder enig begeleidend commentaar, met de tekst:
"Rectificatie
De Nederlandse Vakbond Pluimveehouders heeft bij monde van haar voorzitter [gedaagde sub 2] de Stichting Wakker Dier een criminele organisatie genoemd, zoals vermeld in deze krant / dit blad op ( datum) verschenen artikel.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem heeft bij vonnis van 11 januari 2006 bepaald dat daarvoor geen enkele grond bestaat en dat deze uitspraak daarom onrechtmatig is. De voorzieningenrechter heeft de NVP en haar voorzitter gelast deze uitspraak te rectificeren en niet te herhalen. Hierbij trekken de NVP en haar voorzitter de gewraakte uitspraak in.
Nederlandse Vakbond Pluimveehouders / [gedaagde sub 2], voorzitter".
op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor elke dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat zij in gebreke blijven geheel aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,00,
3. veroordeelt gedaagden hoofdelijk binnen twee dagen na betekening van dit vonnis een rectificatie te plaatsen op de "homepage" van de website www.nvpluimveehouders.nl (dat wil zeggen de eerste pagina die in beeld komt bij het intypen van dat internetadres), welke rectificatie aldus dient te worden geplaatst dat deze direct, dat wil zeggen zonder "scrollen" in beeld is, en dat deze een breedte heeft van tenminste vijftien centimeter en een hoogte van tenminste acht centimeter, welke rectificatie gedurende zeven dagen onafgebroken op deze wijze op de website aanwezig blijft en niet van enig commentaar is voorzien, en welke rectificatie aldus luidt:
"Rectificatie
De Nederlandse Vakbond Pluimveehouders heeft op deze site opgeroepen de NVP en haar Voorzitter te steunen in hun uitspraak dat de Stichting Wakker Dier een criminele organisatie is.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem heeft bij vonnis van 11 januari 2006 bepaald dat daarvoor geen enkele grond bestaat en dat deze uitspraak daarom onrechtmatig is. De voorzieningenrechter heeft de NVP en haar voorzitter gelast deze uitspraak te rectificeren en niet te herhalen. Hierbij trekken de NVP en haar voorzitter de gewraakte uitspraak in.
Nederlandse Vakbond Pluimveehouders / [gedaagde sub[gedaagde sub 2], voorzitter".
op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor elke dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat zij in gebreke blijven geheel aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,00,
4. veroordeelt gedaagden in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Wakker Dier bepaald op € 816,00 voor salaris en op € 244,00 voor verschotten,
5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6. weigert het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T.G. Roovers en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2006, terwijl de overwegingen waarop dit vonnis stoelt zijn geminuteerd op 19 januari 2006.