ECLI:NL:RBARN:2006:AV0676
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.M.T. Quaadvliet
- D.M.I. de Waele
- S. Berktas
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming verplichtingen en fraude
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 26 januari 2006 uitspraak gedaan in het kader van een schuldsaneringsregeling. De schuldenaar had op 23 maart 2004 een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, maar dit verzoek werd aanvankelijk afgewezen door de rechtbank op 19 juli 2004. De rechtbank oordeelde dat er nieuwe schulden zouden ontstaan door een hennepkwekerij die in de woning van de schuldenaar was ontdekt. Na hoger beroep werd de schuldenaar op 30 september 2004 door het hof te Arnhem toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, met de kanttekening dat nieuwe schulden die tijdens de regeling zouden ontstaan, tot beëindiging van de regeling konden leiden.
In de onderhavige procedure heeft Nuon twee vorderingen ingediend tegen de schuldenaar. De eerste vordering van € 1.094,80 was gerelateerd aan de hennepkwekerij en werd door de rechtbank als een 'oude' schuld aangemerkt, omdat deze al bestond op het moment van toelating tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank oordeelde dat deze schuld niet leidde tot benadeling van andere schuldeisers, omdat deze binnen de regeling moest worden ingelopen.
De tweede vordering van € 1.252,53 was echter ontstaan uit fraude die na de toelating tot de schuldsaneringsregeling was ontdekt. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar deze schuld ten onrechte niet had gemeld tijdens de toelatingszitting, wat in strijd was met de inlichtingenplicht. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de schuldsaneringsregeling moest worden beëindigd.
De rechtbank heeft de schuldenaar in staat van faillissement verklaard en het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 758,63. De kosten van publicaties die voortvloeien uit de faillissementswet komen ten laste van de Staat, voor zover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan. De uitspraak werd gedaan door mr. F.M.T. Quaadvliet, lid van de enkelvoudige kamer, en de rechter-commissaris in het faillissement is mr. D.M.I. de Waele.