ECLI:NL:RBARN:2006:AV0473

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
11 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
134817
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissement van ontbonden vennootschap met mogelijke baten

Op 11 januari 2006 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een faillissementszaak betreffende de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verweerder] B.V. Het verzoek tot faillietverklaring werd ingediend door de naamloze vennootschap Beheermaatschappij ‘[verzoekster]’ N.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verweerder] B.V. op 15 augustus 2005 door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders is ontbonden. Het bestuur had aan het handelsregister doorgegeven dat er op het moment van ontbinding geen baten meer waren en dat de vennootschap was opgehouden te bestaan. Echter, de rechtbank oordeelde dat het oordeel van het bestuur over het bestaan van baten toetsbaar is door de rechter, vooral wanneer een schuldeiser het faillissement aanvraagt.

Tijdens de zitting werd door een voormalig aandeelhouder van [verweerder] B.V. opgemerkt dat deze vennootschap ook zou zijn opgehouden te bestaan. De rechtbank benadrukte dat, indien aan de vereisten voor faillietverklaring is voldaan, en er summierlijk is gebleken van baten, het faillissement moet worden uitgesproken. In dit geval was er een vordering van verzoekster op [verweerder] B.V. en verkeerde deze in een toestand van niet-betalen. De rechtbank concludeerde dat aan de vereisten voor faillietverklaring was voldaan.

Bovendien bleek summierlijk dat er nog baten waren, onder andere door het niet tijdig deponeren van de jaarrekening over 2002, wat duidde op kennelijk onbehoorlijk bestuur. Dit onbehoorlijk bestuur werd als een belangrijke oorzaak van het faillissement beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk waren voor het tekort aan de boedel. Uiteindelijk besloot de rechtbank om het faillissement van [verweerder] B.V. uit te spreken en benoemde mr. B.J. Engberts tot rechter-commissaris. Het vonnis werd uitgesproken in het openbaar, met de griffier W.H. van Alst aanwezig.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaaknummer: 134817
Insolventienummer: 06/14 F / es
Datum vonnis: 11 januari 2006
Vonnis
op het verzoek van
de naamloze vennootschap
BEHEERMAATSCHAPPIJ ‘[verzoekster]’ N.V.,
verzoekster,
procureur mr. W.J.G.M. van den Broek,
tot faillietverklaring van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder] B.V.,
gevestigd te Arnhem,
verweerster,
verschenen in persoon.
De gang van zaken
De rechtbank heeft kennis genomen van het verzoekschrift strekkende tot faillietverklaring van [verweerder] B.V. Het verzoek is ingediend namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Beheermaatschappij ‘[verzoekster]’ N.V., statutair gevestigd te [adres] (nader te noemen: verzoekster). Het verzoek is ter zitting van 4 januari 2006 behandeld. Namens verzoekster is verschenen mr. M.S.W. Begheijn. Namens [verweerder] B.V. is verschenen [verweerder]. De uitspraak is op heden bepaald.
De beoordeling
In dit geval doet zich de bijzondere omstandigheid voor dat verzoekster op 15 augustus 2005 door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders (art. 2: 19 lid 1 B.W.) is ontbonden en dat het bestuur opgaaf heeft gedaan aan het handelsregister bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Centraal Gelderland dat er op het tijdstip van ontbinding geen baten meer (zouden) zijn en dat de verzoekster is opgehouden te bestaan (art. 2: 19 lid 4 B.W.).
Door de voormalig (mede-)aandeelhouder en medebestuurder van [verweerder] B.V. is er ter zitting op gewezen dat [verweerder] B.V. is opgehouden te bestaan. Het is echter vaste jurisprudentie dat het oordeel van het bestuur van een ontbonden rechtspersoon geen baten meer heeft en is opgehouden te bestaan, vatbaar is voor toetsing door de rechter indien een schuldeiser, stellende dat de rechtspersoon nog baten heeft, het faillissement aanvraagt. De rechter dient dan niet alleen te beoordelen of aan de vereisten voor faillietverklaring is voldaan, maar moet ook de vraag beantwoorden of summierlijk is gebleken dat er nog baten zijn. Is aan bedoelde voorwaarden voldaan en wordt deze vraag bevestigend beantwoord, dan moet het faillissement worden uitgesproken en moet de rechtspersoon geacht worden ter afwikkeling van het faillissement te zijn blijven bestaan (HR 27 januari 1995 NJ 1995, 579).
In dit geval staat vast dat verzoekster een vordering heeft op [verweerder] B.V. en dat [verweerder] B.V. in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Aan de (“normale”) vereisten voor faillietverklaring is dus voldaan.
De rechtbank is verder van oordeel dat summierlijk is gebleken dat er nog baten zijn. Namens verzoekster is ter zitting – onweersproken – gesteld dat de jaarrekening over 2002 niet tijdig openbaar zijn gemaakt (zijn gedeponeerd) zodat op grond van art. 2: 248 Fw. niet alleen geldt dat sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur maar ook dat – behoudens tegenbewijs – moet worden aangenomen dat dit kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Op grond hiervan zijn de bestuurders jegens de boedel – de gezamenlijke crediteuren – hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort. Daarnaast is aangevoerd dat er - ook buiten de te late deponering van de jaarrekening - anderszins aanwijzingen zijn voor onbehoorlijk bestuur. Alles overziende is de rechtbank van oordeel dat summierlijk is gebleken dat er nog baten zijn, zijnde in dit geval een mogelijke vordering jegens de (voormalige) bestuurders van [verweerder] B.V. op grond van art. 2: 248 B.W.
De slotsom is dat het faillissement van [verweerder] B.V. moet worden uitgesproken.
De beslissing
De rechtbank:
verklaart
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verweerder] B.V., statutair gevestigd te [adres], ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Centraal Gelderland onder nummer 09120702,
in staat van faillissement;
benoemt tot rechter-commissaris het lid van deze rechtbank mr. B.J. Engberts;
stelt aan tot curator mr. S.V. Hardonk
Postbus 560
6800 AN Arnhem
geeft last aan de curator tot het openen van aan de gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. Engberts en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van W.H. van Alst als griffier op 11 januari 2006.
de griffier de rechter