ECLI:NL:RBARN:2005:AV1967
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en de uitleg van grove schuld in verzekeringsrecht
In deze zaak vorderde N.V. Interpolis Schade van gedaagde, die verzekerd was tegen arbeidsongeschiktheid, betaling van een bedrag van € 22.249,76. Interpolis stelde dat de arbeidsongeschiktheid van gedaagde was ontstaan, verergerd of bevorderd door grove schuld van gedaagde, zoals bedoeld in artikel 18.1 van de polisvoorwaarden. De rechtbank Arnhem constateerde dat het begrip 'grove schuld' niet in de polisvoorwaarden was gedefinieerd en besloot daarom aansluiting te zoeken bij de gangbare uitleg in het verzekeringsrecht. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad waarin grove schuld werd gedefinieerd als een in laakbaarheid aan opzet grenzende schuld. De rechtbank overwoog dat ook roekeloosheid als grove schuld kan worden aangemerkt, mits de verzekerde zich niet bewust was van de schade die zijn handeling kon meebrengen.
De rechtbank oordeelde dat Interpolis niet had aangetoond dat gedaagde zich bewust had moeten zijn van de aanmerkelijke kans op schade door zijn gedragingen. Gedaagde had belastingfraude gepleegd, maar de rechtbank concludeerde dat uit deze gedraging niet automatisch een aanmerkelijke kans op arbeidsongeschiktheid voortvloeide. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, waren niet gesteld of gebleken. Daarom werd de vordering van Interpolis afgewezen.
De rechtbank veroordeelde Interpolis in de proceskosten aan de zijde van gedaagde, die op dat moment waren begroot op € 1.648,00. Het vonnis werd uitgesproken op 23 november 2005 door mr. S.H.M. van der Heiden.