ECLI:NL:RBARN:2005:AV0526

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
10 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
131412
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk op bestekken door adviesbureau

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem op 10 november 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Syncera De Straat B.V. en Synthese Adviesgroep V.O.F. Syncera, een advies- en ingenieursbureau gespecialiseerd in bodem- en afvalbeheer, vorderde dat Synthese c.s. zou worden bevolen om met onmiddellijke ingang te staken met inbreuken op haar auteursrechten met betrekking tot de bestekken Venlo en Beuningen. Syncera stelde dat Synthese c.s. het bestek Doetinchem had vervaardigd, dat inbreuk maakte op haar auteursrechten, omdat het een vergaande verveelvoudiging was van haar eerder opgestelde bestekken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bestekken Venlo en Beuningen onvoldoende oorspronkelijk karakter hadden om als auteursrechtelijk beschermd werk te worden aangemerkt, maar dat zij wel onder de geschriftenbescherming van artikel 10 lid 1 onder 1 van de Auteurswet vallen. Dit betekent dat de bestekken als openbaar gemaakte geschriften worden beschouwd, waardoor Syncera het exclusieve recht heeft om deze te verveelvoudigen en openbaar te maken.

De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van ontlening door eenvoudige herhaling, omdat het bestek Doetinchem in grote mate overeenstemde met de bestekken Venlo en Beuningen. De rechter wees de vorderingen van Syncera grotendeels toe, met uitzondering van enkele onderdelen waar onvoldoende belang bij was aangetoond. Synthese c.s. werd veroordeeld om met onmiddellijke ingang te stoppen met de inbreuk op de auteursrechten van Syncera en om een dwangsom te betalen bij niet-nakoming. Tevens werd Synthese c.s. opgedragen om binnen zeven dagen een aankondiging op hun website te plaatsen waarin de inbreuk werd erkend. De voorzieningenrechter bepaalde dat Syncera binnen zes maanden na het vonnis een bodemprocedure moest starten.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 131412 / KG ZA 05-570
Datum vonnis: 10 november 2005
Vonnis
in kort geding
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SYNCERA DE STRAAT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Delft,
eiseres bij dagvaarding van 21 september 2005,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal,
advocaat mr. V. Rörsch te Den Haag,
tegen
1. de vennootschap onder firma
SYNTHESE ADVIESGROEP V.O.F.,
gevestigd te Arnhem,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. de vennootschap onder firma
AVALON ADVIES V.O.F.,
gevestigd te Arnhem,
4. [gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats],
5. [gedaagde sub 5],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. C. Jeunink te Arnhem.
Partijen worden hierna ook Syncera en Synthese c.s. genoemd.
Het verloop van de procedure
Syncera heeft Synthese c.s. ter zitting in kort geding doen dagvaarden en gevorderd als weergegeven in de dagvaarding. Synthese c.s. hebben geconcludeerd tot weigering van de gevorderde voorzieningen. De advocaat van Syncera en de advocaat van Synthese c.s. hebben de zaak bepleit overeenkomstig de door hen overgelegde pleitnotities. Daarbij hebben zij producties in het geding gebracht. Ten slotte is vonnis bepaald.
De vaststaande feiten
1. Syncera is een advies- en ingenieursbureau, gespecialiseerd op het gebied van bodem(saneringen), afval(beleid) en milieu(management). Zij houdt zich onder meer bezig met het adviseren en begeleiden van overheden bij het proces van aanbesteding op het gebied van afvalverwerking.
2. Synthese Adviesgroep V.O.F. (gedaagde sub 1) is een adviesbureau op het gebied van integraal afvalmanagement. Zij houdt zich in dit kader bezig met project en interim management, procesmanagement, systeemkeuze, marktanalyse en communicatie. Een van de diensten die Synthese Adviesgroep V.O.F. verricht is het begeleiden van gemeenten bij Europese aanbestedingsprocedures voor inzamelmiddelen.
3. De heer [gedaagde sub 2] (gedaagde sub 2) en Avalon Advies V.O.F. (gedaagde sub 3) zijn beide vennoten van Synthese Adviesgroep V.O.F., terwijl de heer [gedaagde sub 4] (gedaagde sub 4) en mevrouw [gedaagde sub 5] (gedaagde sub 5) op hun beurt beide vennoten zijn van Avalon Adviesgroep V.O.F.
4. In het kader van het hiervoor onder 1 genoemde adviseren en begeleiden van overheden vervaardigt Syncera bestekken. In deze bestekken worden onder andere de procedurele aspecten van de aanbesteding, de algemene eisen waaraan de leverancier moet voldoen en de selectiecriteria beschreven.
5. Op 30 augustus 2002 heeft Syncera het bestek Venlo (met kenmerk A02A0045) vervaardigd. Dit bestek heeft onder meer betrekking op de levering van afvalinzamelsystemen, te weten minicontainers en implementatie van een containermanagementsysteem.
6. Het bestek Venlo heeft als basis gediend voor het door (met name) Syncera op 19 april 2004 vervaardigde bestek Beuningen (met kenmerk M04B0023-01).
7. Synthese c.s. hebben op 24 mei 2005 voor de gemeente Doetinchem het bestek “Levering inzamelmiddelen Gemeente Doetinchem” (met kenmerk 2005.04.SA-01) vervaardigd.
8. Bij brief van 15 juni 2005 heeft de advocaat van Syncera (tezamen met haar kantoorgenoot mr. [betrokkene]) Synthese Adviesgroep V.O.F. gewezen op het feit dat zij door het aanbieden van het bestek Doetinchem inbreuk maakt op de auteursrechten van Syncera nu dat bestek een vergaande verveelvoudiging vormt van het bestek Beuningen van Syncera. De advocaat heeft Synthese Adviesgroep V.O.F. daarom gesommeerd iedere inbreuk op het auteursrecht van Syncera onmiddellijk te staken en om te voldoen aan een aantal nevenvorderingen.
Het geschil
1. Syncera vordert - kort gezegd - dat:
a. Synthese c.s. op straffe van een dwangsom wordt bevolen met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de auteursrechten van Syncera en ieder onrechtmatig handelen, door elk aanbieden, verveelvoudigen, openbaar maken, opvragen, hergebruiken en/of ander gebruik van het bestek Doetichem te staken en gestaakt te houden;
b. Synthese c.s. op straffe van een dwangsom wordt bevolen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan Syncera volledige en een door een registeraccountant geaccordeerde, schriftelijke opgave te doen van de volledige naam/namen en adres(sen) van de opdrachtgevers en eventuele andere partijen aan wie het bestek Doetinchem en alle andere verveelvoudigingen van het bestek Venlo zijn openbaar gemaakt;
c. Synthese c.s. wordt bevolen binnen 21 dagen na betekening van dit vonnis alle inbreukmakende producten/exemplaren, waaronder alle kopieën van het bestek Doetinchem en alle andere (kopieën van) verveelvoudigingen van het bestek Beuningen en het bestek Venlo, bij (al) hun opdrachtgever(s) terug te halen en aan Syncera af te geven voor vernietiging;
d. Synthese c.s. op straffe van een dwangsom wordt bevolen binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis per brief, op briefpapier van Synthese dan wel van Avalon Advies en namens deze vennootschappen en vennoten ondertekend, zonder enige toevoeging in woord of beeld, duidelijk leesbaar uitsluitend de in het petitum van de dagvaarding onder iv opgenomen tekst toe te zenden aan alle rechtspersonen en organisaties aan wie het bestek Doetinchem en/of andere verveelvoudigingen van het bestek Venlo is openbaargemaakt;
e. Synthese c.s. op straffe van een dwangsom wordt gelast binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis een aankondiging met uitsluitend de in het petitum van de dagvaarding onder iv opgenomen tekst op de homepage van de website(s) van Synthese (www.synthese.nu) te plaatsten in een rood kader op zodanige wijze dat deze tekst duidelijk en volledig zichtbaar en leesbaar is, bovenaan de pagina;
f. met inachtneming van artikel 260 Rv wordt bepaald dat Syncera een bodemprocedure aanhangig dient te hebben gemaakt binnen 6 maanden na het in deze zaak te wijzen vonnis.
2. Syncera legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. De door haar vervaardigde bestekken, waaronder het bestek Venlo en het bestek Beuningen, hebben een voldoende eigen en oorspronkelijk karakter, dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Daarmee zijn de bestekken auteursrechtelijk beschermde werken op grond van artikel 1 juncto artikel 10 lid 1 van de Auteurswet (hierna: Aw). In ieder geval zijn deze bestekken aan het publiek openbaargemaakte geschriften (artikel 10 lid 1 onder 1 Aw) waaraan geschriftenbescherming toekomt. Dit betekent dat Syncera, nu zij op grond van de artikelen 4 en 8 Aw als enige maker van de bestekken kan worden aangemerkt, het uitsluitende recht heeft de bestekken openbaar te maken en te verveelvoudigen. Synthese c.s. hebben volgens Syncera grote delen tekst, lay-out en de grafische vormgeving van het bestek Venlo gekopieerd voor het door hun vervaardigde en openbaargemaakte bestek Doetinchem. Er is onmiskenbaar sprake van ontlening door eenvoudige herhaling. Daarmee hebben zij inbreuk gemaakt op de auteursrechten van Syncera. Bovendien, zo stelt Syncera, hebben Synthese c.s. onrechtmatig jegens haar gehandeld nu er sprake is van oneerlijke mededinging. Synthese c.s. hebben immers een bestek opgesteld dat nodeloos verwarringwekkend veel overeenstemt met de bestekken Venlo en Beuningen. Ten slotte hebben Synthese c.s in het door hen vervaardigde bestek Doetinchem de indruk gewekt dat voor het openbaar maken en verveelvoudigen van dat bestek alleen de toestemming is vereist van Synthese c.s. Ook dit is gelet op het voorgaande onrechtmatig jegens Syncera.
3. Synthese c.s. betwisten allereerst dat Syncera enig auteursrecht met betrekking tot de bestekken kan inroepen. De bestekken Venlo en Beuningen zijn niet origineel, maar zijn uitsluitend zakelijk en functioneel. Indien Syncera zich wel op enig auteursrecht zou kunnen beroepen, zijn Synthese c.s. van mening dat er van inbreuk op deze rechten geen sprake is.
Voorts betogen Synthese c.s. dat zij tezamen met Avalon Advies een gedeeld auteursrecht hebben met betrekking tot het bestek Beuningen, en dat Syncera geen beroep toekomt op de artikelen 4 en 8 Aw.
Bovendien komen de bestekken Venlo en Beuningen niet voor geschriftenbescherming in aanmerking, en als dat wel zo zou zijn, dan is niet voldaan aan de voorwaarden die aan die bescherming worden gesteld. De bestekken zijn namelijk niet openbaar gemaakt.
Van ontlening door eenvoudige herhaling is evenmin sprake.
Subsidiair betogen Synthese c.s dat op grond van artikel 15b Aw het bestek Doetinchem niet als een inbreuk is aan te merken.
Ten slotte zijn Synthese c.s. van mening dat zij ook niet onrechtmatig hebben gehandeld jegens Syncera.
De beoordeling van het geschil
1. Het spoedeisend belang vloeit voort uit de stellingen van Syncera.
2. Op grond van artikel 1 Aw is het auteursrecht het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtsverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen. In het onderhavige geval dient daarom eerst te worden nagegaan óf er auteursrecht rust op de bestekken Venlo en Beuningen van Syncera. Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen moeten de bestekken een eigen oorspronkelijk karakter hebben die het persoonlijk stempel van de maker dragen.
3. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter hebben de bestekken Venlo en Beuningen een onvoldoende eigen oorspronkelijk karakter om als werk in de zin van artikel 1 Aw te kunnen worden aangemerkt waarop auteursrecht rust. De voorzieningenrechter is vooralsnog met Synthese c.s. van oordeel dat de inhoud, het taalgebruik en de indeling en volgorde van de verschillende hoofdstukken en artikelen in de bestekken grotendeels functioneel en zakelijk van aard zijn. Onweersproken is ook de stelling van Synthese c.s. dat deze bestekken voor wat betreft de inhoud op grond van het Europese aanbestedingsrecht grotendeels vastliggen. Daardoor laten deze bestekken, voorshands geoordeeld, weinig ruimte voor een originele, creatieve eigen inbreng. Van een persoonlijk stempel van de maker is dan ook geen sprake.
4. De vraag die vervolgens dient te worden beantwoord is, of aan de betreffende bestekken geschriftenbescherming ingevolge artikel 10 lid 1 onder 1 Aw toekomt. Daarvoor is vereist dat opschrifstelling heeft plaatsgehad en dat de geschriften openbaar zijn gemaakt of bestemd zijn om openbaar te worden gemaakt. Vaststaat dat de bestekken op schrift zijn gezet. Partijen verschillen echter van mening over de vraag of de bestekken zijn openbaargemaakt. Voorshands geoordeeld dient deze vraag bevestigend te worden beantwoord. De door Syncera ten behoeve van de gemeenten Venlo en Beuningen vervaardigde bestekken zijn op enigerlei wijze ter beschikking gesteld van het publiek (zie Hoge Raad 8 februari 2002, NJ 2002, 515). De bestekken zien immers op een openbare Europese aanbestedingsprocedure en worden verstrekt aan geïnteresseerde inschrijvers en/of opdrachtgevers. Bovendien heeft de heer F.M.N. [betrokkene] van Syncera ter zitting aangegeven dat een ieder die daarin geïnteresseerd is, tegen betaling, een (kopie van een) bestek kan ontvangen, en in zo’n geval zelfs dient te ontvangen. Daarmee is er voorshands geoordeeld ook geen sprake van een strikte geheimhouding zodat dit betoog van Synthese c.s. dient te worden gepasseerd.
5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat aan de betreffende bestekken van Syncera geschriftenbescherming toekomt. Daarbij wordt nog opgemerkt dat in het onderhavige geval, waarin het gaat om ten behoeve van gemeenten vervaardigde bestekken met betrekking tot een Europese aanbestedingsprocedure, aansluiting kan worden gezocht bij hetgeen in de jurisprudentie (ten aanzien van geschriftenbescherming) over juridische teksten is bepaald: ook daaraan komt geschriftenbescherming toe (zie Hof Amsterdam, 20 mei 1999, AMI 2000, nr 4, blz 74). Dit betekent dat op grond van de geschriftenbescherming auteursrecht rust op de bestekken van Syncera.
6. Met betrekking tot het bestek Beuningen hebben Synthese c.s. aangevoerd dat er sprake is van een gedeeld auteursrecht nu Syncera en Avalon Advies evenredige auteurswerkzaamheden hebben verricht. Dit verweer wordt verworpen. De door Synthese c.s. in het geding gebrachte facturen voor de door de heer [gedaagde sub 4] (gedaagde sub 4) namens Avalon Advies verrichte werkzaamheden ten behoeve van het opstellen van het bestek Beuningen, zien voor een groot deel op werkzaamheden die zijn verricht ná 19 april 2004, de datum waarop het bestek Beuningen is vervaardigd. Bovendien is op het voorblad van het bestek Beuningen opgenomen dat het bestek is opgesteld door De Straat Milieu-adviseurs B.V. (thans Syncera), terwijl voorts ook elders in het bestek alleen wordt gesproken van De Straat Milieu-adviseurs (B.V.). Ten slotte is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk geworden dat het bestek Beuningen grotendeels is ontleend aan het bestek Venlo, welk bestek door alleen Syncera is vervaardigd.
7. De vraag die resteert is, of Synthese c.s. met het vervaardigen van het bestek Doetinchem inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van Syncera. Daartoe wordt het volgende overwogen. Van inbreuk op het auteursrecht is eerst sprake indien de nieuwe opschriftstelling als ontlening door eenvoudige herhaling van de eerdere opschriftstelling is te beschouwen. Het vermoeden dat sprake is van bewuste of onbewuste ontlening wordt niet gewekt door het enkele feit dat punten van overeenstemming bestaan, maar vereist een gekwalificeerde mate van overeenstemming tussen de werken. Bij het vaststellen of sprake is van overeenstemming moet worden onderzocht of het beweerdelijk inbreukmakende werk in voldoende mate auteursrechtelijk beschermde trekken van het originele werk vertoont. Dat is het geval als de totaalindrukken van de werken in zo geringe mate verschillen vertonen dat het beweerdelijk inbreukmakende werk niet als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt (vergelijk Hoge Raad 29 november 2002, IER 2003, 17).
8. Bij vergelijking van het bestek Doetinchem met het bestek Venlo (en het daarvan afgeleide bestek Beuningen) is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onmiskenbaar sprake van een zodanige overeenstemmende totaalindruk. Grote stukken tekst van genoemde bestekken stemmen nagenoeg woordelijk met elkaar overeen. Ook de vormgeving, de opmaak en de indeling van het bestek Doetinchem tonen grote gelijkenis met het bestek Venlo. Dat in het onderhavige geval sprake is van ontlening door eenvoudige herhaling staat daarmee voorshands geoordeeld ook vast en wordt nog versterkt door het feit dat enkele taal- en/of schrijffouten uit het bestek Venlo zijn overgenomen in het bestek Doetinchem. Tevens bevat dit laatste bestek, als gevolg van het overnemen van een passage uit het bestek Venlo, een zin die niet loopt. Tegenover het voorgaande staat dat de door Synthese c.s. aangetoonde verschillen voornamelijk voortvloeien uit het feit dat het om verschillende gemeenten en objecten van aanbesteding gaat. Overigens hebben Synthese c.s. ter zitting ook zelf verklaard dat het bestek Beuningen de grondslag is geweest voor het bestek Doetinchem, en dat zij aan een door Syncera ter beschikking gesteld elektronisch bestand hebben ‘geschaafd’.
9. Derhalve moet ervan worden uitgegaan dat het bestek Doetinchem te weinig verschilt van het bestek Venlo om als zelfstandig werk te kunnen worden aangemerkt. Dientengevolge is voorshands komen vast te staan dat het door Synthese c.s. vervaardigde bestek het resultaat is van bewuste of onbewuste ontlening. De conclusie van een en ander luidt dan ook dat Synthese c.s. naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter met het door hen vervaardigde bestek inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van Syncera. De vraag of Synthese c.s. ook onrechtmatig jegens Syncera hebben gehandeld (op grond van oneerlijke mededinging), kan daarmee onbeantwoord blijven.
10. Als meer subsidiair verweer hebben Synthese c.s. nog een beroep gedaan op artikel 15b Aw. Dit artikel bepaalt - kort gezegd - dat als inbreuk op een auteursrecht op een door de openbare macht openbaar gemaakt werk niet wordt beschouwd verdere openbaarmaking of verveelvoudiging daarvan, tenzij het auteursrecht blijkens mededeling op het werk zelf of bij openbaarmaking daarvan uitdrukkelijk is voorbehouden.
11. Dit verweer kan niet slagen. Op bladzijde 6 van het bestek Venlo is bepaald: “De inhoud mag op geen enkele wijze door de verkrijger openbaar worden gemaakt, gekopieerd of opgeslagen in een (geautomatiseerd) gegevensbestand, tenzij daartoe door de directie van De Straat Milieu-adviseurs voorafgaand schriftelijk toestemming is verleend. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden. Indien de toestemming is verkregen, moet bij het openbaar maken tenminste de titel van het bestek en de naam van De Straat Milieu-adviseurs worden genoemd.”
Voorshands geoordeeld is met het opnemen van voorgaande passage het auteursrecht van Syncera uitdrukkelijk voorbehouden zodat Synthese c.s. een beroep op artikel 15b Aw niet toekomt.
12. Op grond van het hiervoor overwogene is het onder 1a van het geschil gevorderde toewijsbaar, zij het dat de veroordeling zal worden toegespitst op de bescherming van het bestek Venlo als geschrift. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat Syncera er ook belang bij heeft dat opdrachtgevers/afnemers van het bestek Doetinchem op korte termijn op de hoogte worden gebracht van het feit dat - kort gezegd - Synthese c.s. inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van Syncera. Syncera heeft de spoedeisendheid van dit belang ook voldoende aannemelijk gemaakt. Dit betekent dat het onder 1d en 1e van het geschil gevorderde eveneens zal worden toegewezen.
13. Met betrekking tot het onder 1b van het geschil gevorderde wordt het volgende overwogen. Synthese c.s. hebben voorshands geoordeeld voldoende aannemelijk gemaakt dat zij het bestek Doetinchem niet (verder) hebben gebruikt of verspreid. Eveneens is door de advocaat van Synthese c.s. in de aanloop van dit kort geding toegezegd dat Synthese c.s. hangende deze procedure het bestek niet zal gebruiken. Daarmee heeft Syncera onvoldoende belang bij dit deel van de vordering, zodat dit zal worden afgewezen.
14. Het voorgaande geldt ook voor het onder 1c van het geschil gevorderde. Het terughalen van het bestek Doetinchem en andere verveelvoudigingen van de bestekken Venlo en Beuningen is praktisch nagenoeg niet uitvoerbaar. Bovendien geldt ook hier dat vooralsnog voldoende aannemelijk is geworden dat het bestek Doetinchem niet verder door Synthese c.s. is gebruikt, zodat Syncera geen belang heeft bij deze vordering. Ten slotte worden de belangen van Syncera al voldoende beschermd door toewijzing van het onder 1a, 1d en 1e van het geschil gevorderde.
15. Het onder 1f van het geschil gevorderde zal worden toegewezen nu gesteld noch gebleken is dat een termijn van zes maanden om een bodemprocedure aanhangig te maken een onredelijke termijn zou zijn, en een dergelijke termijn de voorzieningenrechter ook anderszins niet onredelijk voorkomt.
16. Er bestaat aanleiding de ten behoeve van de toe te wijzen delen van de vordering gevorderde dwangsommen te matigen in voege zoals hierna aan te geven.
17. Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zullen Synthese c.s. hoofdelijk in de kosten van dit kort geding worden verwezen.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
1. beveelt Synthese c.s. met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de auteursrechten van Syncera, door elk aanbieden, verveelvoudigen, openbaar maken, opvragen, hergebruiken en/of ander gebruik van (delen van) het bestek Doetinchem met het kenmerk 2005.04.SA-01 dat is aan te merken als een overnemen door ontlening van het bestek Venlo met kenmerk A02A0045 te staken en gestaakt te houden;
2. veroordeelt Synthese c.s., om ingeval zij na betekening van dit vonnis in gebreke mochten blijven aan bovenstaand bevel sub 1 te voldoen, aan Syncera een dwangsom te betalen van € 5.000,- per overtreding, alsmede per dag dat een overtreding voortduurt, echter met een maximum van € 50.000,-;
3. gebiedt Synthese c.s. om binnen zeven (7) dagen na betekening van dit vonnis per brief, op briefpapier van Synthese dan wel van Avalon Advies, en namens deze vennootschappen en vennoten ondertekend, zonder enige toevoeging in woord of beeld, duidelijk leesbaar uitsluitend de volgende tekst toe te zenden aan alle rechtspersonen en organisaties aan wie het bestek Doetinchem met kenmerk 2005.04.SA-01 en/of andere verveelvoudigingen (al dan niet in gewijzigde vorm) van (een substantieel deel van) het bestek Venlo met kenmerk A02A0045, is openbaargemaakt, met afschrift van alle brieven aan de advocaten van Syncera:
“Belangrijke mededeling bestek Doetinchem 2005.04.SA-01
Bij vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 10 november 2005 zijn wij veroordeeld u langs deze weg in kennis te stellen van het navolgende. Enige tijd geleden zonden wij u toe het bestek Doetinchem met het kenmerk 2005.04.SA-01 (“bestek Doetinchem”). Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter hebben wij met de vervaardiging en verspreiding van het bestek Doetinchem inbreuk gemaakt op de auteursrechten van Syncera De straat B.V., die zij houdt op door haar ontwikkelde bestekken.
Hoogachtend,
Synthese Adviesgroep”
4. veroordeelt Synthese c.s., om ingeval zij na betekening van dit vonnis bovenstaand gebod sub 3 niet nakomt, aan Syncera een dwangsom te betalen van € 5.000,- per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat, of per geadresseerde waarmee, Synthese c.s. hiermee in gebreke blijven, echter met een maximum van € 50.000,-;
5. gelast Synthese c.s. om binnen zeven (7) dagen na betekening van dit vonnis een aankondiging met uitsluitend de hiervoor onder sub 3 weergegeven inhoud, op de homepage van de website(s) van Synthese c.s. (www.synthese.nu) te plaatsen in een rood kader op zodanige wijze dat deze tekst duidelijk en volledig zichtbaar en leesbaar is (in een gebruikelijk, minimaal 14 puntslettertype) bovenaan de pagina;
6. veroordeelt Synthese c.s., om ingeval zij na betekening van dit vonnis in gebreke mocht blijven aan voormelde veroordeling sub 5 te voldoen, aan Syncera een dwangsom te betalen van € 5.000,- per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Synthese c.s. hiermee in gebreke blijven, echter met een maximum van € 50.000,-;
7. bepaalt op voet van artikel 260 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat Syncera een bodemprocedure aanhangig dient te hebben gemaakt binnen zes (6) maanden na dit vonnis;
8. veroordeelt Synthese c.s. hoofdelijk, met dien verstande dat indien en voor zover de één betaalt, ook de anderen daardoor zullen zijn bevrijd, in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Syncera bepaald op € 816,- voor salaris en op € 315,93 voor verschotten;
9. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
10. weigert het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Gameren op 10 november 2005.
de griffier de voorzieningenrechter