ECLI:NL:RBARN:2005:AU6441
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijke aansprakelijkheid en box 3-schuld in belastingrechtelijke context
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 10 november 2005, staat de hoofdelijke aansprakelijkheid van eiser en zijn vriendin voor de hypothecaire lening van hun tweede woning centraal. Eiser heeft een beroep ingesteld tegen de aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2003, waarbij de inspecteur van de Belastingdienst de betaalde rente en de box 3-schuld ter discussie heeft gesteld. Eiser en zijn vriendin zijn elk voor de helft eigenaar van twee woningen, maar hebben in hun aangiften geen fiscale partnerschap gekozen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rente van de eigen woning van eiser, waarvoor hij alleen aansprakelijk is, volledig aftrekbaar is, maar dat de schuld van de tweede woning slechts gedeeltelijk als box 3-schuld kan worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelt dat de betaalde rente van € 9305 slechts voor de helft in aftrek kan worden gebracht, omdat eiser slechts voor de helft eigenaar is van de woning te [Q]. Wat betreft de tweede woning te [R] is eiser hoofdelijk aansprakelijk, maar de rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een box 3-schuld, omdat eiser niet is aangesproken op zijn aansprakelijkheid in het betreffende jaar. De rechtbank wijst het beroep van eiser af, omdat er geen in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt door eerdere belastingaanslagen. De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht de belastingheffing heeft vastgesteld zoals gedaan.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om goed op de hoogte te zijn van hun fiscale verplichtingen en de gevolgen van hoofdelijke aansprakelijkheid in relatie tot belastingaanslagen. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en de beslissing is openbaar gemaakt op 10 november 2005.