ECLI:NL:RBARN:2005:AU4723
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtstreeks beroep tegen dwangsombeschikking inzake bewoning opstal
Op 6 oktober 2005 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak met registratienummer AWB 05/1754. De eiser, vertegenwoordigd door H.B.J. Berntzen, had rechtstreeks beroep ingesteld tegen een dwangsombeschikking van de gemeente Heumen, die betrekking had op de bewoning van een opstal aan [naam straat]. De rechtbank overwoog dat het verzoek om rechtstreeks beroep niet tijdig was ingediend, aangezien dit niet in het bezwaarschrift van 8 maart 2005 was opgenomen, maar pas in een brief van de gemachtigde van eiser van 13 april 2005. Hierdoor was rechtstreeks beroep bij de rechtbank niet mogelijk.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de zaak niet geschikt was voor rechtstreeks beroep, omdat het verzoek om vrijstelling dat in het bezwaarschrift van 12 oktober 2004 was gedaan, niet alleen betrekking had op de bewoning van de opstal, maar ook op een huidige dienstwoning aan [adres]. Dit maakte het verzoek ruimer dan de legalisatievraag die in de bezwaarprocedure aan de orde was geweest.
De rechtbank besloot dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en bepaalde dat de gemeente Heumen het door eiser betaalde griffierecht van € 138,-- diende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Post, rechter, in tegenwoordigheid van R. van Diest, griffier, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.