ECLI:NL:RBARN:2005:AU2381
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid aannemer voor schade door asbesthoudend materiaal tijdens verbouwing
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem op 22 juli 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eisers, waaronder een drogisterij, en gedaagden, waaronder een aannemer en een projectontwikkelaar. De eisers vorderden een voorschot op schadevergoeding van € 100.000,00 in verband met een asbestincident dat plaatsvond op 27 mei 2005, toen asbesthoudend stof werd aangetroffen in de drogisterij van eiser. De aannemer, gedaagde 2, had tijdens de verbouwing een brandwerende plaat in de koof boven de pui van de drogisterij verwijderd, zonder de aanwezigheid van asbest te onderzoeken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de aannemer had moeten weten dat de plaat mogelijk asbesthoudend was, gezien de bouwperiode van het winkelcentrum in de jaren zeventig. De locatie van de plaat had ook een aanwijzing moeten zijn voor de aannemer om nader onderzoek te doen. De handelwijze van de aannemer werd als onrechtmatig beschouwd, waardoor hij aansprakelijk werd gesteld voor de schade die daaruit voortvloeide.
De voorzieningenrechter bepaalde dat de eisers een spoedeisend belang hadden bij de gevraagde voorzieningen, aangezien de drogisterij sinds het asbestincident gesloten was en de eisers zonder voorschot op schadevergoeding financieel niet in staat waren om de winkel opnieuw te bevoorraden. De rechter oordeelde dat het aannemelijk was dat de eisers schade hadden geleden en dat een voorschot op de schadevergoeding van € 70.000,00 gerechtvaardigd was. Gedaagde 2 werd veroordeeld om dit bedrag te betalen aan de eisers. De vordering tegen gedaagde 1, de projectontwikkelaar, werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat deze onrechtmatig had gehandeld. De proceskosten werden toegewezen aan de eisers voor zover deze niet betrekking hadden op de vordering tegen gedaagde 1.