ECLI:NL:RBARN:2005:AU1618
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verbod van executie in kort geding na ontbinding huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 28 juni 2005 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiser] vorderde om [gedaagde] te verbieden de executie van beslagen voort te zetten die zijn gelegd op basis van een eerder vonnis van 2 februari 2005. De zaak betreft de ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen, waarbij de woning aan [eiser] was toegedeeld. [eiser] stelde dat er sinds het eerdere vonnis veranderde omstandigheden waren, waaronder de eis van [betrokkene 1] om een lening van fl. 50.000 terug te betalen, wat volgens hem de overbedelingsschuld te hoog maakte. De rechtbank oordeelde echter dat [eiser] niet ontvankelijk was in zijn vordering, omdat hij al een incidentele vordering in hoger beroep had ingediend die hetzelfde doel diende. De voorzieningenrechter benadrukte dat het niet aan hem was om een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis zijn kracht tot tenuitvoerlegging te ontnemen, tenzij er sprake was van misbruik van bevoegdheid. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een kennelijke misslag in het eerdere vonnis en dat de vordering van [eiser] om de executie te verbieden, werd afgewezen. Tevens werd [eiser] veroordeeld in de kosten van het kort geding.