Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 127981 / KG ZA 05-362
Datum vonnis: 22 juni 2005
[eiseres],
wonende te Nijmegen,
eiseres
advocaat en procureur mr. R.M. Tjong Kim Sang te Lent,
de stichting
DE STICHTING PORTAAL ARNHEM/NIJMEGEN,
gevestigd te Nijmegen,
gedaagde,
advocaat mr. R.J. Verweij te Nijmegen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en stichting Portaal genoemd worden.
Het verloop van de procedure
[eiseres] heeft stichting Portaal ter zitting in kort geding doen dagvaarden en gevorderd als weergegeven in de dagvaarding.
Stichting Portaal heeft geconcludeerd tot weigering van de gevorderde voorzieningen.
De advocaten van partijen hebben de zaak bepleit overeenkomstig de door hen overgelegde pleitnotities.
Daarbij zijn producties in het geding gebracht.
Vanwege de spoedeisendheid van de zaak is vonnis bepaald op 22 juni 2005. De overwegingen die aan het vonnis ten grondslag liggen, volgen hierna.
1. In een procedure tussen partijen heeft deze rechtbank, sector kanton, locatie Nijmegen, bij vonnis van 25 mei 2005 onder meer het volgende beslist:
Veroordeelt [eiseres] het gehuurde aan het Nachtegaalplein 15 te Nijmegen binnen veertien dagen na de betekening van de grosse van dit vonnis met alle zich daarop en daarin bevindende personen en roerende zaken, althans met al het hare en de haren te verlaten en ontruimen, die woning in goede staat aan Portaal te leveren en door afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking aan Portaal te stellen en de desbetreffende woning niet meer te betreden, met machtiging van Portaal om [eiseres], in geval van weigering of nalatigheid, tot ontruiming te noodzaken, zonodig met behulp van de sterke arm van politie en/of justitie uit te voeren, op straffe van een dwangsom van € 250,-- voor iedere dag dat [eiseres] in gebreke zal blijven daaraan te voldoen, tot een maximum van € 5.000,--;
2. Het vonnis is bij exploot van 20 juni 2005 aan [eiseres] betekend, waarbij de ontruiming is aangezegd tegen vier en twintig juni tweeduizendvijf, des voormiddags te 9.30 uur.
1. [eiseres] vordert dat stichting Portaal zal worden veroordeeld om te wachten met de executie van het vonnis in kort geding van de kantonrechter te Nijmegen van 25 mei 2005 tot het einde van de hoger beroep procedure bij het gerechtshof Arnhem, alsmede dat stichting Portaal zal worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
2. [eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij niet op de hoogte was van de hennepkwekerij in de woning, zodat haar dit niet kan worden toegerekend. [eiseres] heeft de verantwoording en zorg over vier minderjarige kinderen. Nu stichting Portaal een negatieve huurdersverklaring heeft afgegeven, stelt zij niet meer voor een andere woning in aanmerking te komen, waardoor er voor haar een noodsituatie is ontstaan.
3. Stichting Portaal voert gemotiveerd verweer, welk verweer hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
De beoordeling van het geschil
1. De spoedeisendheid van de zaak vloeit voort uit de stellingen van [eiseres].
2. Stichting Portaal beroept zich allereerst op de nietigheid van de dagvaarding. Daartoe wordt aangevoerd dat
a. er op te korte termijn is gedagvaard. Er is daarbij geen rekening gehouden met de verhinderdata van stichting Portaal, zodat zij daardoor in haar belangen is geschaad,
b. stichting Portaal heeft aangegeven slechts domicilie op het adres van de advocaat te kiezen in het geval er rekening gehouden zou worden met de verhinderdata. Nu dat niet is gebeurd, is de dagvaarding ten onrechte op het adres van de advocaat uitgebracht,
c. het bepaalde in artikel 111, lid 3 en artikel 112 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) niet is nageleefd.
3. De advocaat van [eiseres] stelt dat zij aan stichting Portaal wel de verhinderdata heeft gevraagd, maar bij het uitblijven van een opgave tot dagvaarding is overgegaan. Zij betwist dat de voorwaarde ten aanzien van de domiciliekeuze is gesteld. Voor het overige stelt zij zich op het standpunt dat aan de bepalingen van Rv zijn voldaan.
4. Nu voor een procedure in kort geding geen wettelijke termijn voor dagvaarding geldt en voorshands geoordeeld de zaak zodanig spoedeisend is dat daarin een rechtvaardiging is gelegen voor de korte termijn waarop is gedagvaard, brengt een en ander in deze zaak geen nietigheid van de dagvaarding met zich mee. De voorzieningenrechter constateert voorts dat de advocaat namens stichting Portaal is verschenen en namens haar inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de vordering van [eiseres]. Daarbij is niet gebleken dat de stichting door haar afwezigheid ter zitting in haar belangen is geschaad. Het nietigheidsverweer op grond van artikel 111, lid 3 Rv gaat niet op, gelet op het bepaalde in artikel 120, lid 4. Voorshands geoordeeld is stichting Portaal niet onredelijk in haar belangen geschaad doordat in de dagvaarding niet is vermeld welke bewijsmiddelen [eiseres] zou kunnen aandragen. Evenmin is dat het geval ten aanzien van het niet vermelden van de verschuldigdheid van het vast recht, zodat het beroep op nietigheid van artikel 112 Rv met toepassing van artikel 122 Rv wordt verworpen.
5. Ten aanzien van de vordering de executie van het vonnis van de kantonrechter op te schorten, dient voorop te worden gesteld dat het niet aan de voorzieningenrechter is om aan een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis zijn kracht tot tenuitvoerlegging bij voorraad te ontnemen. Daarvoor kan alleen reden zijn als die tenuitvoerlegging misbruik van bevoegdheid zou opleveren. Van zulk misbruik is sprake indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk berust op een evidente juridische of feitelijke misslag van de rechter die het vonnis wees of indien er sprake is van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten die klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zullen doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
6. Niet is gesteld of gebleken dat sprake is van een juridische of feitelijke misslag in het vonnis van deze rechtbank van 25 mei 2005.
7. [eiseres] stelt dat zij door de negatieve huurdersverklaring, die na het vonnis is afgegeven, in een noodtoestand is komen te verkeren. Voorshands geoordeeld ligt aan de noodtoestand waarin [eiseres] verkeert niet de door stichting Portaal afgegeven huurdersverklaring ten grondslag, maar de illegale hennepkwekerij en het feit dat zij de verantwoording en zorg over vier minderjarige kinderen heeft. Nu de kantonrechter deze (persoonlijke) omstandigheden reeds in zijn beoordeling heeft meegenomen, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat er geen sprake is van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten die aan de zijde van [eiseres] een noodtoestand doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging van dat vonnis niet kan worden aanvaard.
8. Gelet op het bovenstaande zal de vordering van [eiseres] worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal zij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld.
weigert de gevorderde voorzieningen,
veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van stichting Portaal bepaald op € 527,00 voor salaris en op €244,00 voor verschotten,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. I.A. van Gemert op 22 juni 2005, waarna de overwegingen zijn geminuteerd op 30 juni 2005.