ECLI:NL:RBARN:2005:AT7634
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de voorzieningenrechter in octrooirechtelijke geschil tussen FICO MOLDING SYSTEMS B.V. en BOSCHMAN TECHNOLOGIES B.V.
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem op 4 mei 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen FICO MOLDING SYSTEMS B.V. en BOSCHMAN TECHNOLOGIES B.V. FICO, een onderneming die zich richt op de halfgeleiderindustrie, vorderde dat de voorzieningenrechter Boschman zou verbieden om onjuiste mededelingen over octrooi-inbreuk te verspreiden. Boschman, houdster van het octrooi NL-C-1011929, had FICO beschuldigd van inbreuk op haar octrooirechten en had een aantal maatregelen geëist, waaronder het versturen van rectificaties naar klanten van FICO en schadevergoeding. FICO betwistte de inbreuk en stelde dat Boschman onrechtmatig handelde door deze mededelingen te doen, vooral in landen waar Boschman geen octrooirechten had.
De voorzieningenrechter heeft de bevoegdheid van de rechtbank Arnhem om deze zaak te behandelen ambtshalve beoordeeld. Volgens de Rijksoctrooiwet 1995 is de rechtbank te 's-Gravenhage exclusief bevoegd voor geschillen die voortvloeien uit octrooirechten. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van FICO, hoewel zij een onrechtmatige daad aanvoerde, onder de exclusieve bevoegdheid van de Haagse rechtbank vallen. Dit was in lijn met de wetsgeschiedenis die de noodzaak van concentratie van octrooirechtelijke geschillen bij één rechtbank benadrukt.
Daarom verklaarde de voorzieningenrechter zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen en verwees de zaak naar de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste rechtsgang in octrooirechtelijke geschillen en de noodzaak voor partijen om zich tot de juiste rechtbank te wenden voor hun vorderingen.