ECLI:NL:RBARN:2005:AT7202
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissementsaanvraag en de vraag naar zelfstandig vorderingsrecht van het College Zorgverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 25 mei 2005 uitspraak gedaan in een faillissementsaanvraag van de vennootschap Euro Import Ltd, vertegenwoordigd door De Stallenman. Het verzoek tot faillietverklaring werd ingediend door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en het College Zorgverzekeringen (CZV). De rechtbank diende te beoordelen of het CZV als zelfstandig schuldeiser kon worden aangemerkt naast het UWV, aangezien het faillissement tot doel heeft de verdeling van het vermogen van de gefailleerde onder de schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende grond is voor de vordering van het UWV, maar dat het CZV geen zelfstandig vorderingsrecht heeft met betrekking tot de niet-betaalde ziekenfondspremies. Dit oordeel is in lijn met eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof Arnhem, dat in een arrest van 21 februari 2005 heeft geoordeeld dat het CZV geen eigen vorderingsrecht heeft. De rechtbank heeft ook verwezen naar een eerdere beslissing van de Hoge Raad uit 1985, waarin dezelfde kwestie aan de orde was. Ondanks de argumenten van het CZV dat het als economisch gerechtigde moet worden aangemerkt, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen faillissementssituatie is, omdat er niets te verdelen valt. De rechtbank heeft daarom het verzoek van het CZV niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek van het UWV afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. B.J. Engberts en is openbaar uitgesproken op 25 mei 2005.