ECLI:NL:RBARN:2005:AT6840
Rechtbank Arnhem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding ex artikel 89/591a Wetboek van Strafvordering
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 1 juni 2005 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot toekenning van een geldelijke vergoeding ten laste van de staatskas. Het verzoekschrift was ingediend door de verzoeker, die op 4 mei 2005 in de openbare raadkamer werd gehoord, samen met zijn raadsman en de officier van justitie. De verzoeker vroeg om een vergoeding van € 275,-- voor de kosten van indiening van het verzoekschrift en € 5.140,-- voor de kosten van de raadsman. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig was ingediend, binnen drie maanden na beëindiging van de zaak, en dat de zaak was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Dit voldeed aan de voorwaarden voor het toekennen van een vergoeding.
De rechtbank heeft de kosten van de raadsman beoordeeld en vastgesteld dat de gebruikelijke vergoeding voor het indienen van een verzoekschrift zonder behandeling ter zitting € 230,- exclusief BTW bedraagt, en € 455,- exclusief BTW wanneer een behandeling ter zitting noodzakelijk is. Aangezien de behandeling ter zitting noodzakelijk werd geacht, heeft de rechtbank een bedrag van € 455,- plus 19% BTW, zijnde € 540,- toegewezen.
Na beoordeling van alle omstandigheden heeft de rechtbank besloten om de verzoeker een totale vergoeding van € 5.680,80 toe te kennen. Deze beslissing is genomen met inachtneming van de relevante wetsartikelen en de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft de griffier gelast om het bedrag aan de verzoeker uit te betalen, en de beslissing is uitgesproken in de openbare raadkamer op 1 juni 2005 door rechter J.P. Bordes, in aanwezigheid van griffier M.C.A. Plantega.