ECLI:NL:RBARN:2005:AT6834
Rechtbank Arnhem
- Raadkamer
- J.P. Bordes
- M.C.A. Plantenga
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering na onterechte inverzekeringstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 1 juni 2005 uitspraak gedaan over een verzoek tot schadevergoeding op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. De verzoeker, die van 17 juli 2004 tot en met 23 juli 2004 op het politiebureau heeft verbleven, heeft een schadevergoeding van in totaal € 50.000,00 gevraagd, bestaande uit € 6.000,00 voor materiële schade en € 44.000,00 voor immateriële schade. De officier van justitie heeft echter geadviseerd om slechts € 10.000,00 toe te kennen, gezien het bijzondere karakter van de zaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de immateriële schade van de verzoeker het gevolg is van de inverzekeringstelling en de aanhouding. De rechtbank oordeelt dat de verdenkingen tegen de verzoeker, die betrekking hadden op het plegen van een terroristische aanslag, onterecht waren. Dit heeft geleid tot grotere schade voor de verzoeker dan voor anderen die in verzekering zijn gesteld. De rechtbank heeft de schade van de verzoeker geschat op € 10.000,00, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de gebruikelijke vergoeding van € 95,00 per nacht voor detentie.
De rechtbank heeft besloten om de verzoeker een schadevergoeding van € 10.000,00 toe te kennen, en heeft de griffier gelast om dit bedrag uit te betalen. Het verzoek om een hogere schadevergoeding is afgewezen, omdat de overige immateriële schade niet in causaal verband staat met de inverzekeringstelling. De beslissing is genomen in raadkamer en is openbaar uitgesproken op 1 juni 2005.