ECLI:NL:RBARN:2005:AT5075
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in milieuverontreinigingszaak met betrekking tot asbestafval
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 4 mei 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van milieuverontreiniging door het ondeskundig omgaan met asbest. De verdachte, die als rentmeester voor de gemeente Nijmegen werkte, werd verweten dat hij samen met anderen asbesthoudende materialen op een gevaarlijke manier had gesloopt en gedemonteerd, waardoor deze stoffen in de lucht en bodem terechtkwamen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de sloopwerkzaamheden onderzocht, waarbij de verdachte niet als feitelijke pleger kon worden aangemerkt, aangezien de daadwerkelijke sloop door een medeverdachte was uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen, omdat de samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte niet voldeed aan de vereisten van een bewuste en nauwe samenwerking. Bovendien was er geen sprake van een zeggenschapsverhouding tussen de verdachte en de medeverdachte, waardoor de gedragingen van de medeverdachte niet aan de verdachte konden worden toegerekend. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en sprak hem vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de officier van justitie en de raadsman van de verdachte, die de vrijspraak had bepleit op basis van de gebrekkige bewijsvoering.