Rechtbank Arnhem
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer
Parketnummer : 05/061684-03
Datum zitting : 6 januari 2005
Datum uitspraak : 20 januari 2005
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman: mr. H. de Boer, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegelaten vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 september
2003 t/m 03 november 2003 te Wageningen, in ieder geval in Nederland,
(telkens) één of meer afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s), te weten
(een) computer(s) en/of computerbestand(en) (telkens) bevattende (een)
afbeelding(en) van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen betrokken is/zijn of schijnbaar betrokken is/zijn die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, openlijk tentoon heeft gesteld en/of verspreid (via het Internet) en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, welke afbeelding(en) en/of welke afgebeelde seksuele gedraging(en) (onder meer) bestaat/bestaan uit: het lichaam van (een) geheel ontkleed minderjarig meisje dat (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, althans het lichaam van een geheel ontkleed persoon van het vrouwelijk geslacht, welk meisje, althans welke persoon van het vrouwelijk geslacht, haar borst(en) betast en/of een zgn. vibrator in haar vagina duwt/heeft, welk lichaam (door middel van (digitale) fotobewerking) is voorzien van (een afbeelding van) het hoofd van de minderjarige [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]);
hij op (een) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 september 2003
t/m 03 november 2003 te Wageningen opzettelijk, door middel van verspreiding
van (een) geschrift(en) en/of (een) afbeelding(en), de eer en/of de goede naam
van [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van een of meer
bepaald(e) feit(en), met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te
geven, terwijl verdachte wist dat dit/deze telastgelegde feit(en) in strijd
met de waarheid was/waren, immers heeft verdachte, buiten medeweten en/of
zonder toestemming van die [slachtoffer], met voormeld doel (een) of meer door hemzelf opgestelde (en verzonnen) contact-advertentie(s) op een
Internet-site (CU 2) geplaatst, welke contact-advertentie(s) was/waren
voorzien van een afbeelding/foto van het lichaam van (een) geheel ontkleed
meisje, althans persoon van het vrouwelijk geslacht, welk meisje, althans welke persoon van het vrouwelijk geslacht, haar borst(en) betast en/of een zgn. vibrator in haar vagina duwt/heeft, welk lichaam (door middel van (digitale) fotobewerking) is voorzien van (een afbeelding van) het hoofd van de minderjarige [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) en welke contact-advertentie(s) voorts was/waren voorzien van een voornaam en/of achternaam en/of e-mailadres en/of woonplaats en/of werkplaats van die [slachtoffer] en/of een oproep aan jongens te willen reageren voor een "seksdate";
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de maand september 2003 tot
en met 03 november 2003, op 03 november 2003 te
Wageningen, in ieder geval in Nederland, (telkens) één of meer afbeelding(en)
en/of (een) gegevensdrager(s), te weten één of meer computer(s) en/of
computerbestand(en) (telkens) bevattende (een) afbeelding(en) van (een)
seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen betrokken is/zijn of
schijnbaar betrokken is/zijn die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet
had(den) bereikt, heeft vervaardigd en/of ingevoerd en/of in bezit heeft
gehad, welke afgebeelde seksuele gedraging(en) (onder meer) bestaat/bestaan
uit (een) geheel/gedeeltelijk ontklede minderjarig(e) meisje(s) dat/die
(kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, dat/die op een
dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/hun vagina nadrukkelijk in beeld
wordt gebracht en/of dat/die haar/hun vagina en/of borsten betast(en), welke
wijze van poseren en/of betasten kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling
op te wekken en/of (een) geheel/gedeeltelijk ontklede minderjarige(n) die
(een) seksuele handeling(en) plegen met en/of ondergaan van (een)
volwassene(n) en/of (een) andere minderjarige(n), welke handelingen(en) onder
meer bestaat/bestaan uit:
- het door een volwassen (naakte) man ejaculeren op het lichaam van een naakt
minderjarig meisje en/of
- het door een naakt minderjarig meisje strelen/betasten van de vagina van een
naakte volwassen vrouw en/of
- het in de mond nemen (pijpen) van de penis van een naakte minderjarige
jongen door een naakt minderjarig meisje, begeleid door een gedeeltelijk
naakte volwassen vrouw en/of
- het in de mond nemen van de penis van een naakte volwassen man door een op die man liggend naakt minderjarige meisje, terwijl haar vagina
tegelijkertijdtijd door de man wordt gelikt en/of
- het met zijn penis penetreren door een naakte volwassen man in de vagina van een naakt minderjarig meisje en/of
- het met zijn penis duwen door een naakte volwassen man tegen de vagina van
een naakt minderjarig meisje (parketnr. 05/061362-04);
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 6 januari 2005 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. H. de Boer, advocaat te Arnhem.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd:
? [slachtoffer].
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, geheel voorwaar-delijk met een proeftijd van 2 jaren.
Voorts heeft de officier van justitie geëist een werkstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen computer systeemkast verbeurd wordt verklaard en de inbeslaggenomen harde schijf van de computer wordt onttrokken aan het verkeer.
De officier van justitie heeft tenslotte verzocht dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot een bedrag van € 1.000,00 wordt toegewezen en dat er een schade-vergoedings-maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de bena-deelde partij niet-ontvanke-lijk zal worden verklaard in de vordering.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat niet zonneklaar gesproken kan worden van een afbeelding van iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 1 is tenlastege-legd en zal hem daarvan vrij-spreken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij in de periode van 01 september 2003
t/m 03 november 2003 te Wageningen opzettelijk, door middel van verspreiding
van (een) geschrift en een afbeelding, de eer en de goede naam
van [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van een of meer
bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te
geven, terwijl verdachte wist dat deze telastgelegde feiten in strijd
met de waarheid waren, immers heeft verdachte, buiten medeweten en
zonder toestemming van die [slachtoffer], met voormeld doel een door hemzelf opgestelde (en verzonnen) contact-advertentie op een
Internet-site (CU 2) geplaatst, welke contact-advertentie was
voorzien van een afbeelding/foto van het lichaam van een geheel ontkleed
meisje, welk meisje, haar borst betast en een zgn. vibrator in haar vagina duwt/heeft, welk lichaam door middel van (digitale) fotobewerking is voorzien van (een afbeelding van) het hoofd van de minderjarige [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) en welke contact-advertentie voorts was voorzien van een voornaam en achternaam en e-mailadres en woonplaats en werkplaats van die [slachtoffer] en een oproep aan jongens te willen reageren voor een "seksdate";
hij in de maand september 2003 tot
en met 03 november 2003, althans op 03 november 2003 te
Wageningen, telkens één of meer afbeeldingen
en een gegevensdrager, te weten één computer en
Computerbestanden telkens bevattende (een) afbeelding van (een)
seksuele gedraging waarbij (een) persoon/personen betrokken is of
schijnbaar betrokken zijn die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet
had(den) bereikt, in bezit heeft
gehad, welke afgebeelde seksuele gedragingen(onder meer) bestaan
uit (een) geheel/gedeeltelijk ontklede minderjarig(e) meisje(s) dat/die
(kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, dat/die op een
dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/hun vagina nadrukkelijk in beeld
wordt gebracht en dat/die haar/hun vagina en/of borsten betast(en), welke
wijze van poseren en/of betasten kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling
op te wekken en/of (een) geheel/gedeeltelijk ontklede minderjarige(n) die
(een) seksuele handeling(en) plegen met en/of ondergaan van (een)
volwassene(n) en/of (een) andere minderjarige(n), welke handelingen(en) onder
meer bestaat/bestaan uit:
- het door een volwassen (naakte) man ejaculeren op het lichaam van een naakt
minderjarig meisje en/of
- het door een naakt minderjarig meisje strelen/betasten van de vagina van een
naakte volwassen vrouw en/of
- het in de mond nemen (pijpen) van de penis van een naakte minderjarige
jongen door een naakt minderjarig meisje, begeleid door een gedeeltelijk
naakte volwassen vrouw en/of
- het in de mond nemen van de penis van een naakte volwassen man door een op die man liggend naakt minderjarige meisje, terwijl haar vagina
tegelijkertijdtijd door de man wordt gelikt en/of
- het met zijn penis penetreren door een naakte volwassen man in de vagina van een naakt minderjarig meisje en/of
- het met zijn penis duwen door een naakte volwassen man tegen de vagina van
een naakt minderjarig meisje;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in het bezit hebben, meermalen gepleegd.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid of feit aannemelijk geworden waardoor de strafbaarheid van verdachte wordt opgeheven of uitgesloten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 27 september 2004; en
- een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, gedateerd 4 januari 2005, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan smaadschrift door, door middel van digitale fotobewerking, een foto van het hoofd van een minderjarig meisje op een geheel ontkleed lichaam te plaatsen, en vervolgens deze foto met daarbij een door verdachte verzonnen contactadvertentie op het internet te plaatsen. Verdachte heeft tevens de naam, het emailadres, de woonplaats en de werkplaats van het meisje daarbij vermeld, waarbij jongens worden uitgenodigd voor een seksdate. Hiermee heeft verdachte de eer en de goede naam van het slachtoffer aangetast, en wel op een voor dat jonge meisje zeer kwetsende wijze en met minachtig voor haar, gezien haar leeftijd van toen 17 jaar, nog onzekere levenshouding.
Voorts heeft verdachte kinderpornografie voorhanden gehad die hij verkreeg door afbeeldingen met dat karakter thuis met zijn computer van het worldwide web binnen te halen. Deze afbeeldingen heeft hij vervolgens in zijn computer opgeslagen en bewaard.
Om dergelijk pornografisch materiaal te vervaardigen worden minderjarige kinderen (ernstig) misbruikt; om dat misbruik en de exploitatie van dat misbruik door de verspreiders van die afbeeldingen tegen te gaan is het in voorraad hebben van zulk materiaal strafbaar gesteld.
Deze feiten zijn ernstig.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank enerzijds rekening met de ernst van de feiten en anderzijds met het blanco strafblad van verdachte en met het feit dat verdachte spijt heeft betuigd. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een werkstraf passend en geboden is.
De rechtbank is voorts van oordeel dat het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten de harde schijf van de computer, met betrekking tot welke de tenlastegelegde en bewezenverklaarde feiten zijn begaan, dienen te worden onttrok-ken aan het verkeer, aangezien het ongecon-troleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven computer, met uitzondering van de harde schijf, zal verbeurd worden verklaard.
6a. De beoordeling van de civiele vorde-ring, alsmede de
gevor-derde op-legging van de schadevergoedings-maat-regel
De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vorde-ring, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De rechtbank acht voldoende bewezen dat [slachtoffer] door hetgeen haar is aangedaan immateriële schade heeft geleden en dat zij uit dien hoofde terecht aanspraak maakt op vergoeding van die schade. De rechtbank kan in deze strafrechtelijke procedure niet exact vaststellen welk bedrag aan vergoeding voor de geleden immateriële schade juist is. Zij is echter van oordeel dat in ieder geval een bedrag van € 1.000,-- aan schadevergoeding op zijn plaats is zodat zij dit bedrag bij wijze van voorschot zal toewijzen aan het slachtoffer. De vordering is voorzover zij strekt tot vergoeding van een hoger bedrag wegens immateriële schade en van andere schade niet van eenvoudige aard zodat de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk is en de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is, behalve op de hiervoor genoemde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 22c, 22d, 24c, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 57, 240b en 261 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 1 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
het verrichten van een werkstraf gedurende honderdtachtig (180) uren.
Bepaalt dat deze werkstraf binnen één (1) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid.
Bepaalt voorts dat de termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij zich aan zodanige vrijheidsontneming heeft onttrokken.
Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.
Stelt deze vervangende hechtenis vast op negentig (90) dagen.
Verklaart verbeurd het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: de computer systeemkast.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: de harde schijf van de computer.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer].
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer], wonende te [adres], te betalen
€ 1.000,00 (zegge duizend euro).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk nu de vordering voor dat gedeelte niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Verstaat dat de vordering voor wat dit betreft kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Maatregel van schadevergoeding ad € 1.000,00, subsidiair 20 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], wonende te [adres], te betalen € 1.000,00, (zegge duizend euro), bij gebreke van volledi-ge betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 20 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat, indien en voor zover de veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien en voor zover veroordeel-de aan de benadeelde partij heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. H. Eigenberg, rechter, als voorzitter,
mr. J.P. Bordes, rechter,
mr. G. Perrick, rechter,
in tegenwoordigheid van W.J.H.M. Klaassen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 januari 2005.