ECLI:NL:RBARN:2004:AR8850
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake proceskosten en buitengerechtelijke incassokosten tussen maatschap Huisartsenpraktijk Wapenveld en Onderlinge Waarborgmaatschappij Zorgverzekeraar VGZ U.A.
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem diende, ging het om een geschil tussen de maatschap Huisartsenpraktijk Wapenveld (hierna: Wapenveld) en de Onderlinge Waarborgmaatschappij Zorgverzekeraar VGZ U.A. (hierna: VGZ) over proceskosten en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank heeft op 3 november 2004 vonnis gewezen in deze civiele procedure, die als eerste aanleg enkelvoudig werd behandeld. De zaak had betrekking op de vraag of VGZ aan Wapenveld buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten verschuldigd was, na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 16 juni 2004 waarin de rol werd verwezen voor verdere inlichtingen.
Wapenveld had in de procedure een aanzienlijk bedrag van € 74.374,53 gevorderd, maar de rechtbank heeft uiteindelijk vastgesteld dat VGZ € 26.636,94 aan Wapenveld diende te betalen. De rechtbank oordeelde dat Wapenveld in het ongelijk was gesteld, omdat zij slechts gedeeltelijk in haar vordering werd gevolgd. De rechtbank overwoog dat er geen aanleiding was om buitengerechtelijke incassokosten ten laste van VGZ toe te wijzen, aangezien Wapenveld niet had aangetoond serieuze pogingen te hebben ondernomen om buiten rechte tot een oplossing te komen.
De rechtbank heeft de procedure naar de rol van 15 december 2004 verwezen, zodat Wapenveld de gevraagde inlichtingen kan verstrekken. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de rechtbank op een later moment opnieuw zal oordelen over de zaak. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. F.J. de Vries, die de zaak heeft behandeld.