ECLI:NL:RBARN:2004:AR6645
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van conservatoir beslag in kort geding tussen Helldorfer Antiek B.V. en gedaagde
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem werd behandeld, ging het om een kort geding waarin eisers, Helldorfer Antiek B.V. en [eiser], vorderden om de opheffing van conservatoir beslag dat door gedaagde was gelegd. Gedaagde had in juni 2004 beslag gelegd op onroerende zaken van [eiser] en [eiser] B.V. tot zekerheid van een schadevergoeding die voortvloeide uit een geschil over de levering van sieraden. Gedaagde stelde dat de sieraden niet waren geleverd zoals overeengekomen, en had daarom beslag gelegd om zijn vordering te waarborgen.
De rechtbank diende te beoordelen of het beslag onrechtmatig was. Eisers voerden aan dat de vordering van gedaagde betrekking had op een consumentenkoop met [eiser] B.V. en dat het beslag op de flatwoning onterecht was, omdat het beslag op het bedrijfspand al voldoende zekerheid bood. Gedaagde betwistte dit en stelde dat de sieraden niet waren geleverd, wat de basis vormde voor het beslag.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de vordering van gedaagde ondeugdelijk was. De rechtbank concludeerde dat het beslag op de flatwoning niet onrechtmatig was, omdat het niet overbodig was gezien de omstandigheden van de zaak. De vordering van eisers werd afgewezen, en zij werden hoofdelijk veroordeeld in de kosten van het geding. Dit vonnis werd uitgesproken op 20 oktober 2004 door mr. J.D.A. den Tonkelaar.